ECLI:NL:RBAMS:2016:5852

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2016
Publicatiedatum
16 september 2016
Zaaknummer
13/730107-15 (Promis) en 13/684027-14 (TUL)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank Amsterdam inzake mensenhandel en ontucht met een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 augustus 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 21 november 2015 tot en met 6 december 2015, samen met een ander, een minderjarige heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting. De verdachte heeft het slachtoffer, dat nog geen achttien jaar oud was, gedwongen om seksuele handelingen te verrichten met derden tegen betaling. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft aangemoedigd om in de prostitutie te werken en dat hij financieel voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van het slachtoffer.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als geloofwaardig beoordeeld. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn daden en heeft het slachtoffer als een object gezien. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 14 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder toezicht en begeleiding door de reclassering. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 1.050,00 toegewezen aan het slachtoffer, die als gevolg van de daden van de verdachte schade heeft geleden. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten tijdens de proeftijd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummers: 13/730107-15 (Promis) en 13/684027-14 (TUL)
Datum uitspraak: 25 augustus 2016
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres 1] , [woonplaats] , gedetineerd in de [detentie adres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 augustus 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. de Klerk en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.G. Nagel, naar voren hebben gebracht.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van wat door [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: Raad), door de [naam 2] namens Jeugdbescherming Regio Amsterdam (hierna: JBRA) en door de vader van verdachte naar voren is gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
- ten aanzien van feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2015 tot en met 08 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een persoon, te weten [persoon] (geboren [geboortedatum] 2000),
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van voornoemde [persoon] , terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
(lid 1 sub 2°) en/of
- voornoemde [persoon] (telkens) ertoe heeft gebracht/bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van voornoemde [persoon] een of meer handelingen heeft ondernomen, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat voornoemde [persoon] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
(lid 1 sub 5°) en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van voornoemde [persoon] met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
(lid 1 sub 8)
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (terwijl hij, verdachte, wist dan wel redelijkerwijs kon vermoeden dat voornoemde [persoon] bij [jeugd behandelcetrum] was weggelopen en/of niet over zelfstandige huisvesting beschikte en/of kon beschikken en/of niet over geld beschikte en/of kon beschikken en/of dat die [persoon] een klein sociaal netwerk had) - die [persoon] opgehaald (om in Amsterdam in de prostitutie te gaan werken) en/of
- voor die [persoon] een slaapplek (in de woning van verdachte('s vader) en/of diens mededader(s)) geregeld (in Amsterdam ) en/of
- voor die [persoon] eten en/of kleding geregeld en/of
- met voornoemde [persoon] naar een afspraak (achter de Dam) gegaan met een potentiële klant en/of
- een of meer klant(en) voor die [persoon] geboekt (telefonisch en/of via whats'app) en/of
- prijsafspraken met klanten gemaakt en/of
- geld van de klanten in ontvangst genomen en/of
- voornoemde [persoon] bewogen/gedwongen bij één of meer klant(en) in een auto te stappen en/of (hierbij haar jas en/of schoenen heeft afgepakt en/of afgenomen, opdat zij niet zou weglopen) en/of
- voornoemde [persoon] bewogen seksuele handelingen met klanten te ondergaan en/of
- haar verdiensten uit de (prostitutie-)werkzaamheden aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) af te laten staan en/of voornoemde [persoon] geen geldbedrag te geven;
(Artikel 273f Wetboek van Strafrecht)
- ten aanzien van feit 2:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 november 2015 tot en met 08 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, het plegen van ontucht met een derde door een persoon te weten [persoon] (geboren [geboortedatum] 2000), waarvan hij, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door middel van dwang en/of een andere feitelijkheid - namelijk het regelen van een slaapplek en/of eten en/of kleding en/of het beloven van geld (terwijl hij, verdachte, wist dan wel redelijkerwijs kon vermoeden dat voornoemde [persoon] bij [jeugd behandelcetrum] was weggelopen en/of niet over zelfstandige huisvesting beschikte en/of kon beschikken en/of niet over geld beschikte en/of kon beschikken en/of dat die [persoon] een klein sociaal netwerk had) – teweeg gebracht en/of bevordert, bestaande die ontucht uit het plegen van seksuele handelingen, namelijk vaginale en/of orale seks met een of meer derden;
(Artikel 248f Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde

4.1
Het standpunt van het Openbaar MinisterieDe officier van justitie heeft zich – in haar op schrift gestelde requisitoir uitgebreid en hier verkort weergegeven – op het standpunt gesteld dat de onder 1ten laste gelegde mensenhandel bewezen kan worden. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij met verdachte heeft gesproken over weglopen bij [jeugd behandelcetrum] en hij haar onder andere heeft voorgesteld om geld te verdienen met escort. Nadat zij vervolgens daadwerkelijk is weggelopen, heeft verdachte haar opgehaald, de eerste nacht onderdak voor haar geregeld en de volgende dag een potentiële klant voor haar geregeld die haar tegen betaling van een bedrag van € 1.500,00 direct wilde meenemen naar Zwolle. Toen de afspraak met deze klant uiteindelijk geen doorgang vond omdat er een geschil ontstond tussen die klant en verdachte, heeft verdachte een afspraak geregeld met drie klanten voor later op de dag. Verdachte heeft vervolgens geregeld dat het slachtoffer daadwerkelijk is opgehaald door die mannen en heeft haar jas afgepakt, zodat hij er zeker van was dat het slachtoffer niet weg zou kunnen gaan. Uit de verklaring van het slachtoffer volgt verder dat zij geen geld ontvangen heeft voor de seks met die mannen. De verklaringen van het slachtoffer worden door de andere onderzoeksresultaten bevestigd. De getuige [getuige 1] en mede verdachte [medeverdachte 1] , hebben de verklaring van het slachtoffer omtrent de gang van zaken bevestigd. Ook medeverdachte [medeverdachte 2] bevestigt dat hij contact heeft gehad met het slachtoffer en dat zij geen jas aan had. Daarnaast kan worden vastgesteld dat verdachte ‘ [naam 3] ’ is in de betreffende Whatsapp-conversaties die zien op de prostitutie gerelateerde gesprekken. Meerdere personen, waaronder medeverdachte [medeverdachte 1] noemen de naam van verdachte in deze ‘ [naam 3] ”-gesprekken. Op de telefoon van verdachte zijn erotisch getinte foto’s van het slachtoffer aangetroffen in lingerie en zijn er belastende Whatsapp-gesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Dat de minderjarige meerdere malen heeft verklaard dat de seks op vrijwillige basis en met wederzijds goedvinden heeft plaatsgehad, is niet relevant.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich – in haar schriftelijke pleitaantekeningen uitgebreid en hier verkort weergegeven – op het standpunt gesteld dat verdachte bij gebreke aan rechtstreeks bewijs van het onder 1 ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden. De verklaring van het slachtoffer wordt niet op essentiële punten door andere bewijsstukken ondersteund en voorts blijkt uit overige bewijsstukken dat hetgeen het slachtoffer heeft verklaard onjuist is. Er kan daarom niet zonder meer op de verklaring van het slachtoffer worden afgegaan. Daarbij komt dat de politie en de officier van justitie er ten onrechte van uitgaan dat verdachte gebruik (heeft) (ge)maakt van de naam ‘ [naam 3] ’. Deze veronderstelling is enkel gestoeld op het feit dat dit telefoonnummer in de telefoon van verdachte is aangetroffen ten tijde van zijn aanhouding. De getuige [getuige 2] weerspreekt deze veronderstelling en ten tijde van het Whatsapp-gesprek met getuige [getuige 3] verbleef verdachte in [jeugd behandelcetrum] , waar hij niet de beschikking had over een mobiele telefoon. Uit de verklaringen van getuige [getuige 4] , [getuige 5] en medeverdachte [medeverdachte 1] volgt dat het slachtoffer snel geld wilde verdienen met door haar zelf gewenste prostitutiewerkzaamheden en deze vonden plaats op vrijwillige basis.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is – met de officier van justitie en anders dan de raadsvrouw – van oordeel dat het dossier voldoende feitelijke basis bevat op grond waarvan kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel in vereniging.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats gesteld voor de vraag of door verdachte de naam ‘ [naam 3] ’ is gebruikt. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend.
Uit de verklaringen van het slachtoffer kan worden afgeleid dat verdachte gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 1] en van de witte Samsung telefoon, die onder verdachte in beslag is genomen ten tijde van zijn aanhouding. Uit de daarop uitgelezen Whatsapp-conversaties met contacten ‘ [naam 4] ’, ‘ [naam 5] ’ en medeverdachte [medeverdachte 1] , afkomstig uit voornoemde telefoon van verdachte, kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat het verdachte was die gebruik maakte van de naam ‘ [naam 3] ’ en dat hij gebruiker was van dat telefoonnummer.
In de Whatsapp-conversatie met contact ‘ [naam 4] ’ schrijft de gebruiker van het genoemde telefoonnummer met de naam [naam 3] desgevraagd dat zijn naam [verdachte] is. Ook in de Whatsapp-conversaties met contact ‘ [naam 5] ’ en ‘ [medeverdachte 1] ’ wordt de gebruiker van datzelfde telefoonnummer en de naam ‘ [naam 3] ’ door deze personen – ook zoals de naam van verdachte luidt - [verdachte] genoemd.
De rechtbank overweegt daarbij dat zij meer waarde hecht aan de hiervoor genoemde Whatsapp-conversaties dan aan de (overigens zeer beperkte) verklaring van verdachte op dit punt. In deze Whatsapp-conversaties waant verdachte zich immers onbespied, waardoor hij naar het oordeel van de rechtbank vrijuit spreekt en zijn ware identiteit bekend maakt. Daarnaast heeft verdachte zijn verklaring, dat hij zijn telefoon regelmatig uitleent, niet geconcretiseerd met persoonsgegevens van de lener of de overige gebruikers van de telefoon, terwijl, mede in het licht van de hiervoor genoemde verklaringen, die verklaring van verdachte dringend om uitleg op dat punt vraagt.
Voorts is de rechtbank – anders dan de raadsvrouw – van oordeel dat de verklaring van het minderjarige slachtoffer, die er op neerkomt dat zij onder valse voorwendselen en door het handelen van verdachte seksuele handelingen heeft verricht met drie mannen en dat zij daarvoor geen geldbedrag heeft gekregen, geloofwaardig voorkomt. De verklaring van het slachtoffer is helder en op essentiële punten consistent en vindt voldoende ondersteuning in de overige bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt daartoe in de eerste plaats dat op de telefoon van verdachte diverse (erotisch getinte) foto’s van het slachtoffer zijn aangetroffen. Het slachtoffer heeft in dat kader verklaard dat zij in opdracht van verdachte deze foto’s heeft gemaakt en aan hem – al dan niet via medeverdachte [medeverdachte 1] – heeft toegestuurd ter verdere verspreiding aan derden en met als kennelijk doel klanten te werven. Het slachtoffer heeft een gedetailleerde omschrijving gegeven over haar uiterlijk en (schaarse) kleding op die foto’s, die naadloos overeenkomt met de op de telefoon van verdachte aangetroffen foto’s.
Daarnaast is er tijdens het politieonderzoek een aanzienlijk aantal overeenkomsten waargenomen tussen de woning van medeverdachte (en klant) [medeverdachte 2] , alias ‘ [bijnaam medeverdachte 2] / [bijnaam medeverdachte 2] ’, en de door het slachtoffer gegeven omschrijving van die woning, terwijl het slachtoffer blijkens haar eigen verklaring en die van [medeverdachte 2] niet (eerder) bij hem thuis is geweest. De woning van medeverdachte [medeverdachte 2] is bovendien gelegen in de directe omgeving van het [locatie 1] . Ook heeft medeverdachte [medeverdachte 2] bevestigd dat hij contact heeft gehad met het slachtoffer en dat zij op dat moment geen jas aan had.
