ECLI:NL:RBAMS:2016:6619
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens gebrek aan feiten en omstandigheden
Op 12 juli 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die betrokken was bij een civiele procedure onder zaaknummer 5093141 16-16226, diende op 5 juli 2016 een verzoek tot wraking in tegen mr. M.D. Ruizeveld, de kantonrechter die de zaak behandelde. Verzoeker stelde dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt, met name in een zaak die betrekking had op de verkoop van een kerkgebouw tussen twee kerkgenootschappen. Hij voerde aan dat de rechter onvoldoende rekening had gehouden met de godsdienstige belangen van de eisende partij en dat de rechter de belangen van de gedaagde partij meermaals had bevestigd, wat volgens verzoeker duidde op vooringenomenheid.
De rechtbank oordeelde dat de motivering van het wrakingsverzoek onbegrijpelijk was en dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. Aangezien verzoeker geen gronden had aangedragen, werd het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Bovendien oordeelde de rechtbank dat het verzoek tot wraking lichtvaardig was ingediend, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van misbruik van recht. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.