ECLI:NL:RBAMS:2016:4931

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juli 2016
Publicatiedatum
3 augustus 2016
Zaaknummer
CV EXPL 15-9807
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recht op liquidatie-uitkering bij verkoop op de record date en aansprakelijkheid van Euronext

In deze zaak, uitgesproken op 29 juli 2016 door de Rechtbank Amsterdam, staat de vraag centraal wie recht heeft op een liquidatie-uitkering van Lehman Brothers bij de verkoop van obligaties op de record date, de dag voor de payment date. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.R.G.M. van Beurden, stelt dat hij als juridisch eigenaar op de record date recht heeft op de uitkering, terwijl de gedaagde, Euronext Amsterdam N.V., betoogt dat de koper van de obligaties recht heeft op de uitkering. De kantonrechter oordeelt dat de vraag niet beantwoord kan worden aan de hand van beursregels, maar op basis van civiel recht en de afspraken tussen de betrokken partijen. De rol van Euronext wordt ook besproken, waarbij de kantonrechter concludeert dat Euronext niet verantwoordelijk is voor de communicatie en afhandeling van de liquidatie-uitkering. Uiteindelijk wordt de vordering van de eiser afgewezen en wordt hij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: 4066651 / CV EXPL 15-9807
Uitspraak: 29 juli 2016
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats] ,
eiser,
nader te noemen [eiser] ,
gemachtigde: mr. R.R.G.M. van Beurden
t e g e n
Euronext Amsterdam N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Euronext,
gemachtigden: mr. R.P. ten Have en mr. M.P. Vink.
VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
In het tussenvonnis van 22 januari 2016 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter Euronext in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over een aantal punten. Op 11 maart 2016 heeft Euronext vervolgens een akte (met een productie) genomen. Op deze akte heeft [eiser] bij antwoordakte van 8 april 2016 gereageerd.
Daarna is vonnis bepaald.

1.De verdere beoordeling

1.1.
Zoals in het tussenvonnis is overwogen is de kern – of beter: de achtergrond – van het geschil of [eiser] als juridisch eigenaar op de
record daterechthebbende was op de liquidatie-uitkering (zoals [eiser] stelt), of dat (hij had moeten begrijpen dat) de economisch gerechtigde, de koper van de obligaties, dat was (het standpunt van Euronext). Het verweer van Euronext komt erop neer dat op grond van de toepasselijke regels niet [eiser] maar de koper van de obligaties gerechtigd is tot de liquidatie-uitkering.
1.2.
Door de inkleding van het verweer van Euronext (en de onduidelijkheid die tijdens de comparitie van partijen bestond over het karakter van de liquidatie-uitkering en de op de uitkering van toepassing zijnde regels) is de kantonrechter in eerste instantie enigszins op het verkeerde been gezet. Met Euronext is zij in de toepasselijke regels gaan zoeken naar het antwoord op de vraag wie – de verkoper ( [eiser] ) of de koper – recht had op de liquidatie-uitkering. Het antwoord op deze vraag moet en kan echter niet worden gegeven aan de hand van de toepasselijke (beurs)regels, maar de vraag moet worden beantwoord op grond van het civiele recht en hetgeen de betrokken partijen (uitgevende instelling, verkoper en koper) hierover hebben afgesproken. Zoals Euronext terecht heeft gesteld, bepaalt in eerste instantie de uitgevende instelling van de effecten (in dit geval vertegenwoordigd door de vereffenaars) dat en op welke datum een uitkering wordt gedaan en wat de variabelen van de uitkering zijn. In dit geval is op 29 april 2013 aangekondigd dat een (gedeeltelijke) liquidatie-uitkering zou worden gedaan met als
“record date”7 mei 2013 en
“payment date”8 mei 2013. Daar zijn partijen het over eens. Evenmin is in geschil dat op het moment dat de uitkering werd aangekondigd geen
ex datevan toepassing was. Vervolgens heeft [eiser] op 7 mei 2013 – derhalve de dag voordat de liquidatie-uitkering zou worden uitbetaald – 100.000 Obligaties verkocht. De door de uitgevende instelling bepaalde variabelen en (mogelijk) hetgeen tussen [eiser] (als verkoper) en de koper op grond daarvan (stilzwijgend) is overeengekomen bepalen wie recht heeft op de op 8 mei 2013 (
payment date) uitbetaalde liquidatie-uitkering.
1.3.