Daar komt bij dat in de Whatsapp-conversatie op 24 november 2016 tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] , ‘ [naam 3] ’ respectievelijk ‘ [bijnaam medeverdachte 2] ’, wordt gesproken over een persoon die bij [medeverdachte 2] is en geen jas bij zich heeft omdat deze is afgepakt. Gezien de datum en het tijdstip van deze Whatsapp-conversatie, mede gezien de inhoud, de datum en het tijdstip van de Whatsapp-conversatie met medeverdachte [medeverdachte 1] , waarin verdachte [medeverdachte 1] de opdracht geeft om ene ‘ [x] ’ op te halen in ‘ [locatie 1] ’, omdat ‘ [x] klaar is’ en de verklaring van het slachtoffer over haar overnachting bij medeverdachte [medeverdachte 2] , staat vast dat wordt gesproken over het slachtoffer die zich op dat moment bij medeverdachte [medeverdachte 2] bevindt, dat zij geen jas heeft omdat verdachte deze heeft afgepakt en zij klaar is met haar prostitutiewerkzaamheden.
Voorts wordt de verklaring van het slachtoffer bevestigd door getuige [getuige 1] . De verklaring van deze getuige bevat dusdanige details omtrent de gebeurtenissen en vindt voldoende ondersteuning in de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen dat het niet anders kan zijn dat zij dit daadwerkelijk van verdachte gehoord moet hebben. Hij heeft immers aan haar verteld dat het slachtoffer seksuele handelingen heeft verricht met 3 mannen, dat hij deze klanten had geregeld, dat hij de jas van het slachtoffer heeft afgepakt teneinde te beletten dat het slachtoffer zou vertrekken. Ook de door de getuige gegeven omschrijving van de foto’s van het slachtoffer komt overeen met de op de telefoon van verdachte aangetroffen foto’s van het slachtoffer.
Uit de verklaring van getuige [getuige 1] tezamen met de verklaringen van getuige [getuige 5] en het slachtoffer kan voorts worden afgeleid dat het slachtoffer van verdachte geen geld heeft ontvangen voor haar de seksuele diensten.
Dat verdachte, naast de drie klanten waarvan hiervoor sprake was, ook meer en andere klanten trachtte te werven voor het slachtoffer kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid uit onder meer de ter beschikking gestelde gegevens van [website 2] B.V. Daaruit kan worden afgeleid dat er een seksadvertentie is geplaatst bij [website 2] op 23 november 2015 met het id nummer [nummer 1] . Daarbij is als profielnaam gekozen voor ‘ [naam 7] ’, met als wachtwoord [wachtwoord] .
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat ‘ [naam 7] ’ de werknaam van het slachtoffer was. Uit deze verklaring in combinatie met de Whats-appconversaties tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] en contactpersoon ‘Collega’ hieromtrent volgt reeds genoegzaam dat verdachte deze advertentie heeft aangemaakt ter verdere exploitatie van de prostitutiewerkzaamheden door het slachtoffer.
Dat de betreffende advertentie ook daadwerkelijk door verdachte is aangemaakt kan worden afgeleid uit het navolgende. Het opgeven wachtwoord komt overeen met de voornaam en het geboortejaar van verdachte. Uit de Whats-appconversaties tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt voorts dat – reeds nadat de advertentie bij [website 2] is geplaatst – door een potentiële klant (op de Blackberry telefoon) wordt geïnformeerd naar de beschikbaarheid van het slachtoffer voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden.
Ook uit de verklaringen van het slachtoffer, getuige [getuige 1] en getuige [getuige 5] volgt dat verdachte klanten wierf voor het slachtoffer, waaronder een klant uit Zwolle. Tot slot kan ook uit de Whatsapp-conversatie tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] worden afgeleid dat verdachte zich bezighield met het werven van potentiële klanten voor het slachtoffer. Verdachte geeft in die conversatie medeverdachte [medeverdachte 2] de opdracht om klanten te regelen waardooren [medeverdachte 2] . niet voor de seksuele handelingen met het slachtoffer hoeft te betalen.
De rechtbank overweegt voorts dat bij de beoordeling of al dan niet sprake is van mensenhandel geen betekenis toekomt aan de eigen wil van de minderjarige. Ook niet indien – zo dat al het geval zou zijn geweest- op verzoek van de minderjarige "faciliterende activiteiten" worden verricht.
Dat het slachtoffer herhaaldelijk heeft verklaard dat de seksuele handelingen hebben plaatsgehad met wederzijds goedvinden zoals de raadsvrouw heeft betoogd is daarbij evenmin relevant.
Het vorenstaande wettigt naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat verdachte de ten laste gelegde mensenhandel in vereniging heeft begaan.
4.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
4.4.1
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
1. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 8 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 001-003.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 3 december 2015 afgelegde verklaring van het slachtoffer [persoon] , zakelijk weergegeven:
Ik ben een weekje weggeweest uit [jeugd behandelcetrum] . Mijn stiefvader ging in de Apollohal een basketbalwedstrijd scheidsen en daar ging ik met mijn moeder naartoe. Toen ben ik weggelopen naar het Krugerplein naar een belwinkel. Ik heb daar [verdachte] gebeld, ik ken hem al heel lang, heb met hem op de peuterspeelzaal gezeten. Ik zei tegen [verdachte] dat ik het hier, in [jeugd behandelcetrum] , niet leuk vond en dat ik eigenlijk wel weg wilde. [verdachte] zei dat dit kon en dat ik bij mijn eerste verlof al weg had moeten gaan. Hij kwam mij ophalen met ‘ [naam 8] ’. We zijn toen bij de [locatie 3] geweest, dat is een huis van [verdachte] . [verdachte] woont bij de [adres 1] , maar dat huis is van iemand die hij kent. Ik ben daar 1 nacht geweest samen met [naam 9] en [verdachte] . De volgende ochtend hadden we met iemand een afspraak van escort of zoiets. Om te kijken of ik geschikt was. Deze afspraak was voor de Albert Heijn achter de Dam. Ze vroegen of ik het wilde doen en ik zei, omdat er geen geld was, dat ik het misschien voor 1 keer wel wilde doen. Ik zou dan mee moeten met die man en dan zou ik de volgende dag teruggebracht worden. Maar dat ging niet goed. Die man zei dat hij nu 1500 zou betalen, maar dat ik dan wel de hele nacht mee moest. [verdachte] zei toen dat hij mee wilde maar dat wilde die man niet. Toen zijn we naar [naam 10] gegaan bij de brandweerkazerne. In die lounge kwamen [medeverdachte 1] en [naam 11] (fonetisch) ook. [verdachte] vroeg toen aan [medeverdachte 1] of ik bij haar kon slapen, bij begeleid wonen, het huis van [getuige 5] . Dit huis staat als je net [locatie 2] binnenrijdt acht een heel groot grijs gebouw met een klok en het is precies die straat daarachter. Een Marokkaanse jongen van ongeveer 21 jaar bracht ons met de auto naar de woning in [locatie 2] toe.
Een uurtje later kwam hij (
Rechtbank: uit de verklaring volgt dat hier [verdachte] wordt bedoeld)het huis weer binnenlopen. [verdachte] zei toen dat er twee klanten beneden stonden en dat ze betaald hadden en dat ik daar zou slapen. Toen ik die auto in wilde stappen zei [verdachte] dat ik mijn jas moest afgeven. Ik heb hem toen afgegeven. Toen ik in de auto zat zei [verdachte] nog door het raam dat er voor 3 was betaald en niet voor 2. Er zaten ook 3 mannen in de auto. Ik kende twee mannen niet en van eentje weet ik alleen zijn naam, [medeverdachte 2] . Maar ze noemen hem [bijnaam medeverdachte 2] (fonetisch) omdat hij heel donker is. We gingen toen naar [locatie 1] , tegenover een autobedrijf [naam 14] (fonetisch). Ik heb daar seks gehad met die drie mannen.
[medeverdachte 1] wilde ook klanten regelen voor mij. [verdachte] heeft nog steeds mijn dure jas, een grijze Moncler. [verdachte] had dit geregeld. [verdachte] kende die jongens van de buurt van Oost. [verdachte] ging met die auto praten die mij ophaalde voordat ik instapte. Volgens mij was er 300 euro betaald. Dat is de derde dag gebeurd vanuit [locatie 2] .
Ik deed het voor geld om buiten te kunnen overleven. Het kwam eerst hier binnen te sprake, ik zei dat ik de groep niet leuk vond en dat ik weg wilde. [verdachte] zei dat ik gewoon naar buiten moest gaan en dat er altijd wel een manier was om geld te maken. De seks kwam voor het eerst ter sprake na de nacht bij de [locatie 3] . Hij zei als ik goed was en ik was met 10 minuten klaar had ik wel het bedrag voor een uurtje. Ik heb gezegd dat het goed was en dat ik het wel 1 avond wilde doen. Ik zei dat ik het wel wilde proberen, maar als ik het niet leuk vond wilde ik stoppen. Hij zei dat we dan wel zouden zien, daar praten we dan wel over zei hij. [verdachte] zei de helft voor mij en de helft voor hem omdat hij de klanten regelt, mij naar klanten brengt en buiten wacht.
2. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 4 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 005-012.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 3 december 2015 afgelegde verklaring van het slachtoffer [persoon] , zakelijk weergegeven:
V: Zijn er nog dingen met [verdachte] besproken wat je dan zou kunnen doen?
A: een andere optie was dat escort gedoe en er was nog eentje maar die weet ik niet meer.
v: Wat bedoel je met escort gedoe?
A: Gewoon seks hebben voor geld. Dit bespraken we ook voordat ik wegliep. [verdachte] zei dat er genoeg te doen was buiten. Als iemand het mooi voor mij praat, binnen een kwartier heb je een mooi bedrag. Moet je nagaan als je dat elke dag doet. Ik vond dat goed. Maar niet op die manier dat ik in 1 keer 3 klanten krijg, geen geld krijg en mijn jas wordt afgepakt. Als je me dan in een t-shirt laat staan heb ik geen respect meer voor je.
V: Wanneer ging je met je moeder naar je stiefvader?
A: Op zaterdag 21 november.
Daar heb ik gebeld naar [verdachte] op zijn nummer [telefoonnummer 2] , dit is een witte Samsung. Hij heeft ook een werktelefoon en die heeft hij nu aan [medeverdachte 1] gegeven. Nummer van die telefoon is [telefoonnummer 3] , dat is een Blackberry Bold.
In het huis in [locatie 3] hadden we al een beetje besproken om escortwerk te gaan doen, daarna zijn we een hotel gaan zoeken. De volgende ochtend moesten we wachten op een man die een bedrag zou betalen. [verdachte] en [naam 8] en [naam 11] hadden iets afgesproken met die man. We gingen naar de Albert Heijn achter bij de Dam. [verdachte] zei dat deze man 3.000 euro moest betalen en dat [verdachte] nu een voorschot wilde. De man zei dat hji 1500 had en dat hij dat kon betalen maar dan moest ik wel gelijk mee. Ik mocht alleen mee als hij 3000 euro kon laten zien. We gingen toen naar [naam 10] . Die man zei toen dat hij het geld niet had. Uiteindelijk heeft hij zich teruggetrokken.
V: Wie was die man?
a: Volgens mij een man uit Zwolle. [verdachte] kreeg dan 3.000 euro en die man zou een deel krijgen wat ik zou verdienen.
V: Zondagavond zat je in [naam 10]
A: Van zondag op maandag heb ik met [medeverdachte 1] bij [getuige 5] in [locatie 2] geslapen. Op maandagochtend kwam [verdachte] met schone kleren voor mij. [verdachte] zei later dat er zo een klant kwam die mij ging ophalen. [verdachte] zei dat ik mijn jas moest afgeven omdat hij anders bang was dat ik weg zou gaan.
