ECLI:NL:RBAMS:2016:38

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 januari 2016
Publicatiedatum
7 januari 2016
Zaaknummer
4094335 CV EXPL 15-10703
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake gebrekkige badkamerverbouwing en aansprakelijkheid

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. M.W.R. Koch, dat gedaagde, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding wegens gebrekkige werkzaamheden bij de verbouwing van zijn badkamer. De verbouwing vond plaats in 2008/2009, maar in de daaropvolgende jaren zijn er lekkages geconstateerd, wat heeft geleid tot de huidige rechtszaak. Eiser stelt dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden, met name door het gebruik van onjuiste materialen, wat heeft geleid tot de tweede lekkage. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de garantietermijn is verstreken en dat hij de juiste materialen heeft gebruikt.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 8 januari 2016 vastgesteld dat er behoefte is aan deskundige voorlichting om te beoordelen of de gebruikte materialen en technieken voldoen aan de eisen van deugdelijk vakmanschap. De rechtbank heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om een deskundige voor te dragen en vragen te formuleren die aan deze deskundige gesteld moeten worden. De schriftelijke reacties van beide partijen moeten voor 5 februari 2016 bij de griffie zijn ingediend. De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden tot deze informatie is ontvangen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer \ rolnummer: 4094335 CV EXPL 15-10703
Uitspraak: 8 januari 2016

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:

[eiser]

wonende [woonplaats] ,
eiser,
nader te noemen [eiser] ,
gemachtigde mr. M.W.R. Koch,
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
nader te noemen [gedaagde] ,
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
  • de dagvaarding van 20 april 2015, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie.
Ingevolge tussenvonnis van 21 juli 2015 heeft op 30 november 2015 een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. Het proces-verbaal hiervan en de daarin genoemde andere stukken, waaronder de akte vermeerdering van eis van [eiser] , bevinden zich bij de stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.
In opdracht van [eiser] heeft [gedaagde] (handelend onder de naam [naam bedrijf] de badkamer in de woning van [eiser] verbouwd. De werkzaamheden zijn aangevangen in december 2008 en het werk is opgeleverd in maart 2009.
1.2.
In 2010 bleek dat er water vanaf de bovenverdieping in de badkamer liep (hierna: de eerste lekkage).
1.3.
In 2013 bleek water uit de badkamer te lekken naar de onderburen (hierna: de tweede lekkage). Door [gedaagde] is daarop de muur afgeplakt met tape en plastic.
1.4.
In opdracht van [eiser] heeft SSW Groep BV (hierna: SSW) een deelinspectie van de badkamer uitgevoerd. In dat rapport staat (voor zover van belang voor de ingestelde vordering):
“Extra opmerkingen:
Volgens opgave zijn er verder 2 specifieke onderdelen welke benoemd dienen te worden, dit zijn:
 Achter het tegelwerk zijn OBS platen (gemaakt van geperste houtschilfers) gebruikt welke niet waterbestendig zijn;
 De hoeken op de muren en de vloer zijn niet waterdicht gemaakt met zogenaamde kimband
Gezien dat deze onderdelen zeer beperkt (via wandcontactdozen) te controleren zijn en in geval van de al dan niet toegepast kimband geheel niet inspecteerbaar is [is] niet met zekerheid vast te stellen of deze werkzaamheden op een juiste wijze zijn uitgevoerd of dat gebruik is gemaakt van de juiste materialen.
Indien beide opmerkingen waar blijken te zijn betekent dit dat de gehele badkamer opnieuw opgebouwd moet worden. Nadere controle kan echter pas plaatsvinden wanneer de wandtegel afwerking bij de douche opnieuw aangebracht wordt. Het is dus noodzaak om eerst deze werkzaamheid uit te voeren en daarbij gelijkt te controleren welk type OBS-plaat is toegepast en of er een kimband is aangebracht.
Voor de volledigheid: een kimband bij een natte ruimte dient aangebracht te zijn om de werking in de hoeken en daarmee mogelijk lekkages te voorkomen én voor het OSB-plaatmateriaal geldt dat hier een type plaat toegepast dient te worden welke geschikt is om in natte ruimte tes gebruiken. (zwellen en daarmee loskomend tegelwerk en dus lekkage te voorkomen).”
1.5.
In een offerte van 15 december 2014 van Cor Koper Bouwbedrijf BV (hierna: Cor Koper), gericht aan [eiser] , staat:
“Naar aanleiding van uw aanvraag m.b.t. de verbouwing van uw badkamer en ons bezoek d.d. 05 december 2014 komen wij tot de volgende conclusie: wij hebben geconstateerd dat het tegelwerk rechtstreeks op de OSB plaats is verlijmd. […] Dit is een ondeugdelijke constructie in een natte ruimte vanwege de volgende reden: de poreuze eigenschap van de gebruikte steen en voeg laat vocht door waar de OSB plaat niet tegen bestand is. Hierdoor neemt de OSB plaat vocht op en gaat deze werken/uitzetten. […] Tevens is er geen kimband aangebracht achter de tegels in de horizontale en verticale hoeken. […]. Dit is een essentieel onderdeel om de hoeken waterdicht te maken.
Wij kunnen u de verbouwing van de badkamer aanbieden voor het onderstaande bedrag. Dit bedrag is gespecificeerd in onze uitgebreide open begroting […].

