In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een dakloze man en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De man had bij zijn aanvraag voor bijstand meerdere verblijfslocaties opgegeven, maar werd door de handhavingsspecialisten van de gemeente niet aangetroffen op deze locaties. De gemeente weigerde daarom de bijstandsaanvraag en vorderde een eerder verstrekt voorschot terug. De rechtbank oordeelde dat de handhavers onvoldoende maatwerk hadden geleverd, aangezien zij de man niet op zijn mobiele nummer hadden gebeld, ondanks dat hij eerder contact had opgenomen met de gemeente om zijn zorgen te uiten over zijn vindbaarheid. De rechtbank vernietigde het besluit van de gemeente en droeg hen op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de man.