ECLI:NL:RBAMS:2016:4932
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een kamer na mishandeling van een medebewoner
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 juli 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen CBRE Dret Custodian B.V. (eiseres) en een gedaagde huurder. De eiseres vorderde ontruiming van de door de gedaagde gehuurde kamer, nadat deze zich schuldig had gemaakt aan mishandeling van een medebewoner. De gedaagde had op 14 juni 2016 een andere kamerhuurder, [naam 1], aangevallen, wat leidde tot een aangifte en zijn aanhouding. De eiseres stelde dat de situatie onhoudbaar was geworden en dat de andere bewoners uit angst hun kamers hadden verlaten. De gedaagde erkende het geweldsincident, maar voerde aan dat er al langer irritaties waren tussen hem en [naam 1]. Hij betoogde dat hij niet voor één incident uit zijn kamer gezet moest worden en dat er eerst andere oplossingen geprobeerd moesten worden.
De kantonrechter oordeelde dat de mishandeling van een medehuurder zo ernstig was dat dit in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter verwierp het verweer van de gedaagde, omdat hij niet had aangetoond dat er zwaarwegende omstandigheden waren die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. De rechter concludeerde dat de vordering van CBRE toewijsbaar was en veroordeelde de gedaagde om de kamer binnen zeven dagen te ontruimen, met veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van huurders om zich te gedragen en de gevolgen van geweld binnen een huurrelatie.