Zoals in het tussenvonnis onder 1.1 is overwogen, is Euronext “slechts” een handelsplatform waar aangesloten instellingen volgens de niet-discretionaire regels van die markt financiële instrumenten (zoals aandelen en obligaties) verhandelen die volgens de regels en systemen van die markt tot de handel zijn toegelaten. De in de vorige zin genoemde regels regelen dus de
handelin effecten. In die regels is bepaald aan wie (welke aangesloten instelling) een uitkering (
proceeds of a Corporate Action) wordt uitbetaald. Dat is (in dit geval) de aangesloten instelling die op de
record date– volgens de administratie van Euroclear – de Obligaties aanhoudt (zie het tussenvonnis onder 1.3 en de definitie van
“Record Date”: Date on which settled positions are struck in the books of [Euroclear] at close of business to determine the entitlement to the proceeds of a Corporate Action).De (definitie van)
record datebepaalt niet wie (civielrechtelijk) recht heeft op de uitkering. Euronext speelt ook geen rol bij de financiële afwikkeling van de via de beurs uitgevoerde transacties.
1.4.
De aangesloten instelling houdt één (“geconsolideerde”) positie in een bepaald soort effecten (in dit geval de Obligaties), het verzameldepot, aan bij Euroclear. Indien een uitkering plaatsvindt op effecten van een bepaalde soort (zoals in dit geval de liquidatie-uitkering op de Obligaties) wordt aan elke aangesloten instelling (in het geval van [eiser] : Binck Bank) een (totaal)bedrag uitgekeerd dat overeenkomt met de liquidatie-uitkering per Obligatie vermenigvuldigd met het aantal Obligaties dat de aangesloten instelling (in dit geval Binck Bank) aanhoudt bij Euroclear op de
record date.Op een andere manier is (voor de uitgevende instelling) niet vast te stellen aan wie een uitkering moet worden gedaan.
1.5.
Zoals in de documentatie van Euroclear (
ESES Detailed Service Description: Market claims and transformations) ook is beschreven (zie het tussenvonnis onder 3.4), zal het kunnen voorkomen (en dikwijls voorkomen) dat op de dag dat een uitkering wordt uitbetaald de effecten die op naam (op de rekening) van een bepaalde belegger staan geadministreerd bij de aangesloten instelling op dat moment al zijn verkocht aan een ander, maar dat de transactie nog niet
gesettledis (omdat
settlement– het verwerken van de transactie in de administratie van Euroclear (en van de aangesloten instelling) – enkele dagen (in 2013 drie) in beslag neemt). In dat geval kan het zijn dat de uitkering terecht komt bij een belegger die daarop geen recht heeft. Om dit recht te trekken is het systeem van de
market claimsin het leven geroepen. In de Europese
Market Standards for Corporate Actions Processing(kortweg: de
Market Standards) is een
market claimgedefinieerd als het
“process to reallocate the proceeds of a Distribution to the contractually entitled party”(zie ook het tussenvonnis onder 3.3) en in de (hiervoor reeds genoemde) documentatie van Euroclear staat vermeld dat
“market claims are used to ensure that the benefit of a distribution (the ‘entitlement’) reaches the entitled party. (…) to manage the effect of a distribution on a transaction, one of the counterparties may need to claim the entitlement of a given distribution from the other counterparty to the transaction”.
Dus: wie recht heeft op de uitkering wordt, zoals hiervoor is overwogen, niet bepaald door de beursregels (de
Market Standards). Deze beursregels bepalen alleen aan wie (aan welke aangesloten instelling) wordt uitbetaald. En de beursregels (de
Market Standards) hebben voor dat doel gekozen voor een duidelijk aanknopingspunt: de administratie van (de aangesloten instellingen bij) Euroclear.
1.6.
Het voorgaande brengt met zich dat het enkele feit dat de 100.000 Obligaties die [eiser] op 7 mei 2013 had verkocht, op 8 mei 2013 (de
payment date, de dag waarop de liquidatie-uitkering werd uitbetaald) nog op zijn beleggingsrekening bij Binck Bank (en dus in het verzameldepot van Binck Bank bij Euroclear) stonden geadministreerd, niet zonder meer betekent dat [eiser] ook recht had op de liquidatie-uitkering op die Obligaties.
1.7.
