In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte op 7 september 2016 veroordeeld voor poging doodslag en vernieling. De zaak betreft een steekpartij die plaatsvond op 18 juli 2015 te Amsterdam, waarbij verdachte zijn vrouw, [persoon 1], met een mes verwondde. Tijdens de zitting op 24 augustus 2016 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. J. Ang, en de verdediging door raadsman mr. R.A. Korver. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte ten tijde van het delict leed aan een ernstige psychische stoornis, wat zijn handelen beïnvloedde. De rechtbank heeft de poging moord niet bewezen verklaard, maar wel de poging doodslag, waarbij het voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer wettig en overtuigend is bewezen. Verdachte is sterk verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, wat heeft geleid tot een gevangenisstraf van één jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging. De rechtbank heeft ook de schadevergoeding aan de benadeelde partij, [persoon 2], toegewezen, die schade heeft geleden door de vernieling van zijn auto. De rechtbank heeft de verbeurdverklaring van de gebruikte messen gelast en de beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de maatschappij en de behandeling van verdachte.