Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2016 in de zaak tussen
[de vrouw] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder. Eiseres ontving sinds 19 november 2013 een bijstandsuitkering, die per 1 januari 2015 was omgezet naar een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Verweerder heeft op 16 april 2015 de kostendelersnorm toegepast op de uitkering van eiseres, omdat er op haar uitkeringsadres nog twee meerderjarige personen stonden ingeschreven. Dit leidde tot een verlaging van haar bijstandsuitkering naar 43,33% van het wettelijk minimumloon.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 27 januari 2016 was eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde, terwijl verweerder niet aanwezig was. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en zich gebogen over de argumenten van eiseres, die aanvoerde dat de kostendelersnorm onterecht op haar werd toegepast, omdat zij een huurovereenkomst had met haar ouders.
De rechtbank overweegt dat de wetgeving duidelijk maakt dat bloed- of aanverwanten in de eerste of tweede graad niet meetellen voor de kostendelersnorm. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat de toepassing van de kostendelersnorm in haar geval onterecht was, en de rechtbank concludeert dat verweerder de norm op goede gronden heeft toegepast. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.