V: je vertelde net dat [verdachte] 1 van die jongens had geappt over dat je geld wilde verdienen. Ook waarmee?
A: Ja met seks voor geld.
V: Wanneer is er betaald?
a: Vooraf. Dat heb ik niet gezien. [verdachte] liep toen naar de auto en zei tegen [naam 8] dat hij met mij moest wachten. [verdachte] stapte toen in de auto en ging een heel klein stukje in de auto rijden. Toen ze weer terug waren stapte [verdachte] weer uit en zei [verdachte] dat ik in de auto moest stappen. Boven had [verdachte] al gezegd dat ik mijn jas moest afgeven omdat hij niet wilde dat ik wegging. Voordat ik de auto instapte gaf ik mijn jas af. Een grijze Moncler jas, aan de binnenkant was het een zachte berenstof.
V: Toen je bij die jongens instapt, had jij toen enig idee hoe en wat en hoelang?
a: Ja, totdat ze klaar zouden komen. [verdachte] zei eerst dat het twee waren maar later zei hij er is betaald door 3. [verdachte] zei dat er alleen betaald was voor pijpen. [medeverdachte 2] wilde meer doen maar ik zei dat dat niet de afspraak was en dat ik [verdachte] wilde bellen hierover. [medeverdachte 2] ging moeilijk doen en zei dat hij geen beltegoed had. Ik had geen jas enzo dus toen heb ik het maar gedaan. De eerste was de bestuurder. Ik heb met hem seks gehad. Het was pijpen en seks in de douche. Ik heb hem gezoend en vaginale seks gehad. Daarna ging ik aankleden en aan tafel zitten, wat roken, blowen en ging ik met die Pakistaan, [naam 15] seks hebben.
V: Hoe ging dat?
a: Hem heb ik ook gepijpt en seks mee gehad. Het ging ook heel stroef.
Hoe ging het met [medeverdachte 2] ?
a: Toen de andere twee weg waren wilde [medeverdachte 2] hetzelfde als die andere twee jongens.
V: hoe ging dat?
A: hetzelfde als bij die andere. Eerst pijpen en dan beginnen. Ook met condoom.
V: En toen?
a: Toen gingen we slapen. In het tweepersoonsbed, in een kamer als je binnenkomt rechts. Dit was de slaapkamer van [medeverdachte 2] .
V: hoe kun je die slaapkamer omschrijven?
a: Rechts heb je een houten kast, voor op de grond heb je zijn schoenen. Er staat een ijzeren tweepersoonsbed. Er hingen stoffen gordijnen, beigekleurig, die lieten een beetje licht door.
V: Nu is er ook gesproken dat er seks met iemand moest plaatsvinden met iemand waarbij het voor jou de druppel was.
A; ze hadden een site ofzo. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat er een Afrikaanse man was, een wat oudere man, die mij 300 euro wilde betalen en een hotel als ik met hem mee zou gaan. [medeverdachte 1] zei namelijk dat we [verdachte] niks gingen zeggen van deze klant en dat zij dan de helft zou krijgen en ik de helft. [medeverdachte 1] zei dat ze dit via via had geregeld.
3. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 9 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 015-023.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 8 december 2015 afgelegde verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
V: Wat weet je dan?
A: Volgens mij gaat het om [persoon] . Toch?
V: Ja dat zou inderdaad kunnen. Het gaat onder andere om [persoon] . Wat had je tegen [persoon] gezegd?
A: Ik weet met wie ze zou weglopen waar ze naartoe zou gaan en ik weet dat het niet goed was omdat personen tegen mij hadden gezegd wat ze met haar zouden gaan doen. Ik zei tegen haar dat ze gewoon verkocht zou worden, dat ze behandeld zou worden als vuil. Maar ze zie tegen me; Maar als ik wegloop zonder diegene heb ik geen geld, ik ben afhankelijk van diegene.
V: Is ze toch weggegaan.
A: Ja toen zochten mensen haar nog buiten. Maar de persoon met wie ze zou weglopen, waar ze naartoe zou gaan als ze was weggelopen, ik ken diegene ook. En drie andere mensen die erbij waren, die ken ik ook.
V: Wil je zeggen wie dat zijn?
A: Ze hadden [persoon] bij een klant afgezet en ze waren haar kwijt. Ze was op straat gezet door die jongen toen ze klaar waren.
V: Ik hoor je ook zeggen dat je op zoek ging naar [persoon] . Hoe ging dat dan? Waar was je dan?
A: [persoon] was op straat gezet en ze hadden haar jas afgepakt in de ochtend omdat ze niet weg mocht gaan. En die jongen had haar op straat gezet.
V: Je zegt dat je [persoon] hebt gewaarschuwd. Weet je of die waarschuwing heeft geholpen of dat [persoon] echt wat is overkomen?
A: Ik weet wel dat-uhm, [persoon] dingetjes heeft gedaan.
V: Dingetjes?
A: Seksuele handelingen voor geld.
V: weet je ook of ze dat geld zelf heeft gehouden?
A: Nee tuurlijk niet.
V: Weet je hoe vaak dat is gebeurd dan?
A: Toen die dinsdag dat ik was weggelopen, hjad ik gehoord, dat ze drie keer die dag daarvoor, dat de ze drie keer iemand had gepijpt ofzo. Verder heb ik niet gehoord dat.. owjah, dat was in de ochtend, was ze met een klant of zo.
V: Een (1) iemand drie keer of drie verschillende?
A: Nee verschillende.
V: En van wie had je dat dan gehoord?
A: Van diegene zelf. Van degene die haar heeft verkocht.
V: Want we hebben het wel over dezelfde persoon, dat is wel duidelijk.
A: Wie dan?
V: Over [verdachte] .
A: …
O: Getuige lacht.
V: je zegt, aantrekken en afstoten, wanneer begon hij daarmee?
A: Euhm… de ene dag heel lief, de andere dag uitschelden, zodat ze weer achter hem aankwam.
V: Hoe lang was de periode, wanneer begon hij hiermee?
Zeker wel drie maandjes, zoiets.
V: Dus vanaf het begin af aan eigenlijk al.
A: Ja want hun kennen elkaar al van de peuterklas.
V: Weet je ook hoe ze gingen afspreken dan op het moment dat ze ging weglopen?
A: Hij had euhm… foto’s van haar gemaakt. Dat ze naakt was enzo. Dat heeft hij aan mij laten zien, en hij zei van, misschien kan ik haar daarmee dwingen ofzo.
V: Waar had hij die mee gemaakt dan?
A: Met zijn telefoon. Met zijn witte telefoon, de Samsung.
V: Waarvoor had hij dat gemaakt?
A: Om haar denk ik te dwingen ofzo. Maar ik weet niet of hij het heeft gemaakt of iemand anders maar het stond wel op zijn telefoon. En dan in haar BH en in haar onderbroek.
V: Hoe kwam [persoon] bij die klanten terecht dan?
A: [verdachte] .
V: Via [verdachte] .
A: Ik denk het wel.
V: Wil ik toch nog even terugkomen op het dwingen, en wat je vertelde op afstoten en lief doen. Hoe was het dwingen? Je had al verteld dat hij haar jas had afgenomen.
A; ja dat heeft hij samen met een vriend gedaan zodat ze niet weg kon, zodat ze echt geen kans had om weg te gaan. Omdat het buiten koud was ofzo, dat is mij verteld.
V: Dat heeft [verdachte] jou verteld.
A: Ja, ze hebben, hij heeft gezegd, wij, ze kan niet ver zijn, d’r jas is afgepakt, ze heeft het koud.
4. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 18 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina Z1- 03 046.
Op vrijdag 18 december 2015 heb ik, verbalisant, telefonisch contact opgenomen met [persoon] in [jeugd behandelcetrum] . In het onderzoek had ik, verbalisant, nadere vragen over de kelding die [persoon] droeg op verschillende momenten in de week dat zij was weggelopen uit [jeugd behandelcetrum] . Ik, verbalisant, vroeg aan [persoon] wat zij droeg tentijde van het maken van de foto in de woning bij [locatie 3] , wie de foto maakte en waarmee. Zij antwoorde hierop: “ [verdachte] maakte de foto met zijn telefoon, de Samsung. Deze foto werd gemaakt hij het raam in de woonkamer, bij de gordijnen. Ik droeg toen een spijkerbroek met een gat ter hoogte van de knie. Ik droeg een zwart shirtje met daarop een vrouw met rode lippen en zij kust haar middelvinger.” Op de vragen waar, wanneer, door wie en waarmee deze foto’s zijn gemaakt antwoordde [persoon] : “Ik heb deze foto’s zelf gemaakt in de badkamer in de woning van [getuige 5] bij [locatie 2] . Dit was de avond toen ik daar ging slapen, de eerste avond in [locatie 2] . Ik heb deze foto gemaakt met de Iphone 5 van [medeverdachte 1] . Ik had een roze kanten string van de H&M aan en een grijs truitje. Op de vraag of er nog op andere plekken foto’s zijn gemaakt van [persoon] in lingerie antwoordde [persoon] : “Ja, [medeverdachte 1] heeft er nog met haar Iphone foto’s gemaakt op de bank/ Ik droeg toen dezelfde spijkerbroek als op de foto die gemaakt is bij de [locatie 3] en ik had de tijgerprint BH wit/beigekleurig aan. Op de vraag waarom [medeverdachte 1] deze foto’s van [persoon] maakte antwoordde [persoon] : “ [medeverdachte 1] zei dat deze foto’s nodig waren voor een klant”.
5. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 21 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 001-011.
Aanleiding onderzoek:Op 08 december 2015 werd de hierna genoemde verdachte [verdachte] buiten heterdaad aangehouden vanwege het feit dat hij verdacht werd van mensenhandel. Tijdens deze aanhouding werd het volgende goed bij de verdachte in beslag genomen:
Soort: Mobiele telefoon
Kleur: Wit
Merk: Samsung Galaxy Note 2
23 november 2015:Op de [nummer 2] en [nummer 3] wordt een foto van een vrouw gekleed in een blauwe spijkerbroek waarvan het bovenlichaam kennelijk ontbloot is aangezien er een gedeelte van de buik te zien is. Deze foto is verstuurd door de gebruiker van de Samsung telefoon aan ‘ [naam 16] ’. Deze blauwe spijkerbroek vertoont meerdere scheuren. Twee scheuren ter hoogte van de knieen en een ter hoogte van de linkerheup. Op de [nummer 4] wordt een andere foto door de gebruiker van de Samsung verstuurd. Op deze foto is te zien dat een vrouw geknield op de vloer van een badkamer zit. Deze vrouw is aan de achterzijde te zien. Deze vrouw is gekleed in een roze string en een grijze truitje.
Contact ‘ [naam 4] ’Vanaf 28 november 2015 te 13.51 uur is er een chat contact tussen de Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen als ‘ [naam 4] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 4] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 28 november 2015 te 15.04.56 uur
Afzender : [naam 4]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Wat is je naam eigenlijk?
Datum : 28 november 2015 te 15.05.08 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [naam 4]
Inhoud : [verdachte] .
Contact ‘Collega’Vanaf 22 november 2015 te 21.23 uur is er een chat contact tussen Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen als ‘Collega’ met telefoonnummer [telefoonnummer 5] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 23 november 2015 te 13.51.04 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 1]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.09 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 2]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.16 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 3]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.54 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Op alle 3 zetten
Datum : 23 november 2015 te 15.38.02 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Ze staat op 2 van de 3
Datum : 30 november 2015 te 0.25.19 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Als je der overneemt 1500 maar je kan ik termijnen paiso en anders gewoon 80% per klant
Contact ‘ [bijnaam medeverdachte 2] Nieuw’
Vanaf 24 november 2015 te 11.04 uur is er een chat contact tussen de Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen als ‘ [bijnaam medeverdachte 2] nieuw’ met telefoonnummer [telefoonnummer 6] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 24 november 2015 te 12.04.28 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ik ga der wakker maken dan komt ze zou jou kant op
Datum : 24 november 2015 te 12.05.53 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Inhoud : Ik laat iemand der op halen ik ben nu aan het appen
Datum : 24 november 2015 te 12.13.02 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Inhoud : Breng meer klante dan ben jij gratis
Datum : 24 november 2015 te 12.29.39 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ze zegt en der jas
Datum : 24 november 2015 te 12.33.53 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ze heeft geen jakka
Datum : 24 november 2015 te 13.18.03 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Jr pakt zomaar der jakkan i kan ze niet weg
6. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 25 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina Z1- 03 053.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 25 januari 2016 afgelegde verklaring van [getuige 5] , zakelijk weergegeven:
Van mijn vriendin [medeverdachte 1] hoorde ik dat [persoon] aangifte had gedaan tegen [medeverdachte 1] en [verdachte] . Toen ik haar bij de McDonald’s zag vertelde zij dat zij ‘groot’ geld ging verdienen en met mannen naar bed zou gaan. Ik waarschuwde [persoon] dat mannen misbruik van haar zouden gaan maken. Zij zou het geld van ver krijgen, uit Zwolle of zoiets. [persoon] denkt dat het een setup is geweest van [medeverdachte 1] en daarom het geld nooit heeft gekregen en vervolgens aangifte heeft gedaan. Ik heb van [persoon] en [medeverdachte 1] gehoord, dat [persoon] ook foto’s van haar lichaam naar mannen door stuurt. Dat waren de mannen met wie zij naar bed zou gaan voor geld.
V: Welk adres woon je ook alweer?
A: [adres 2, nummer 1] .
7. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 18 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina’s Z1- 05 009-013.
In onderzoek [onderzoek A] zijn middels een vordering 126nd de camerabeelden opgevraagd welke beschikbaar zijn van het appartementsgebouw [adres 2, nummer 2] te [plaats 1] . Het betreft de opnames over de periode 23 november 2015, 15:00 uur tot 24 november 2015, 04:52 uur. Uit de beelden van de woningbouwvereniging [naam 17] blijkt dat onderstaande personen gedurende de dag en avond van 23 november 2015 zich in wisselende samenstelling bewegen in en om de entree, in de hal voor de lift en in de lift van het appartementencomplex [adres 2, nummer 2] te [plaats 1] .
Op foto 10, tijdstip 23:48:03 uur is te zien dat [persoon] terug komt lopen, nu met een zwart shirt aan. Kennelijk heeft [persoon] zichzelf omgekleed in het gedeelte van de entree zonder camerazicht. Na enkele minuten gaat [persoon] naar buiten toe, samen met [naam 9] en [verdachte] .
8. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 9 februari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 05 022-027.
In het onderzoek [onderzoek A] is op 3, 16 en 18 december 2015 de getuige [persoon] gehoord. Zij verklaarde dat zij in de woning van [getuige 5] , [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] een foto van zichzelf in string in de badkamer heeft gemaakt en dat er op de bank een foto van haar is gemaakt waarop zij in bh zit. Op fotonummer 28 en fotonummer 28a is een blauw gemêleerde vloer, lijkend op vinyl te zien. Ik zag tijdens de schouw dat in de gehele woning van de [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] een blauw gemêleerde vinyl/marmoleum vloer lag.
- Op fotonummer 28a uit de fotoserie [onderzoek A] is tevens een blauwe vloer te zien, lijkend op de vloer in de woning van de [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] .
- De twee handdoeken, aangetroffen in de wasmand in de woonruimte van [getuige 5] , zijn handdoeken die gelijkenis vertonen met de handdoeken waarmee [persoon] staat afgebeeld op fotonummer 28a. De vormen van Minnie Mouse op foto 6 komen overeen met de vormen die te zien zijn op de handdoeken op [persoon] haar schoot. Ook is er een hartje te zien die staat afgebeeld op foto 6, alszijnde de punt op de ‘i’ van Minnie Mouse. Tevens komen de stippen op de boven- en onderkant van de handdoek op foto 6 overeen met de stippen op de boven- en onderkant van de handdoek op foto 6 overeen met de stippen op de handdoek bij [persoon] . Wat betreft de handdoek op foto 7, de tekst en lettertype, komen overeen met de handdoek die [persoon] op schoot heeft op fotonummer 28a.
Op fotonummer 27 uit de fotoserie van [onderzoek A] is te zien dat [persoon] geknield op vermoedelijke badkamervloer zit.
- Op fotonummer 7 is de handdoek te zien, lijkend op de handdoek waarop [persoon] geknield zit.
- Op foto 8 en 9 is te zien dat de kleur van de want- en vloertegels overeenkomen met de tegels afgebeeld op fotonummer 27 uit de fotoserie. Ook komt de plek, ten opzichte van de tegels, overeen met het afvoerputje afgebeeld op fotonummer 27. Tevens is op fotonummer 27 te zien dat de deur aan de onderzijde is beschadigd en dat er verf is afgebladerd. Op foto 8 en 9 is te zien dat over de gehele breedte van de badkamerdeur verf is afgebladerd. Het lijkt hier te gaan om dezelfde beschadiging die te zien is op fotonummer 27.
9. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 27 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 084-093.
De chatgespreken zijn tussen [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] en een ander contact. Uit eerder onderzoek is bleken dat het account [naam 3] en het bijbehorende telefoonnummer in gebruik zijn bij verdachte [verdachte] .
Contact [naam 5]Tussen 5 augustus 2015 en 13 september 2015 is er chatcontact tussen de whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] en een contact, die in de telefoon genoemd staat als ‘ [naam 5] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 8]
Datum : 14-08-2015 te 20.26.24 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ik heb mijn keuze al gemaakt [verdachte] maar jij neemt mij nii serieus kijk hoe je naar die wijven van deze groep kijkt”
Datum : 14-08-2015 te 20.26.37 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ze zeggen dat je elke dag daar staat”
Datum : 14-08-2015 te 20.26.48 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Heledag die [persoon] roepen”
Datum : 14-08-2015 te 20.27.28 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [naam 5]
Inhoud : “Ik ken die [persoon] al sinds klein he”
Contact [medeverdachte 1]Tussen 18 november 2015 en 30 november 2015 is er chatcontact tussen de whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] en een contact, die in de telefoon genoemd staat als ‘ [medeverdachte 1] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 9]
Datum : 21-11-2015 te 12.14 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ey [persoon] komt naar jou vandaag tog”
Datum : 21-11-2015 te 15.06 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Het is wel de bedoeling dat dat komt jaah mohim ik ga der zeggen”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.25 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ze is sins 14:45 buiten”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.30 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Waar”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.48 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Apollo hal ofzo”
Datum : 23-11-2015 te 00.05.45 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “stuur me dalijk die fotos”
Datum : 23-11-2015 te 00.41.58 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “ze zegt ze heeft geen goede bh aan”
Datum : 23-11-2015 te 01.17.01 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [medeverdachte 1] stuurt een tweetal foto’s.
Datum : 23-11-2015 te 01.29.51 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [medeverdachte 1] stuurt een foto.
Datum : 23-11-2015 te 01.47.24 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Oke [persoon] maak meer”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.22 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Haal [persoon] voor me op”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.47 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Waar bedoel ik”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.52 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “ [locatie 1] ”
Datum : 24-11-2015 te 12.09.13 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Maar [persoon] is ook klaar en moet gehaald worden”
Datum : 24-11-2015 te 13.08.32 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Ewa die aiso heeft geen jacka toch”
Datum : 24-11-2015 te 13.23.49 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Maar is wel zonden je geld wat je hebt uitgegeven”
Datum : 24-11-2015 te 13.24.31 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Heb ik gister weer terug verdiend”
Datum : 24-11-2015 te 14.29.08 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Doe snel er is klant”
Datum : 24-11-2015 te 14.29.26 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Van die site dus weel sjans”
Datum : 25-11-2015 te 09.57.54 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Doe dat maar dan ga jij wel controlen moeten houden dus alles wat zij verdiend pa he gewoon af”
Datum : 25-11-2015 te 10.16.31 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Heb je al klanten”
Datum : 25-11-2015 te 10.17.06 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Eentje sms toevallig net ben je vandaag beschikbaar”
Datum : 27-11-2015 te 00.44.09 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Ik ga jouw wat leren it takes money to make money over dit stukje van [x] ga ik jouw de leiding geven hoeveel der binnen komt 50% van dat is voor jouw ik ga kijken als ik je blind kan vertrouwen dus jouw taak is mij die andere 50% zonder te sjoemelen met de prijs ben je met dat ga ik je met andere zaakje betrekken bijvoorbeeld die torrie met die kamboes ik breng je dan in contact met mijn conect mag je zelf gaan inkopen en witwassen verdien je elke week sowieso een paar barkies net zoals wij doen dusja bewijs jezelf maar dan hou ik me aan me woord dat ik je stang zet”
Datum : 27-11-2015 te 10.16.31 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Eey ze doeg nu al moeilijk ik had een afri voor 200 maar ze wilt niet”
Datum : 27-11-2015 te 17.38.55 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “ [verdachte] stuur is die pica’s van [persoon] ”
Datum : 27-11-2015 te 17.39.03 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “ [naam 18] ” Hierop stuurt [naam 3] vier foto’s naar [medeverdachte 1] waarop [persoon] onder andere staat afgebeeld in haar slip en in haar bh.
10. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 10 februari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 169-170.
Op vrijdag 4 december 2015, is na overleg met de officier van justitie J. de Boer, de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] heimelijk in beslag genomen. Gegevens mobiele telefoon:
Soort : Mobiele telefoon
Kleur : wit
Merk : Blackberry 9780 Bold
Telefoonnummer : [telefoonnummer 3]
SMS-berichten
In dit proces-verbaal zal ik enkele sms berichten uitlichten, die zijn gevoerd tussen de gebruiker van de Blackberry 9780 Bold en een sms contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 10]
Contact gebruiker Blackberry en gebruiker met het telefoonnummer [telefoonnummer 11]
Datum : 25-11-2015 te 09:48:24 uur
Afzender : [telefoonnummer 11]
Inhoud : Hallo ben je vandaag beschikbaar?
Datum : 25-11-2015 te 10:51:34 uur
Afzender : [telefoonnummer 11]
Inhoud : Ik wil voor een vluggertje langskomen.
11. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 14 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , doorgenummerde pagina’s Z01- 04 055-060.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 14 april 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven:
V: Wat vertelde ze?
A: Ze zei dat ze foto’s van [verdachte] moest maken.
A: [naam 18] is haar werknaam. Zo moest ik haar noemen van haar. En van [verdachte] . Als ik met [verdachte] sprak over haar moest ik haar [naam 7] noemen en ook bij vrienden moest ik geen [persoon] zeggen maar [naam 7] .
V: Welke telefoon bedoelt hij?
A: Volgens mij een Samsung, maar die heb ik niet gehad. Ik heb wel een blackberry gehad, dat was later en omdat mijn telefoon stuk was.
12. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 10 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina Z01- 05 045.
Aanleiding
In het onderzoek [onderzoek A] heeft getuige [persoon] verklaard dat zij in de woning van een [medeverdachte 2] seks heeft gehad met drie mannen. Uit onderzoek is gebleken dat dit de woning van [medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] betreft. De woning bevindt zich op de [adres 2] te [plaats 1] .