Ook het feit dat geen
ex datewas bepaald, leidt, anders dan [eiser] betoogt, niet zonder meer tot de conclusie dat hij de Obligaties zonder recht op de liquidatie-uitkering heeft verkocht. Alleen het tegenovergestelde is zonder meer juist: wanneer een
ex dateis bepaald, staat vast dat vanaf die datum de effecten
zonderrecht op de (inmiddels aangekondigde) uitkering worden verhandeld en de verkoper ná de
ex date(ondanks verkoop van het effect) recht heeft op de uitkering. De definitie van
ex dateluidt immers als volgt:
“Date from which the Underlying Security is traded without the benefit / right attached to it”.Met dit als uitgangspunt, zou (
a contrarioredenerend) de conclusie juist, zoals Euronext stelt, moeten zijn dat als géén
ex dateis bepaald, het recht op de uitkering wordt meeverkocht.
1.8.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat ten onrechte (en te laat) gebruik is gemaakt van een
market claimom de liquidatie-uitkering (alsnog) terecht te laten komen bij de koper. [eiser] stelt dat Euronext (mede) verantwoordelijk is voor deze gang van zaken. [eiser] legt aan zijn vordering immers ten grondslag dat Euronext onrechtmatig heeft gehandeld door toe te staan dat aan de op 7 mei 2013 gesloten en op 10 mei 2013 afgewikkelde transactie achteraf, namelijk in augustus 2013, nieuwe informatie is toegevoegd, te weten een
ex date, op grond waarvan de liquidatie-uitkering ten bedrage van EUR 8.031,-- plotseling werd geacht te zijn meeverkocht met de Obligaties.
1.9.
Naar het oordeel van de kantonrechter ligt aan de redenering van [eiser] een aantal denkfouten ten grondslag. Allereerst blijkt uit de bepalingen in de
Market Standardsdat het creëren (
creation) en verwerken (
processing) van en rapporteren (
reporting) over
market claimsde verantwoordelijkheid is van de centrale bewaarinstelling Euroclear (bij OTC-transacties) of de centrale wederpartij LCH Clearnet (bij beurstransacties). In de
Market Standardsis ten aanzien
market claims, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
Creation
1. Market Claims should be created (…) by [Euroclear] or [LCH Clearnet] for all irrevocable settlement transactions (…) as follows:
(…)
b) For securities in nominal (e.g. bonds): from the seller to the buyer, if the Intended Settlement Date is on or before the Record Date but there is a Pending Transaction at close of business on Record Date.
2. Concurring Bilateral Input should allow to determine whether the underlying trade is “ex” or “cum” and [Euroclear] or [LCH Clearnet] should take this into account for the creation of a Market Claim, irrespective of the actual Ex Date.
Processing
3. [Euroclear] or [LCH Clearnet] should create the Market Claims by end of Record Date or, for Transactions that become eligible for a Market Claim after the Record Date, as soon as possible and not later than twenty Business days thereafter.
(…)
Reporting
8. Market Claims should be reported as such by [Euroclear] or LCH Clearnet] and any other participant down the Chain of Intermediaries (…).”
Voorts geldt dat, hoewel aan [eiser] moet worden toegegeven dat de keuze voor het gebruik van de term
“ex date”(volgens Euronext een “
fictieveex date”) in de
Corporate Event Noticedie op 19 augustus 2013 is uitgegaan, ongelukkig is geweest, hierdoor geen nieuwe informatie is toegevoegd aan de op 7 mei 2013 gesloten en op 10 mei 2013 afgewikkelde transactie, omdat de voor de liquidatie-uitkering geldende
payment dateimmers altijd 8 mei 2013 is geweest (zie hiervoor onder 1.2). Een
ex dateis een datum die altijd ligt vóór de datum waarop de (dividend)uitkering wordt uitbetaald, juist om te voorkomen dat de (dividend)uitkering na de verkoop van het onderliggende effect (aandeel) terecht komt bij de verkoper (die op dat moment – de
record date– nog als houder van het effect in de administratie van (de aangesloten instelling bij) Euroclear staat geregistreerd.
1.10.
Uit al het voorgaande volgt dat (i) uit hetgeen [eiser] heeft gesteld niet de conclusie kan worden getrokken dat hij (en niet de koper) recht had op de liquidatie-uitkering en dat hem de uitkering ten onrechte via een
market claimis ontnomen; (ii) Euronext geen verantwoordelijkheid heeft voor (het creëren en verwerken van en rapporteren over)
market claimsen (iii) uit de (via Euronext) op 19 augustus 2013 gecommuniceerde
Corporate Event Noticeniet volgt dat “nieuwe informatie is toegevoegd aan de op 7 mei 2013 gesloten en op 10 mei 2013 afgewikkelde transactie”. Hiermee komt de grondslag aan de vordering van [eiser] te ontvallen. Onduidelijk is immers gebleven wat Euronext fout zou hebben gedaan. Voorts geldt dat, als er al iets fout is gegaan, die fout niet is toe te rekenen aan Euronext. Ten slotte treft ook het verweer van Euronext dat de
market claimook zou zijn uitgevoerd als zij de Corporate Event Notice niet zou hebben verspreid (en dat dus causaal verband tussen de eventuele fout en de door [eiser] geleden schade ontbreekt) doel.
