Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Fase IIIB
Hybride
Elektrisch
Fase IIIB
Hybride
Elektrisch
3.Het geschil
- het laten vervallen van het in het Uitgiftereglement opgenomen lengtecriterium;
- het gestand doen van de toezegging zoals opgenomen in de Nota Varen dat genoemde “early adapters” bij een inschrijving (conform het Uitgiftereglement) met Fase IIIB motoren bij de gewogen toetreding in 2020 geen nadeel ondervinden ten opzichte van hen die inschrijven met elektrisch en/of hybride aangedreven vaartuigen:
- de uitwerking van de moties zoals aangenomen tijdens de raadsvergadering van 22 juni 2016 bekend zijn gemaakt en zo nodig zijn verwerkt in het Uitgiftereglement;
nadeeltoegekend aan de early adapters. Immers, zoals in artikel 13.6 van het Uitgiftereglement te lezen is, krijgen boten met Fase IIIB motoren 0 punten, boten met een hybride aandrijving 25 punten en elektrisch aangedreven boten krijgen 40 punten. Kooy en Plas hebben tussen 2013 en 2015 21 boten voorzien van een Fase IIIB motor. Zij hebben dit gedaan enerzijds omdat zij schoner wilden gaan varen en anderzijds om meer tijd te krijgen om hun vloot te elektrificeren. Immers, conform de Nota Varen hoeven boten die per 1 januari 2015 over Fase IIIB motoren beschikken, eerst per 1 januari 2025 in plaats van 2020 volledig elektrisch te gaan varen. Dat was voor Kooy en Plas van belang, omdat het voor haar een grote opgave en investering met zich zou brengen om tussen verkrijging van de vergunningen en 1 januari 2020 haar alsdan bestaande vloot te elektrificeren. De Gemeente heeft bij Kooy en Plas ook het vertrouwen gewekt dat de boten waarin zij Fase IIIB motoren inbouwden, zouden kunnen blijven varen. Als Kooy en Plas hadden geweten dat de boten het zouden afleggen op het lengtecriterium, hadden zij niet gekozen voor Fase IIIB, maar de uitgifteronde afgewacht en alsdan vergunde boten elektrisch gemaakt. Daartoe actief aangezet door de Gemeente in de Nota Varen en zelfs met subsidie van de Gemeente hebben Kooy en Plas dus gekozen voor het Fase IIIB conform maken van een aanzienlijk deel van de vloot, met daarbij de verzekering van de Gemeente dat dit geen wegingsnadeel zou opleveren. Kooy en Plas komen echter bedrogen uit en lijden nadeel ten opzichte van de nieuwkomers aan wie geen toezegging is gedaan en die meteen kunnen inschrijven met een splinternieuwe boot die ze pasklaar hebben kunnen maken op de criteria. De Gemeente heeft Kooy en Plas actief op achterstand gezet bij de Uitgifteronde en dat is onrechtmatig jegens Kooy en Plas.