Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren – voor zover van belang – partijen en hun raadslieden aanwezig.
2.De feiten
Er werken nog altijd tolken voor immigratiedienst IND die gelieerd zijn aan het Eritrese dictatoriale regime. Dat zeggen bronnen binnen de Eritrese gemeenschap tegen OneWorld. Dit ondanks twee integriteitsonderzoeken die de IND vorig jaar liet uitvoeren.
[RH] Bij de Immigratie en Naturalisatiedienst werken tolken die verbonden zijn aan het dictatoriale bewind van Eritrea blijkt uit een onderzoek van het Magazine One World, dat is een blad over internationale samenwerking. Zorgelijk zegt [gedaagde] hoogleraar Internationale verantwoordelijkheid aan de Universiteit van Tilburg. Mevrouw [gedaagde] laten wij eerst eens even naar de feiten kijken hoe zeker is het dat die tolken bij de IND eeh dus inderdaad gelieerd zijn aan het bewind waarvoor de mensen voor wie ze tolken op de vlucht zijn. [ [gedaagde] ] Goedemiddag ehm het artikel in One World zegt niet dat er met zekerheid geconstateerd kan worden dat het zo is maar het zegt ook dat het zeker niet kan
Vandaag toch maar aangiftes gedaan tegen [gedaagde] en [journalist] wegens smaad en laster. Volgens [gedaagde] ben ik de spil van de Eritrese inlichtingendienst in Nederland..wauw. Smaad en laster is een ernstig misdrijf waar wel 2 jaar op staat. We zullen zien of het rechtsysteem voor alle Nederlanders is bedoeld… Luister naar de lariekoek: http:www.bnr.nl/…
3.Het geschil
I. voor recht te verklaren dat de uitspraak van [gedaagde] dat [eiser ] “
de spil is van de inlichtingendienst van Eritrea waarvan het centrum in Nederland is en dat is een bekend gegeven en feit” onrechtmatig is jegens [eiser ] ;
II. [gedaagde] te bevelen het doen van deze uitspraak, al dan niet in gewijzigde vorm, te staken en gestaakt te houden;
III. [gedaagde] te bevelen om zowel in het Nederlands als in het Engels en op eigen kosten gedurende vier weken een rectificatie te (doen) plaatsen op de homepage van de website www.eepa.be alsmede op de persoonlijke pagina van [gedaagde] op de website van de Universiteit van Tilburg, welke rectificatie eveneens gedurende drie maanden één keer per maand via het twitteraccount van [gedaagde] wereldkundig moet worden gemaakt en waarvan de tekst als volgt dient te luiden:
V. aan het gevorderde onder III en IV een dwangsom te verbinden van
€ 25.000,- per dag met een maximum van € 250.000,-;
VI. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van
€ 25.000,-;
VII. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
een bekend gegeven en feit” is. [eiser ] betwist dit uitdrukkelijk; hij heeft nimmer informatie doorgespeeld en kan niet van spionage of intimidatie worden beschuldigd. Eritrea staat bekend als een land waar een dictatuur is en waar wordt gemarteld. De uitspraak van [gedaagde] – in haar hoedanigheid als hoogleraar en bekend staand als serieuze wetenschapper – is derhalve een ernstige aantijging jegens [eiser ] , waarvoor geen steun is te vinden in het beschikbare feitenmateriaal. [gedaagde] heeft hiervoor immers geen bewijzen en baseert zich slechts op aannames. [eiser ] is in het interview aangeduid als “
de broer van de twee waar het om gaat” en dit is voor geïnteresseerde luisteraars voldoende om hem te identificeren. [gedaagde] heeft bovendien op geen enkele wijze wederhoor toegepast. Al met al is [eiser ] van mening dat de uitlatingen onrechtmatig jegens hem zijn. [eiser ] lijdt hierdoor materiële en immateriële schade. Hij wordt nog voortdurend met de voor hem negatieve gevolgen van het interview geconfronteerd. Zijn werkzaamheden bij Delta Lloyd heeft hij als gevolg van stressklachten moeten staken. De IND heeft inmiddels aan zijn broer en zus te kennen gegeven dat zij geen tolk/vertaalopdrachten meer krijgen.
4.De beoordeling
Although the commission was unable to visit Eritrea, it obtained first-hand testimony by conducting 550 confidential interviews with witnesses residing in third countries. It also received 160 written submissions. On the basis of this body of evidence, the commission found that systematic, widespread and gross human rights violations have been and are being committed in Eritrea under the authority of the Government. Some of these violations may constitute crimes against humanity.Op pagina 16 van dit rapport is onder meer opgenomen:
The spying web has its outposts outside Eritrea, used to control the Eritrean population in the various countries where they reside. Eritrean representations in foreign countries recruit spies to conduct surveillance of Eritreans in the diaspora. Allegedly, Government operatives are active in almost every other place where Eritreans live. Information obtained by the Commission indicates that, to conduct spying activities on their behalf, embassies often approach individuals from within the Eritrean communities abroad (…)Een en ander heeft geleid tot een resolutie van de Human Rights Council van de Verenigde Naties van 2 juli 2015 (productie II, 1 van [gedaagde] ) waarin het regime in Eritrea in ernstige bewoordingen wordt veroordeeld.
