Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- het verzoekschrift met bijlagen van 16 september 2016;
- de aanvulling op voornoemd verzoekschrift van 20 september 2016;
- diverse e-mails uit de periode van 20 tot en met 23 september 2016 van verzoekster aan de secretaris van de wrakingskamer;
- een door verzoekster op 30 september 2016 ingediende factuur met bijlagen.
1.De feiten
- ten aanzien van verzoekster is op 8 augustus 2016 op naam van haar moeder en broer een verzoekschrift tot ondercuratelestelling ingediend bij deze rechtbank, afdeling Privaat (team Bewind) ingeschreven onder zaaknummer 5288233 EB VERZ 16-14940;
- verzoekster heeft naar aanleiding van het verzoekschrift tot ondercuratelestelling een oproep ontvangen om te verschijnen ter zitting van de kantonrechter van 22 augustus 2016;
- ter zitting van 22 augustus 2016 is verzoekster niet verschenen en is zij vervolgens telefonisch door de rechter gehoord;
- bij beslissing van 22 augustus 2016 heeft de rechter een provisionele bewindvoerder (art. 1:380 BW) benoemd, in afwachting van de verdere behandeling van en beslissing op het verzoekschrift tot ondercuratelestelling;
- verzoekster heeft vervolgens een oproep ontvangen om opnieuw te verschijnen ter zitting van de kantonrechter van 19 september 2016;
- verzoekster heeft op 5 september 2016 schriftelijk aan de rechter te kennen gegeven dat zij om haar moverende redenen niet ter zitting van 19 september 2016 zal verschijnen;
- verzoekster heeft op 16 september 2016 onderhavig wrakingsverzoek ingediend;
- de behandeling van het verzoekschrift tot ondercuratelestelling is gelet op onderhavig wrakingsverzoek geschorst.
2.Het verzoek en de gronden daarvan
3.De reactie van de rechter
4.De beoordeling van het verzoek
af;