Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
[gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
, was dat dit onherroepelijk door mij geaccepteerd kan worden, indien de laatste punten van mijn onderzoek conveniërend afgerond zijn. Qua planning, gaf ik aan nog ca. twee weken nodig te hebben, inmiddels is deze periodeverstreken en is zijn de onderzoeken afgerond. Hierbij kan ik u bevestigen dat ik nu in gelegenheid om toteen onherroepelijke koopte komen voor wat betreft de aandelen en bijbehorende zaken, zoals in onderstaande mail verwoord.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 11.500.000,00 biedt dan ben je mijn man’, of woorden van gelijke strekking.
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat [gedaagde] in rechte zal kunnen doen vaststellen dat [naam 1] deze uitspraak inderdaad heeft gedaan, aangezien de drie overige deelnemers aan het gesprek dat betwisten. Ook als er echter van wordt uitgegaan dat [naam 1] dit zo heeft gezegd, dan kon [gedaagde] dat redelijkerwijs niet opvatten als een aanbod tot verkoop van alle aandelen. In de eerste plaats was [naam 3] er niet bij en zijn geen omstandigheden gesteld die meebrengen dat [gedaagde] niettemin erop mocht vertrouwen dat dit aanbod ook namens hem werd gedaan. In de tweede plaats was het van meet af aan de bedoeling dat [naam 2] (een deel van) zijn aandelen zou houden en mee zou doen in de ontwikkeling van het pand. Op basis van de enkele uitspraak van [naam 1] mocht [gedaagde] er dan ook niet zonder meer vanuit gaan dat nu ook [naam 2] zijn aandelen wilde verkopen.
- € 77,75 aan dagvaardingskosten,
- € 619,00 aan griffierecht en
- € 816,00 aan salaris advocaat.