PFDJ-rules” zijn aangenomen alsmede een “
Work method guided by PFDJ’s core values”. Onderdeel van productie 10 is voorts een illustratie van Facebook waarop twee schuddende handen te zien zijn met daarop de letters PFDJ en YPFDJ en met als onderschrift BUILDING NATION. Als producties 24 en 25 heeft [gedaagde] een aantal verklaringen overgelegd van tegenstanders van het regime van Afewerki waaruit eveneens het verband tussen de YPFDJ en de PFDJ volgt. Hieruit volgt dat de YPFDJ instructies ontvangt van de PFDJ, dat de YPFDJ de ondersteuning van het regime van Afewerki ten doel heeft en dat leden van de YPFDJ werkzaam zijn als informanten voor (de ambassades van) het regime in Ertirea. De YPFDJ kan dan ook voorshands worden aangemerkt als de verlengde arm van een dictatoriaal regime. Vaststaat dat [eiser ] een aantal jaren voorzitter is geweest van de Nederlandse afdeling van de YPFDJ en dat hij regelmatig “YPFDJ-standpunten” in de openbaarheid heeft gebracht (in de media en op twitter), getuige onder meer de producties 19 en 20 van [gedaagde] . [eiser ] bezoekt internationale bijeenkomsten van de YPFDJ, waaronder die in Duitsland op 3 april 2015 (zie o.a. productie II-4 van [gedaagde] ) en neemt deel aan trainingen in Nafka (Eritrea) die door het regime aldaar worden georganiseerd. Ook was [eiser ] in juni 2015 aanwezig bij een protestbijeenkomst van voorstanders van het regime in Eritrea in Geneve ter gelegenheid van de presentatie van het hiervoor genoemde rapport van de Human Rights Council van de Verenigde Naties. Te zien is in een video-verslag dat [eiser ] interviews afneemt van de demonstranten. Bij de beoordeling van dit geschil geldt dan ook als uitgangspunt dat [eiser ] is gelieerd aan het regime van Eritrea en het politieke gedachtengoed van dit regime actief ondersteunt.
Noch u, noch uw familieleden in de eerste of tweede graad zijn betrokken geweest bij een regime waarmee vreemdelingen stellen problemen te hebben ondervonden.”. Ook de door [gedaagde] gekozen bewoordingen dat “
de broer van de twee waarom het gaat de spil is van de inlichtingendienst van Eritrea waarvan het centrum in Nederland is en dat is een bekend gegeven en feit”, worden tegen de hiervoor geschetste achtergrond niet ontoelaatbaar geacht. Voorshands kan worden aangenomen dat deze bewoordingen, in de context van een
kortradio-interview, voldoende steun vinden in het hiervoor weergegeven feitenmateriaal. [eiser ] is immers voorzitter geweest van de YPFDJ in Nederland en het is niet ontoelaatbaar om de voorzitter van deze vereniging als “
de spil” aan te duiden. Met “
de inlichtingendienst van Eritrea” suggereert [gedaagde] vervolgens dat [eiser ] (een soort van) spionagewerkzaamheden verricht. Weliswaar kan [eiser ] worden toegegeven dat [gedaagde] (kennelijk) niet beschikt over informatie over concrete daden of acties van [eiser ] , maar uit de door [gedaagde] beschreven structurele werkwijze in tal van West-Europese landen met betrekking tot het inwinnen van inlichtingen, ondersteund door tal van (VN) rapporten en verklaringen, volgt voorshands dat de YPFDJ, zoals hiervoor overwogen, als de verlengde arm van een dictatoriaal regime kan worden aangemerkt en dat vanuit die organisatie inlichtingen worden verstrekt aan het regime.
daaromniet betrouwbaar zijn. Op de inhoud van de overgelegde VN-rapporten, die onder meer gebaseerd zijn op honderden getuigenverklaringen, is [eiser ] in het geheel niet ingegaan. Er kan dan ook niet op voorhand van worden uitgegaan dat deze rapporten onjuist zijn. [eiser ] heeft in dit verband verwezen naar een rapport van de Deense immigratiedienst van november 2014 (productie 11 van [eiser ] ), waaruit zou moeten blijken dat de situatie in Eritrea aanmerkelijk minder ernstig is dan [gedaagde] doet voorkomen. Volgens dit rapport is (ook) sprake van economische vluchtelingen. Bovendien zouden recente positieve ontwikkelingen in Eritrea niet zijn meegenomen in een groot aantal andere rapporten van mensenrechtenorganisaties over Eritrea, aldus [eiser ] . Afgezien van het feit dat dit standpunt van [eiser ] in strijd lijkt te zijn met zijn eigen analyse dat Eritrea een dictatuur is waar gemarteld wordt, heeft [gedaagde] de betrouwbaarheid van het Deense rapport gemotiveerd bestreden (zie hiervoor het door [gedaagde] geschreven artikel op www.eepa.be dat [eiser ] als productie 13 in het geding heeft gebracht). Daarnaast heeft [gedaagde] als producties II, 2 A t/m F een aantal stukken in het geding gebracht, onder meer afkomstig van de UNHCR en Human Rights Watch, die de betrouwbaarheid van het Deense rapport eveneens ernstig in twijfel trekken. Een Deense krant (Denemarken Berlingske) heeft bovendien ontdekt dat de opstellers van het rapport zijn geïnstrueerd door de Deense regering, in die zin dat het rapport als onderbouwing zou moeten dienen voor het terugsturen door de Deense overheid van Eritrese asielzoekers.
816,00