1.11.
Dit betekent ook dat de stelling van [eiser] dat Euronext de
market claimniet had mogen toelaten wegens overschrijding van de (volgens de
Market Standards) geldende termijnen (zie bijvoorbeeld hiervoor onder 1.9) geen verdere bespreking behoeft.
1.12.
De kantonrechter stelt overigens – met [eiser] – vast dat de voorwaarden waaronder de liquidatie-uitkering is gedaan (kennelijk de eerste door de vereffenaars van Lehman Brothers Treasury Co. B.V.) en de communicatie daarover aan duidelijkheid te wensen over lieten, nu (kennelijk) niet alleen bij [eiser] (Binck Bank), maar ook bij KasBank en Hof Hoorneman Bankiers hierover onduidelijkheden bestonden. In haar laatste akte heeft Euronext voor het eerst toegelicht waarom in dit geval de
market claimsniet – zoals behoort – meteen bij (en direct na) de verkooptransacties zijn gegenereerd om te bewerkstelligen dat de uitkering bij de koper en niet bij de verkoper terecht zou komen. Kennelijk (zo stelt Euronext) is er in het onderhavige geval inderdaad iets misgegaan in de communicatie tussen de uitgevende instelling (vertegenwoordigd door de vereffenaars) en LHC Clearnet. Euronext heeft als verklaring voor het feit dat de
market claimsin dit geval eerst zo laat zijn gegenereerd gegeven dat de externe data provider (Telekurs) van wie LHC Clearnet destijds informatie over onder meer liquidatie-uitkeringen ontving, niet op de hoogte was van de onderhavige liquidatie-uitkering en LHC Clearnet daarover dus niet heeft geïnformeerd. Eerst enige tijd later, toen er vragen kwamen vanuit de markt, heeft LHC Clearnet ontdekt dat een liquidatie-uitkering had plaatsgevonden en heeft zij bij Euroclear en Euronext aan de bel getrokken. Vervolgens is (in augustus 2013) de handel stilgelegd en is de
market claimgegenereerd. Nu deze gang van zaken niet aan Euronext valt toe te rekenen, kan in het midden blijven of hier fouten zijn gemaakt.
1.13.
De (veronder)stelling van [eiser] dat uit de
Corporate Event Noticevan 19 augustus 2013 blijkt dat Euronext (kennelijk) op grond van Rule 4403/3 heeft ingegrepen in de markt, omdat sprake was van een imperfecte markt en dat zij in strijd met die regel heeft gehandeld omdat zij in dat geval alleen de transacties had kunnen doorhalen behoeft evenmin bespreking. Van toepassing van deze regel is geen sprake geweest. Zoals hiervoor is overwogen zijn in augustus 2013 door LHC Clearnet (alsnog)
market claimsgegenereerd en is dat via de
Corporate Event Noticeaan de markt gecommuniceerd. Bovendien, zo stelt Euronext terecht, heeft zij op grond van Rule 4403/3 de (discretionaire) bevoegdheid om transacties door te halen, niet de verplichting (in Rule 4403/3 staat dat Euronext transacties op eigen initiatief
magdoorhalen).
1.14.
De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen en dat hij zal worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden aan de zijde van Euronext begroot op € 500,00 aan salaris gemachtigde (de kantonrechter rekent alleen punten voor de conclusie van antwoord en het bijwonen van de comparitie van partijen) en € 221,00 aan vast recht, te vermeerderen met wettelijke rente zoals gevorderd.
1.15.
De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar zoals in de beslissing vermeld.
BESLISSING

2.De kantonrechter

2.1.
wijst het gevorderde af,
2.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Euronext tot op heden begroot op € 721,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na heden,
2.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van een bedrag van € 131,00 aan nakosten, te verhogen met € 68,00 onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden,
2.4.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, kantonrechter, bijgestaan door
mr. A.A.J. Wissink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 juli 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter