ECLI:NL:RBAMS:2016:4494
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering wegens onbetaald zorgverlof en de gevolgen daarvan
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. K.E. van Lotringen, had een aanvraag voor een bijstandsuitkering ingediend, die door verweerder op 3 juni 2015 werd afgewezen. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 12 augustus 2015 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 16 februari 2016 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. C.J. Telting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, na de opname van zijn vrouw in het ziekenhuis, parttime is gaan werken om voor hun drie jonge kinderen te zorgen. Verweerder had de aanvraag afgewezen op basis van het inkomen van eiser, dat volgens verweerder boven het bijstandsminimum lag. Eiser voerde aan dat hij onbetaald zorgverlof had opgenomen en dat dit niet correct was weergegeven door verweerder, die stelde dat eiser een fulltime dienstbetrekking had.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de motivering van het bestreden besluit niet langer kon handhaven en dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was. Desondanks besloot de rechtbank de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten, omdat eiser op grond van de Participatiewet geen recht had op bijstand tijdens zijn onbetaald verlof. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, en droeg verweerder op het griffierecht van € 45,- aan eiser te vergoeden. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 992,-.