Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
zelfstandigonafhankelijk beroepsactiviteiten waaronder forensische accountancy uitoefent, dan wel een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover die anderszins
zelfstandigonafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verricht’ en een ‘natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als belastingadviseur
zelfstandigonafhankelijk beroepsactiviteiten uitoefent, dan wel een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover die anderszins
zelfstandigonafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verricht’. Deze definitie gold vanaf 1 januari 2013. Daarvóór ontbrak in de Wwft de eis dat de beroepsactiviteiten ‘zelfstandig onafhankelijk’ moesten worden uitgeoefend.
zelfstandigonafhankelijk beroepsactiviteiten heeft uitgeoefend. Verdachte was daarom geen instelling in de zin van de Wwft en er rustte dus geen verplichting op hem om de in de tenlastelegging vermelde transactie te melden. Deze verplichting rustte op (de compliance officer van) het accountantskantoor. De omstandigheid dat een v.o.f. naar Nederlands recht geen rechtspersoonlijkheid heeft, doet hier niet aan af. In artikel 51, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is immers opgenomen dat voor de toepassing van de overige leden van dat artikel – waarin de strafvervolging van rechtspersonen wordt geregeld – de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het doelvermogen met de rechtspersoon gelijk worden gesteld.