Waarnemingen in woningWij, verbalisanten, zagen dat, bij binnenkomst in de woning, de eerste deur aan de rechterzijde de slaapkamer van [medeverdachte 2] betrof. Bij binnenkomst in de slaapkamer zagen wij dat aan de rechterkant een houten kledingkast stond. Onder het raam zagen wij een tweepersoonbed met ijzeren frame en voorzien van een roodkleurig hoeslaken met daarop een blauw/wit kleurig dekbed. Voor het ramen zagen wij beigekleurige stoffen gordijnen hangen.
13. het proces-verbaal van bevindingen advertentie [website 2] met nummer 2015269398 van 13 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina Z01- 06 001.
Door [website 2] B.V. zijn de volgende gegevens verstrekt welke beschikbaar zijn de database:
Business : [naam 7]
Ph_nr : [nummer 5]
Email : [e-mailadres]
Password : [wachtwoord]
14. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 7 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 10] , doorgenummerde pagina Z01- 04 033.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 7 maart 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] , zakelijk weergegeven:
V: Gebruiken je vrienden andere namen?
A: Heel soms noemen ze me bij de naam van mijn broer. Dat is [bijnaam medeverdachte 2] . [bijnaam medeverdachte 2] .
15. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 8 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina Z01- 04 042.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 8 maart 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] , zakelijk weergegeven:
V:Je advocaat vertelde dat je iets wilde vertellen over de Whatt App gesprekken.
A: Ik had tegen dat meisje gezegd ga naar huis, ga niet naar [verdachte] . Ik heb haar een keer gezien en dat was ook de laatste keer.
V: Kun je uitleggen waarom?
A: Ik zag aan het meisje, ze zag er angstig uit. Ze had een t-shirt aan en geen jas. Ze had het koud. Ik heb haar mijn vest gegeven.

5.Waardering ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde

5.1
Het standpunt van het Openbaar MinisterieDe officier van justitie heeft zich op grond van het hetgeen hiervoor onder 4.1. is opgenomen op het standpunt gesteld dat het onder 2ten laste gelegde (bevorderen van ontucht met een derde) eveneens bewezen kan worden.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op grond van het hetgeen hiervoor onder 4.2. is opgenomen op het standpunt gesteld dat verdachte bij gebreke van wettig en overtuigend bewijs ook van het onder 2 ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de hiervoor onder 4.3 weergegeven bewijsoverwegingen is de rechtbank – met de officier van justitie en anders dan de raadsvrouw – van oordeel dat eveneens bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bevordering van ontucht met een derde in vereniging. De bewijsoverwegingen die hiervoor onder 4.3. zijn weergeven worden geacht hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
In aanvulling daarop overweegt de rechtbank dat de huisvesting van het slachtoffer bij de woning aan de [locatie 3] door verdachte er enkel toe strekte om het vertrouwen van het slachtoffer te winnen en haar vervolgens aan te zetten tot het hebben van ontucht met derden. Verdachte heeft het slachtoffer daartoe aangezet door onder meer haar jas af te pakken in de wintermaanden, te weten medio november, kort voordat zij in de auto stapte van de drie klanten, waardoor er op het slachtoffer blijkens haar verklaring een zodanige psychische druk kwam te liggen dat zij zich gedwongen voelde om over te gaan tot het verrichten van seksuele handelingen met de drie mannen. Het afnemen van de jas in de wintermaanden en het tijdelijk huisvesten van het slachtoffer kunnen naar het oordeel van de rechtbank als andere feitelijkheden worden gekwalificeerd op grond waarvan verdachte het slachtoffer heeft aangezet tot het ondergaan van ontuchtige handelingen met derden.
5.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
1. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 8 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 001-003.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 3 december 2015 afgelegde verklaring van het slachtoffer [persoon] , zakelijk weergegeven:
Ik ben een weekje weggeweest uit [jeugd behandelcetrum] . Mijn stiefvader ging in de Apollohal een basketbalwedstrijd scheidsen en daar ging ik met mijn moeder naartoe. Toen ben ik weggelopen naar het Krugerplein naar een belwinkel. Ik heb daar [verdachte] gebeld, ik ken hem al heel lang, heb met hem op de peuterspeelzaal gezeten. Ik zei tegen [verdachte] dat ik het hier, in [jeugd behandelcetrum] , niet leuk vond en dat ik eigenlijk wel weg wilde. [verdachte] zei dat dit kon en dat ik bij mijn eerste verlof al weg had moeten gaan. Hij kwam mij ophalen met ‘ [naam 8] ’. We zijn toen bij de [locatie 3] geweest, dat is een huis van [verdachte] . [verdachte] woont bij de [adres 1] , maar dat huis is van iemand die hij kent. Ik ben daar 1 nacht geweest samen met [naam 9] en [verdachte] . De volgende ochtend hadden we met iemand een afspraak van escort of zoiets. Om te kijken of ik geschikt was. Deze afspraak was voor de Albert Heijn achter de Dam. Ze vroegen of ik het wilde doen en ik zei, omdat er geen geld was, dat ik het misschien voor 1 keer wel wilde doen. Ik zou dan mee moeten met die man en dan zou ik de volgende dag teruggebracht worden. Maar dat ging niet goed. Die man zei dat hij nu 1500 zou betalen, maar dat ik dan wel de hele nacht mee moest. [verdachte] zei toen dat hij mee wilde maar dat wilde die man niet. Toen zijn we naar [naam 10] gegaan bij de brandweerkazerne. In die lounge kwamen [medeverdachte 1] en [naam 11] (fonetisch) ook. [verdachte] vroeg toen aan [medeverdachte 1] of ik bij haar kon slapen, bij begeleid wonen, het huis van [getuige 5] . Dit huis staat als je net [locatie 2] binnenrijdt acht een heel groot grijs gebouw met een klok en het is precies die straat daarachter. Een Marokkaanse jongen van ongeveer 21 jaar bracht ons met de auto naar de woning in [locatie 2] toe.
Een uurtje later kwam hij (
Rechtbank: uit de verklaring volgt dat hier [verdachte] wordt bedoeld)het huis weer binnenlopen. [verdachte] zei toen dat er twee klanten beneden stonden en dat ze betaald hadden en dat ik daar zou slapen. Toen ik die auto in wilde stappen zei [verdachte] dat ik mijn jas moest afgeven. Ik heb hem toen afgegeven. Toen ik in de auto zat zei [verdachte] nog door het raam dat er voor 3 was betaald en niet voor 2. Er zaten ook 3 mannen in de auto. Ik kende twee mannen niet en van eentje weet ik alleen zijn naam, [medeverdachte 2] . Maar ze noemen hem [bijnaam medeverdachte 2] (fonetisch) omdat hij heel donker is. We gingen toen naar [locatie 1] , tegenover een autobedrijf [naam 14] (fonetisch). Ik heb daar seks gehad met die drie mannen. [medeverdachte 1] wilde ook klanten regelen voor mij. [verdachte] heeft nog steeds mijn dure jas, een grijze Moncler. [verdachte] had dit geregeld. [verdachte] kende die jongens van de buurt van Oost. [verdachte] ging met die auto praten die mij ophaalde voordat ik instapte. Volgens mij was er 300 euro betaald. Dat is de derde dag gebeurd vanuit [locatie 2] . Ik deed het voor geld om buiten te kunnen overleven. Het kwam eerst hier binnen te sprake, ik zei dat ik de groep niet leuk vond en dat ik weg wilde. [verdachte] zei dat ik gewoon naar buiten moest gaan en dat er altijd wel een manier was om geld te maken. De seks kwam voor het eerst ter sprake na de nacht bij de [locatie 3] . Hij zei als ik goed was en ik was met 10 minuten klaar had ik wel het bedrag voor een uurtje. Ik heb gezegd dat het goed was en dat ik het wel 1 avond wilde doen. Ik zei dat ik het wel wilde proberen, maar als ik het niet leuk vond wilde ik stoppen. Hij zei dat we dan wel zouden zien, daar praten we dan wel over zei hij. [verdachte] zei de helft voor mij en de helft voor hem omdat hij de klanten regelt, mij naar klanten brengt en buiten wacht.
2. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 4 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 006-012.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 3 december 2015 afgelegde verklaring van het slachtoffer [persoon] , zakelijk weergegeven:
V: Zijn er nog dingen met [verdachte] besproken wat je dan zou kunnen doen?
A: een andere optie was dat escort gedoe en er was nog eentje maar die weet ik niet meer.
v: Wat bedoel je met escort gedoe?
A: Gewoon seks hebben voor geld. Dit bespraken we ook voordat ik wegliep. [verdachte] zei dat er genoeg te doen was buiten. Als iemand het mooi voor mij praat, binnen een kwartier heb je een mooi bedrag. Moet je nagaan als je dat elke dag doet. Ik vond dat goed. Maar niet op die manier dat ik in 1 keer 3 klanten krijg, geen geld krijg en mijn jas wordt afgepakt. Als je me dan in een t-shirt laat staan heb ik geen respect meer voor je.
V: Wanneer ging je met je moeder naar je stiefvader?
A: Op zaterdag 21 november.
Daar heb ik gebeld naar [verdachte] op zijn nummer [telefoonnummer 2] , dit is een witte Samsung. Hij heeft ook een werktelefoon en die heeft hij nu aan [medeverdachte 1] gegeven. Nummer van die telefoon is [telefoonnummer 3] , dat is een Blackberry Bold. In het huis in [locatie 3] hadden we al een beetje besproken om escortwerk te gaan doen, daarna zijn we een hotel gaan zoeken. De volgende ochtend moesten we wachten op een man die een bedrag zou betalen. [verdachte] en [naam 8] en [naam 11] hadden iets afgesproken met die man. We gingen naar de Albert Heijn achter bij de Dam. [verdachte] zei dat deze man 3.000 euro moest betalen en dat [verdachte] nu een voorschot wilde. De man zei dat hji 1500 had en dat hij dat kon betalen maar dan moest ik wel gelijk mee. Ik mocht alleen mee als hij 3000 euro kon laten zien. We gingen toen naar [naam 10] . Die man zei toen dat hij het geld niet had. Uiteindelijk heeft hij zich teruggetrokken.
V: Wie was die man?
a: Volgens mij een man uit Zwolle. [verdachte] kreeg dan 3.000 euro en die man zou een deel krijgen wat ik zou verdienen.
V: Zondagavond zat je in [naam 10]
A: Van zondag op maandag heb ik met [medeverdachte 1] bij [getuige 5] in [locatie 2] geslapen. Op maandagochtend kwam [verdachte] met schone kleren voor mij. [verdachte] zei later dat er zo een klant kwam die mij ging ophalen. [verdachte] zei dat ik mijn jas moest afgeven omdat hij anders bang was dat ik weg zou gaan.
V: je vertelde net dat [verdachte] 1 van die jongens had geappt over dat je geld wilde verdienen. Ook waarmee?
A: Ja met seks voor geld.
V: Wanneer is er betaald?
a: Vooraf. Dat heb ik niet gezien. [verdachte] liep toen naar de auto en zei tegen [naam 8] dat hij met mij moest wachten. [verdachte] stapte toen in de auto en ging een heel klein stukje in de auto rijden. Toen ze weer terug waren stapte [verdachte] weer uit en zei [verdachte] dat ik in de auto moest stappen. Boven had [verdachte] al gezegd dat ik mijn jas moest afgeven omdat hij niet wilde dat ik wegging. Voordat ik de auto instapte gaf ik mijn jas af. Een grijze Moncler jas, aan de binnenkant was het een zachte berenstof.
V: Toen je bij die jongens instapt, had jij toen enig idee hoe en wat en hoelang?
a: Ja, totdat ze klaar zouden komen. [verdachte] zei eerst dat het twee waren maar later zei hij er is betaald door 3. [verdachte] zei dat er alleen betaald was voor pijpen. [medeverdachte 2] wilde meer doen maar ik zei dat dat niet de afspraak was en dat ik [verdachte] wilde bellen hierover. [medeverdachte 2] ging moeilijk doen en zei dat hij geen beltegoed had. Ik had geen jas enzo dus toen heb ik het maar gedaan. De eerste was de bestuurder. Ik heb met hem seks gehad. Het was pijpen en seks in de douche. Ik heb hem gezoend en vaginale seks gehad. Daarna ging ik aankleden en aan tafel zitten, wat roken, blowen en ging ik met die Pakistaan, [naam 15] seks hebben.
V: Hoe ging dat?
a: Hem heb ik ook gepijpt en seks mee gehad. Het ging ook heel stroef.
Hoe ging het met [medeverdachte 2] ?
a: Toen de andere twee weg waren wilde [medeverdachte 2] hetzelfde als die andere twee jongens.
V: hoe ging dat?
A: hetzelfde als bij die andere. Eerst pijpen en dan beginnen. Ook met condoom.
V: En toen?
a: Toen gingen we slapen. In het tweepersoonsbed, in een kamer als je binnenkomt rechts. Dit was de slaapkamer van [medeverdachte 2] .
V: hoe kun je die slaapkamer omschrijven?
a: Recht heb je een houten kast, voor op de grond heb je zijn schoenen. Er staat een ijzeren tweepersoonsbed. Er hingen stoffen gordijnen, beigekleurig, die lieten een beetje licht door.
V: Nu is er ook gesproken dat er seks met iemand moest plaatsvinden met iemand waarbij het voor jou de druppel was.
A; ze hadden een site ofzo. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat er een Afrikaanse man was, een wat oudere man, die mij 300 euro wilde betalen en een hotel als ik met hem mee zou gaan. [medeverdachte 1] zei namelijk dat we [verdachte] niks gingen zeggen van deze klant en dat zij dan de helft zou krijgen en ik de helft. [medeverdachte 1] zei dat ze dit via via had geregeld.
3. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 9 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 03 016-023.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 8 december 2015 afgelegde verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
V: Wat weet je dan?
A: Volgens mij gaat het om [persoon] . Toch?
V: Ja dat zou inderdaad kunnen. Het gaat onder andere om [persoon] . Wat had je tegen [persoon] gezegd?
A: Ik weet met wie ze zou weglopen waar ze naartoe zou gaan en ik weet dat het niet goed was omdat personen tegen mij hadden gezegd wat ze met haar zouden gaan doen. Ik zei tegen haar dat ze gewoon verkocht zou worden, dat ze behandeld zou worden als vuil. Maar ze zie tegen me; Maar als ik wegloop zonder diegene heb ik geen geld, ik ben afhankelijk van diegene.
V: Is ze toch weggegaan.
A: Ja toen zochten mensen haar nog buiten. Maar de persoon met wie ze zou weglopen, waar ze naartoe zou gaan als ze was weggelopen, ik ken diegene ook. En drie andere mensen die erbij waren, die ken ik ook.
V: Wil je zeggen wie dat zijn?
A: Ze hadden [persoon] bij een klant afgezet en ze waren haar kwijt. Ze was op strat gezet door die jongen toen ze klaar waren.
V: Ik hoor je ook zeggen dat je op zoek ging naar [persoon] . Hoe ging dat dan? Waar was je dan?
A: [persoon] was op straat gezet en ze hadden haar jas afgepakt in de ochtend omdat ze niet weg mocht gaan. En die jongen had haar op straat gezet.
V: Je zegt dat je [persoon] hebt gewaarschuwd. Weet je of die waarschuwing heeft geholpen of dat [persoon] echt wat is overkomen?
A: Ik weet wel dat-uhm, [persoon] dingetjes heeft gedaan.
V: Dingetjes?
A: Seksuele handelingen voor geld.
V: weet je ook of ze dat geld zelf heeft gehouden?
A: Nee tuurlijk niet.
V: Weet je hoe vaak dat is gebeurd dan?
A: Toen die dinsdag dat ik was weggelopen, had ik gehoord, dat ze drie keer die dag daarvoor, dat de ze drie keer iemand had gepijpt ofzo. Verder heb ik niet gehoord dat.. owjah, dat was in de ochtend, was ze met een klant of zo.
V: Een (1) iemand drie keer of drie verschillende?
A: Nee verschillende.
V: En van wie had je dat dan gehoord?
A: Van diegene zelf. Van degene die haar heeft verkocht.
V: Want we hebben het wel over dezelfde persoon, dat is wel duidelijk.
A: Wie dan?
V: Over [verdachte] .
A: …
O: Getuige lacht.
V: je zegt, aantrekken en afstoten, wanneer begon hij daarmee?
A: Euhm… de ene dag heel lief, de andere dag uitschelden, zodat ze weer achter hem aankwam.
V: Hoe lang was de periode, wanneer begon hij hiermee?
Zeker wel drie maandjes, zoiets.
V: Dus vanaf het begin af aan eigenlijk al.
A: Ja want hun kennen elkaar al van de peuterklas.
V: Weet je ook hoe ze gingen afspreken dan op het moment dat ze ging weglopen?
A: Hij had euhm… foto’s van haar gemaakt. Dat ze naakt was enzo. Dat heeft hij aan mij laten zien, en hij zei van, misschien kan ik haar daarmee dwingen ofzo.
V: Waar had hij die mee gemaakt dan?
A: Met zijn telefoon. Met zijn witte telefoon, de Samsung.
V: Waarvoor had hij dat gemaakt?
A: Om haar denk ik te dwingen ofzo. Maar ik weet niet of hij het heeft gemaakt of iemand anders maar het stond wel op zijn telefoon. En dan in haar BH en in haar onderbroek.
V: Hoe kwam [persoon] bij die klanten terecht dan?
A: [verdachte] .
V: Via [verdachte] .
A: Ik denk het wel.
V: Wil ik toch nog even terugkomen op het dwingen, en wat je vertelde op afstoten en lief doen. Hoe was het dwingen? Je had al verteld dat hij haar jas had afgenomen.
A; ja dat heeft hij samen met een vriend gedaan zodat ze niet weg kon, zodat ze echt geen kans had om weg te gaan. Omdat het buiten koud was ofzo, dat is mij verteld.
V: Dat heeft [verdachte] jou verteld.
A: Ja, ze hebben, hij heeft gezegd, wij, ze kan niet ver zijn, d’r jas is afgepakt, ze heeft het koud.
4. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 18 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina Z1- 03 046.
Op vrijdag 18 december 2015 heb ik, verbalisant, telefonisch contact opgenomen met [persoon] in [jeugd behandelcetrum] . In het onderzoek had ik, verbalisant, nadere vragen over de kelding die [persoon] droeg op verschillende momenten in de week dat zij was weggelopen uit [jeugd behandelcetrum] . Ik, verbalisant, vroeg aan [persoon] wat zij droeg tentijde van het maken van de foto in de woning bij [locatie 3] , wie de foto maakte en waarmee. Zij antwoorde hierop: “ [verdachte] maakte de foto met zijn telefoon, de Samsung. Deze foto werd gemaakt hij het raam in de woonkamer, bij de gordijnen. Ik droeg toen een spijkerbroek met een gat ter hoogte van de knie. Ik droeg een zwart shirtje met daarop een vrouw met rode lippen en zij kust haar middelvinger.” Op de vragen waar, wanneer, door wie en waarmee deze foto’s zijn gemaakt antwoordde [persoon] : “Ik heb deze foto’s zelf gemaakt in de badkamer in de woning van [getuige 5] bij [locatie 2] . Dit was de avond toen ik daar ging slapen, de eerste avond in [locatie 2] . Ik heb deze foto gemaakt met de Iphone 5 van [medeverdachte 1] . Ik had een roze kanten string van de H&M aan en een grijs truitje. Op de vraag of er nog op andere plekken foto’s zijn gemaakt van [persoon] in lingerie antwoordde [persoon] : “Ja, [medeverdachte 1] heeft er nog met haar Iphone foto’s gemaakt op de bank/ Ik droeg toen dezelfde spijkerbroek als op de foto die gemaakt is bij de [locatie 3] en ik had de tijgerprint BH wit/beigekleurig aan. Op de vraag waarom [medeverdachte 1] deze foto’s van [persoon] maakte antwoordde [persoon] : “ [medeverdachte 1] zei dat deze foto’s nodig waren voor een klant”.
5. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 21 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 001-011.
Aanleiding onderzoek:Op 08 december 2015 werd de hierna genoemde verdachte [verdachte] buiten heterdaad aangehouden vanwege het feit dat hij verdacht werd van mensenhandel. Tijdens deze aanhouding werd het volgende goed bij de verdachte in beslag genomen:
Soort: Mobiele telefoon
Kleur: Wit
Merk: Samsung Galaxy Note 2
23 november 2015:Op de [nummer 2] en [nummer 3] wordt een foto van een vrouw gekleed in een blauwe spijkerbroek waarvan het bovenlichaam kennelijk ontbloot is aangezien er een gedeelte van de buik te zien is. Deze foto is verstuurd door de gebruiker van de Samsung telefoon aan ‘ [naam 16] ’. Deze blauwe spijkerbroek vertoont meerdere scheuren. Twee scheuren ter hoogte van de knieen en een ter hoogte van de linkerheup. Op de [nummer 4] wordt een andere foto door de gebruiker van de Samsung verstuurd. Op deze foto is te zien dat een vrouw geknield op de vloer van een badkamer zit. Deze vrouw is aan de achterzijde te zien. Deze vrouw is gekleed in een roze string en een grijze truitje.
Contact ‘ [naam 4] ’Vanaf 28 november 2015 te 13.51 uur is er een chat contact tussen de Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen als ‘ [naam 4] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 4] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 28 november 2015 te 15.04.56 uur
Afzender : [naam 4]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Wat is je naam eigenlijk?
Datum : 28 november 2015 te 15.05.08 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [naam 4]
Inhoud : [verdachte] .
Contact ‘Collega’Vanaf 22 november 2015 te 21.23 uur is er een chat contact tussen Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen aks ‘Collega’ met telefoonnummer [telefoonnummer 5] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 23 november 2015 te 13.51.04 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 1]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.09 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 2]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.16 uur
Afzender : Collega
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [website 3]
Datum : 23 november 2015 te 13.51.54 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Op alle 3 zetten
Datum : 23 november 2015 te 15.38.02 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Ze staat op 2 van de 3
Datum : 30 november 2015 te 0.25.19 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : Collega
Inhoud : Als je der overneemt 1500 maar je kan ik termijnen paiso en anders gewoon 80% per klant
Contact ‘ [bijnaam medeverdachte 2] Nieuw’
Vanaf 24 november 2015 te 11.04 uur is er een chat contact tussen de Whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een contact, die in de telefoon staat opgeslagen als ‘ [bijnaam medeverdachte 2] nieuw’ met telefoonnummer [telefoonnummer 6] . In deze chat zijn onder andere de volgende berichten verstuurd en ontvangen.
Datum : 24 november 2015 te 12.04.28 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ik ga der wakker maken dan komt ze zou jou kant op
Datum : 24 november 2015 te 12.05.53 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Inhoud : Ik laat iemand der op halen ik ben nu aan het appen
Datum : 24 november 2015 te 12.13.02 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Inhoud : Breng meer klante dan ben jij gratis
Datum : 24 november 2015 te 12.29.39 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ze zegt en der jas
Datum : 24 november 2015 te 12.33.53 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Ze heeft geen jakka
Datum : 24 november 2015 te 13.18.03 uur
Afzender : [bijnaam medeverdachte 2] nieuw
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : Jr pakt zomaar der jakkan i kan ze niet weg
6. het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2015269398 van 25 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina Z1- 03 053.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 25 januari 2016 afgelegde verklaring van [getuige 5] , zakelijk weergegeven:
Van mijn vriendin [medeverdachte 1] hoorde ik dat [persoon] aangifte had gedaan tegen [medeverdachte 1] en [verdachte] . Toen ik haar bij de McDonald’s zag vertelde zij dat zij ‘groot’ geld ging verdienen en met mannen naar bed zou gaan. Ik waarschuwde [persoon] dat mannen misbruik van haar zouden gaan maken. Zij zou het geld van ver krijgen, uit Zwolle of zoiets. [persoon] denkt dat het een setup is geweest van [medeverdachte 1] en daarom het geld nooit heeft gekregen en vervolgens aangifte heeft gedaan. Ik heb van [persoon] en [medeverdachte 1] gehoord, dat [persoon] ook foto’s van haar lichaam naar mannen door stuurt. Dat waren de mannen met wie zij naar bed zou gaan voor geld.
V: Welk adres woon je ook alweer?
A: [adres 2, nummer 1] .
7. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 18 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina’s Z1- 05 009-013.
In onderzoek [onderzoek A] zijn middels een vordering 126nd de camerabeelden opgevraagd welke beschikbaar zijn van het appartementsgebouw [adres 2, nummer 2] te [plaats 1] . Het betreft de opnames over de periode 23 november 2015, 15:00 uur tot 24 november 2015, 04:52 uur. Uit de beelden van de woningbouwvereniging [naam 17] blijkt dat onderstaande personen gedurende de dag en avond van 23 november 2015 zich in wisselende samenstelling bewegen in en om de entree, in de hal voor de lift en in de lift van het appartementencomplex [adres 2, nummer 2] te [plaats 1] .
Op foto 10, tijdstip 23:48:03 uur is te zien dat [persoon] terug komt lopen, nu met een zwart shirt aan. Kennelijk heeft [persoon] zichzelf omgekleed in het gedeelte van de entree zonder camerazicht. Na enkele minuten gaat [persoon] naar buiten toe, samen met [naam 9] en [verdachte] .
8. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 9 februari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s Z1- 05 022-027.
In het onderzoek [onderzoek A] is op 3, 16 en 18 december 2015 de getuige [persoon] gehoord. Zij verklaarde dat zij in de woning van [getuige 5] , [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] een foto van zichzelf in string in de badkamer heeft gemaakt en dat er op de bank een foto van haar is gemaakt waarop zij in bh zit. Op fotonummer 28 en fotonummer 28a is een blauw gemêleerde vloer, lijkend op vinyl te zien. Ik zag tijdens de schouw dat in de gehele woning van de [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] een blauw gemêleerde vinyl/marmoleum vloer lag.
- Op fotonummer 28a uit de fotoserie [onderzoek A] is tevens een blauwe vloer te zien, lijkend op de vloer in de woning van de [adres 2, nummer 1] te [plaats 1] .
- De twee handdoeken, aangetroffen in de wasmand in de woonruimte van [getuige 5] , zijn handdoeken die gelijkenis vertonen met de handdoeken waarmee [persoon] staat afgebeeld op fotonummer 28a. De vormen van Minnie Mouse op foto 6 komen overeen met de vormen die te zien zijn op de handdoeken op [persoon] haar schoot. Ook is er een hartje te zien die staat afgebeeld op foto 6, alszijnde de punt op de ‘i’ van Minnie Mouse. Tevens komen de stippen op de boven- en onderkant van de handdoek op foto 6 overeen met de stippen op de boven- en onderkant van de handdoek op foto 6 overeen met de stippen op de handdoek bij [persoon] . Wat betreft de handdoek op foto 7, de tekst en lettertype, komen overeen met de handdoek die [persoon] op schoot heeft op fotonummer 28a.
Op fotonummer 27 uit de fotoserie van [onderzoek A] is te zien dat [persoon] geknield op vermoedelijke badkamervloer zit.
- Op fotonummer 7 is de handdoek te zien, lijkend op de handdoek waarop [persoon] geknielf zit.
- Op foto 8 en 9 is te zien dat de kleur van de want- en vloertegels overeenkomen met de tegels afgebeeld op fotonummer 27 uit de fotoserie. Ook komt de plek, ten opzichte van de tegels, overeen met het afvoerputje afgebeeld op fotonummer 27. Tevens is op fotonummer 27 te zien dat de deur aan de onderzijde is beschadigd en dat er verf is afgebladerd. Op foto 8 en 9 is te zien dat over de gehele breedte van de badkamerdeur verf is afgebladerd. Het lijkt hier te gaan om dezelfde beschadiging die te zien is op fotonummer 27.
9. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 27 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 084-093.
De chatgespreken zijn tussen [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] en een ander contact. Uit eerder onderzoek is bleken dat het account [naam 3] en het bijbehorende telefoonnummer in gebruik zijn bij verdachte [verdachte] .
Contact [naam 5]Tussen 5 augustus 2015 en 13 september 2015 is er chatcontact tussen de whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] en een contact, die in de telefoon genoemd staat als ‘ [naam 5] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 8]
Datum : 14-08-2015 te 20.26.24 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ik heb mijn keuze al gemaakt [verdachte] maar jij neemt mij nii serieus kijk hoe je naar die wijven van deze groep kijkt”
Datum : 14-08-2015 te 20.26.37 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ze zeggen dat je elke dag daar staat”
Datum : 14-08-2015 te 20.26.48 uur
Afzender : [naam 5]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Heledag die [persoon] roepen”
Datum : 14-08-2015 te 20.27.28 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [naam 5]
Inhoud : “Ik ken die [persoon] al sinds klein he”
Contact [medeverdachte 1]Tussen 18 november 2015 en 30 november 2015 is er chatcontact tussen de whatsapp gebruiker [naam 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] en een contact, die in de telefoon genoemd staat als ‘ [medeverdachte 1] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 9]
Datum : 21-11-2015 te 12.14 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ey [persoon] komt naar jou vandaag tog”
Datum : 21-11-2015 te 15.06 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Het is wel de bedoeling dat dat komt jaah mohim ik ga der zeggen”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.25 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Ze is sins 14:45 buiten”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.30 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Waar”
Datum : 21-11-2015 te 15.10.48 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Apollo hal ofzo”
Datum : 23-11-2015 te 00.05.45 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “stuur me dalijk die fotos”
Datum : 23-11-2015 te 00.41.58 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “ze zegt ze heeft geen goede bh aan”
Datum : 23-11-2015 te 01.17.01 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [medeverdachte 1] stuurt een tweetal foto’s.
Datum : 23-11-2015 te 01.29.51 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : [medeverdachte 1] stuurt een foto.
Datum : 23-11-2015 te 01.47.24 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Oke [persoon] maak meer”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.22 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Haal d voor me op”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.47 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Waar bedoel ik”
Datum : 24-11-2015 te 12.06.52 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “ [locatie 1] ”
Datum : 24-11-2015 te 12.09.13 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Maar d is ook klaar en moet gehaald worden”
Datum : 24-11-2015 te 13.08.32 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Ewa die aiso heeft geen jacka toch”
Datum : 24-11-2015 te 13.23.49 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Maar is wel zonden je geld wat je hebt uitgegeven”
Datum : 24-11-2015 te 13.24.31 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Heb ik gister weer terug verdiend”
Datum : 24-11-2015 te 14.29.08 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Doe snel er is klant”
Datum : 24-11-2015 te 14.29.26 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Van die site dus weel sjans”
Datum : 25-11-2015 te 09.57.54 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Doe dat maar dan ga jij wel controlen moeten houden dus alles wat zij verdiend pa he gewoon af”
Datum : 25-11-2015 te 10.16.31 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Heb je al klanten”
Datum : 25-11-2015 te 10.17.06 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Eentje sms toevallig net ben je vandaag beschikbaar”
Datum : 27-11-2015 te 00.44.09 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “Ik ga jouw wat leren it takes money to make money over dit stukje van [x] ga ik jouw de leiding geven hoeveel der binnen komt 50% van dat is voor jouw ik ga kijken als ik je blind kan vertrouwen dus jouw taak is mij die andere 50% zonder te sjoemelen met de prijs ben je met dat ga ik je met andere zaakje betrekken bijvoorbeeld die torrie met die kamboes ik breng je dan in contact met mijn conect mag je zelf gaan inkopen en witwassen verdien je elke week sowieso een paar barkies net zoals wij doen dusja bewijs jezelf maar dan hou ik me aan me woord dat ik je stang zet”
Datum : 27-11-2015 te 10.16.31 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “Eey ze doeg nu al moeilijk ik had een afri voor 200 maar ze wilt niet”
Datum : 27-11-2015 te 17.38.55 uur
Afzender : [medeverdachte 1]
Ontvanger : [naam 3]
Inhoud : “ [verdachte] stuur is die pica’s van [persoon] ”
Datum : 27-11-2015 te 17.39.03 uur
Afzender : [naam 3]
Ontvanger : [medeverdachte 1]
Inhoud : “ [naam 18] ” Hierop stuurt [naam 3] vier foto’s naar [medeverdachte 1] waarop [persoon] onder andere staat afgebeeld in haar slip en in haar bh.
10. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 10 februari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , doorgenummerde pagina’s Z1- 14 169-170.
Op vrijdag 4 december 2015, is na overleg met de officier van justitie J. de Boer, de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] heimelijk in beslag genomen. Gegevens mobiele telefoon:
Soort : Mobiele telefoon
Kleur : wit
Merk : Blackberry 9780 Bold
Telefoonnummer : [telefoonnummer 3]
SMS-berichten
In dit proces-verbaal zal ik enkele sms berichten uitlichten, die zijn gevoerd tussen de gebruiker van de Blackberry 9780 Bold en een sms contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 10]
Contact gebruiker Blackberry en gebruiker met het telefoonnummer [telefoonnummer 11]
Datum : 25-11-2015 te 09:48:24 uur
Afzender : [telefoonnummer 11]
Inhoud : Hallo ben je vandaag beschikbaar?
Datum : 25-11-2015 te 10:51:34 uur
Afzender : [telefoonnummer 11]
Inhoud : Ik wil voor een vluggertje langskomen.
11. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 14 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , doorgenummerde pagina’s Z01- 04 055-060.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 14 apil 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven:
V: Wat vertelde ze?
A: Ze zei dat ze foto’s van [verdachte] moest maken.
A: [naam 18] is haar werknaam. Zo moest ik haar noemen van haar. En van [verdachte] . Als ik met [verdachte] sprak over haar moest ik haar [naam 7] noemen en ook bij vrienden moest ik geen [persoon] zeggen maar [naam 7] .
V: Welke telefoon bedoelt hij?
A: Volgens mij een Samsung, maar die heb ik niet gehad. Ik heb wel een blackberry gehad, dat was later en omdat mijn telefoon stuk was.
12. het proces-verbaal van bevindingen met nummer 2015269398 van 10 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina Z01- 05 045.
Aanleiding
In het onderzoek [onderzoek A] heeft getuige [persoon] verklaard dat zij in de woning van een [medeverdachte 2] seks heeft gehad met drie mannen. Uit onderzoek is gebleken dat dit de woning van [medeverdachte 2] , geboren 5 februari 1996 te [geboorteplaats] betreft. De woning bevindt zich op de [adres 2] te [plaats 1] .
Waarnemingen in woningWij, verbalisanten, zagen dat, bij binnenkomst in de woning, de eerste deur aan de rechterzijde de slaapkamer van [medeverdachte 2] betrof. Bij binnenkomst in de slaapkamer zagen wij dat aan de rechterkant een houten kledingkast stond. Onder het raam zagen wij een tweepersoonbed met ijzeren frame en voorzien van een roodkleurig hoeslaken met daarop een blauw/wit kleurig dekbed. Voor het ramen zagen wij beigekleurige stoffen gordijnen hangen.
13. het proces-verbaal van bevindingen advertentie [website 2] met nummer 2015269398 van 13 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina’s Z01- 06 001.
Door [website 2] B.V. zijn de volgende gegevens verstrekt welke beschikbaar zijn de database:
Business : [naam 7]
Ph_nr : [nummer 5]
Email : [e-mailadres]
Password : [wachtwoord]
14. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 7 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 10] , doorgenummerde pagina Z01- 04 033.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 7 maart 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] , zakelijk weergegeven:
V: Gebruiken je vrienden andere namen?
A: Heel soms noemen ze me bij de naam van mijn broer. Dat is [bijnaam medeverdachte 2] . [bijnaam medeverdachte 2] .
15. het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2015269398 van 8 maart 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina Z01- 04 042.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de op 8 maart 2016 afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] , zakelijk weergegeven:
V:Je advocaat vertelde dat je iets wilde vertellen over de Whatt App gesprekken.
A: Ik had tegen dat meisje gezegd ga naar huis, ga niet naar [verdachte] . Ik heb haar een keer gezien en dat was ook de laatste keer.
V: Kun je uitleggen waarom?
A: Ik zag aan het meisje, ze zag er angstig uit. Ze had een t-shirt aan en geen jas. Ze had het koud. Ik heb haar mijn vest gegeven.

6.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubrieken 4.4. en 5.4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
hij in de periode van 21 november 2015 tot en met 6 december 2015 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een persoon, te weten [persoon] geboren [geboortedatum] 2000,
- heeft vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van voornoemde [persoon] , terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en
- voornoemde [persoon] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, waarvan hij wist dat voornoemde [persoon] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van voornoemde [persoon] met een derde tegen betaling, terwijl die [persoon] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [persoon] bij [jeugd behandelcetrum] was weggelopen en niet over zelfstandige huisvesting beschikte en kon beschikken en niet over geld beschikte en kon beschikken
- die [persoon] opgehaald om in Amsterdam in de prostitutie te gaan werken en
- voor die [persoon] een slaapplek in de woning van verdachte's vader geregeld in [plaats 1] en
- voor die [persoon] kleding geregeld en
- met voornoemde [persoon] naar een afspraak achter de Dam gegaan met een potentiële klant en
- een of meer klant(en) voor die [persoon] geboekt en
- prijsafspraken met klanten gemaakt en
- geld van de klanten in ontvangst genomen en
- voornoemde [persoon] gedwongen bij klanten in een auto te stappen en hierbij haar jas heeft afgepakt opdat zij niet zou weglopen en
- voornoemde [persoon] bewogen seksuele handelingen met klanten te ondergaan en
- voornoemde [persoon] geen geldbedrag te geven;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
hij in de periode van 21 november 2015 tot en met 3 december 2015 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, het plegen van ontucht met een derde door een persoon te weten [persoon] geboren [geboortedatum] 2000, waarvan hij, en zijn mededader wisten dat zij de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door middel van een andere feitelijkheid - namelijk het regelen van een slaapplek en kleding en het beloven van geld terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [persoon] bij [jeugd behandelcetrum] was weggelopen en niet over zelfstandige huisvesting beschikte en kon beschikken en niet over geld beschikte en kon beschikken – bevordert, bestaande die ontucht uit het plegen van seksuele handelingen, namelijk vaginale en orale seks met derden
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, worden telkens slechts gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

7.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

8.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.Motivering van de straf

9.1.
Eis van de officier van justitie
Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.1. en 5.1. is weergegeven heeft de officier van justitie bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 14 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Bij het voorwaardelijk deel van de jeugddetentie dienen als bijzondere voorwaarden te worden opgelegd Toezicht & Begeleiding en het meewerken aan de behandeling vanuit De Bascule. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht en de begeleiding dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.2. en 5.2. is opgenomen heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde primair dient te worden vrijgesproken, subsidiair dat bij strafoplegging rekening gehouden dient te worden met de houding van het slachtoffer en het geringe leeftijdsverschil tussen het slachtoffer en verdachte. Het slachtoffer heeft immers in haar verklaringen meerdere malen naar voren gebracht dat zij het wilde. Ook zijn het slachtoffer en verdachte nagenoeg even oud, zodat geen sprake is van leeftijdsoverwicht. Voorts dient in de beoordeling te worden betrokken dat verdachte in het nieuwe schooljaar zal starten met een opleiding.
9.3.
Oordeel van de rechtbankDe hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met een ander een minderjarig en kwetsbaar meisje in de prostitutie gebracht en getracht haar daarin te houden en financieel van haar geprofiteerd. Dit rekent de rechtbank verdachte bijzonder aan. Mensenhandel waarbij iemand, in het bijzonder een minderjarige, in de prostitutie wordt gebracht is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden. Dat dit in het onderhavige geval ook zo is, blijkt uit de slachtofferverklaring. Verdachte heeft met zijn handelen ook de normale seksuele ontwikkeling van het slachtoffer doorkruist. Door deze wijze van handelen heeft verdachte bovendien een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer.
Bij de beoordeling van de ernst heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de verdere omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, waaronder de duur van de feiten, de mate van uitbuiting en de leeftijd en de houding van het slachtoffer. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd zal niet ten voordele van verdachte worden betrokken het geringe leeftijdsverschil tussen verdachte en het slachtoffer. Uit het verhandelde ter terechtzitting is immers gebleken dat verdachte verbaal sterk ontwikkeld is, hetgeen niet leeftijdsadequaat kan worden geacht. Hoewel verdachte biologisch gezien nagenoeg even oud is als het slachtoffer, is er – gelet op het vorenstaande – wel degelijk een zeer relevant overwicht te onderkennen. Verdachte heeft op geen enkele wijze blijk gegeven inzicht te hebben in het verwerpelijke van zijn handelingen en het slachtoffer slechts als object gezien. Het gedrag van verdachte kan als manipulatief en berekenend worden gekenmerkt.
Bij de beoordeling heeft de rechtbank ook het klinische multidisciplinaire Pro Justitia rapport van 29 juni 2016 betrokken. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling in de zin van een ernstige, in de kindertijd begonnen gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken. Deze gebrekkige ontwikkeling was, aldus het rapport, ook ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig. Verdachte heeft daardoor een oppervlakkig gevoelsleven en is sterk op zichzelf en eigen (materiële) behoeften gericht. Hij houdt weinig rekening met de behoeften van anderen, omdat hij een gebrekkig ontwikkeld empathisch vermogen heeft. Echter, tijdens de observatieperiode is er geen ernstige impulsiviteit, agressieregulatieproblematiek, beïnvloedbaarheid, cognitieve beperking en/of ernstige psychiatrische stoornis gezien, die maken dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden gezien, aldus de rapporteurs. Dat maakt dat de rechtbank verdachte dan ook volledig toerekeningsvatbaar acht.
Uit dit rapport komt verder naar voren dat behandeling, gezien de opvallende zelfbepalendheid van verdachte en de daarmee ontbrekende leerbaarheid en ontbrekende motivatie voor behandeling, nu niet goed mogelijk is. Geadviseerd wordt om een (deels voorwaardelijke) jeugddetentie op te leggen met toezicht van de reclassering op verdachte’s dagelijkse bezigheden als voorwaarde.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechtbank eveneens geadviseerd om deels voorwaardelijke detentie aan verdachte op te leggen, met daarbij als bijzondere voorwaarde dat de minderjarige wordt verplicht zich onder behandeling te stellen van (een deskundige) van de zorginstelling de Bascule. Voorts heeft de Raad aanleiding gezien om toepassing van het volwassen strafrecht te adviseren.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van een Uittreksel Justitiële Documentatie van 11 juli 2016. Hoewel verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, ziet de rechtbank niettemin termen aanwezig om verdachte niet als first offender aan te merken. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte eerder strafbare feiten heeft gepleegd die gericht waren op geldelijk gewin. Uit al het voorgaande volgt dat verdachte de onderhavige delicten wederom heeft gepleegd met het oog op persoonlijk geldelijk gewin. Gelet hierop zal verdachte dan ook worden aangemerkt als recidivist.
Gelet op de bijzondere ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de justitiële documentatie van verdachte acht de rechtbank onvoorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur passend en geboden, met daarbij als bijzondere voorwaarden de maatregel Toezicht & Begeleiding, uit te voeren door Reclassering Nederland, en meewerken aan de behandeling vanuit De Bascule. Nu verdachte ten tijde van het plegen van de strafbare feiten nog maar net de leeftijd van 16 jaren had bereikt en de vrees bestaat dat verdachte in een Penitentiaire Inrichting zal verharden in zijn gedrag, met alle gevolgen van dien, ziet de rechtbank – anders dan de Raad – geen aanleiding om toepassing te geven aan het volwassenen strafrecht.
Nu verdachte meermalen vermogens- c.q. geweldsfeiten heeft begaan, dient er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee te worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank zal daarom bevelen dat de genoemde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
10. Ten aanzien van de benadeelde partij [persoon] en de schadevergoedingsmaatregel
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat slechts de behandeling van een deel van de vordering van [persoon] niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Voorts is uit het voorgaande voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 6 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiële en immateriële schade heeft geleden. De rechtbank waardeert de materiële schade – zonder de kosten van de winterjas – op een bedrag van € 300,00 en de immateriële schade op € 750,00. De totale schade wordt aldus gewaardeerd op € 1.050,00. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot voornoemd bedrag zal worden toegewezen. Verdachte zal hoofdelijk worden veroordeeld om voornoemd bedrag te betalen aan [persoon] , behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
Het restant van de vordering levert wel een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom wordt de benadeelde partij [persoon] voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De benadeelde partij kan dit gedeelte van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van de benadeelde partij [persoon] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Wetboek van Strafrecht) aan verdachte opgelegd. Verdachte is hiermee gehouden aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [persoon] , te betalen de som van € 1.050,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat toepassing van die jeugddetentie de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald.

11.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de op 13 januari 2016 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam in de zaak met parketnummer 13/684027-14, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 20 januari 2015 van de meervoudige strafkamer te Amsterdam, waarbij verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 270 dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 73 dagen, niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Tevens bevindt zich bij de stukken een akte waaruit blijkt dat de kennisgeving, bedoeld in artikel 77bb juncto 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte is uitgereikt.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerlegging van dat voorwaardelijke strafdeel te gelasten.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 63, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77za, 77aa, 77dd, 248f en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

13.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 bewezen geachte:
mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van het onder 2 bewezen geachte:
met een minderjarige die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt door middel van een andere feitelijkheid, het plegen van ontucht door een derde bevorderen, terwijl het wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 14 (zegge: veertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 4 (zegge: vier) maanden, van deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (zegge: twee) jaren vast.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, geen medewerking heeft verleend aan het door Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door Reclassering Nederland te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door Reclassering Nederland te bepalen tijdstippen zal melden bij Reclassering Nederland, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt met een behandeling bij De Bascule.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Bepaalt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [persoon] toe tot een bedrag van € 1.050,00 (zegge: duizendvijftig euro).
Veroordeelt verdachte aan [persoon] voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [persoon] , te betalen de som van € 1.050,00 (zegge: duizendvijftig euro). Bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 10 (zegge: tien) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van de voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [persoon] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van de kinderrechter te Amsterdam van 20 januari 2015 met parketnummer 13/684027-14 opgelegd voorwaardelijk strafdeel, namelijk jeugddetentie voor de duur van 73 (zegge: drieënzeventig) dagen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P.E. Has, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. H.L.L. Briët en C. Klomp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Pieterse, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 augustus 2016.