Bedrag excl b.t.w.€ 13.647,13

6 % b.t.w. over € 8.683,10 € 520,99
21 % b.t.w. over € 4.185,54 € 878,96

Totaal bedrag incl. b.t.w.€ 15.047,08”

Vordering en verweer

2. [eiser] vordert (na vermeerdering van eis) dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 17.563,23 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 maart 2014;
b. € 937,69 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 april 2015;
c. € 622,35 aan kosten ter vaststelling van de tekortkoming en de schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 april 2015;
d. de proceskosten, nakosten daarin begrepen.
3. [eiser] stelt – kort gezegd – dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten bij het aanleggen van de badkamer in 2008/2009. De tweede lekkage is ontstaan doordat [gedaagde] onjuiste materialen heeft gebruikt. De badkamer moet derhalve geheel vervangen worden en de kosten daarvan zijn schade voor [eiser] . Als gevolg van een wijziging in het BTW tarief valt de schade hoger uit dan de eerste offerte van Cor Koper. Het herstel van de waterschade van de onderburen kostte € 1.222,05. Ook dat is schade die [gedaagde] aan [eiser] dient te vergoeden.
4. [gedaagde] voert verweer tegen de vordering en voert daartoe aan dat de garantietermijn al is verstreken. Er is juist materiaal gebruikt, mogelijk heeft de eerste lekkage schade veroorzaakt, waardoor de tweede lekkage kan zijn ontstaan. Ook voert [gedaagde] aan dat hij (mogelijk) niet alle post van (de gemachtigde van [eiser] ) heeft ontvangen.

Beoordeling

5. De kantonrechter oordeelt als volgt. De kern van de zaak is of de door [gedaagde] gebouwde badkamer voldeed aan de daaraan te stellen eisen. [eiser] stelt dat de tweede lekkage is veroorzaakt doordat er waterdoorlatende OSB-plaat is gebruikt en doordat geen kimband is aangebracht.
6. [gedaagde] erkent dat er geen kimband is gebruikt: hij heeft met dilatatiekit de voegen gedicht. De gebruikte OSB-plaat is aan één zijde geïmpregneerd. Voor een inpandige badkamer is dat allemaal voldoende, volgens [gedaagde] .
7. Het is [eiser] die zal moeten bewijzen dat door [gedaagde] onjuiste materialen zijn gebruikt. Het rapport van SSW is daarvoor niet voldoende: SSW schrijft immers dat niet te kunnen inspecteren. Ook de offerte van Cor Koper is niet voldoende, omdat daaruit niet – voldoende – duidelijk wordt of Cor Koper ook heeft vastgesteld dat de OSB-plaat niet met waterdicht materiaal geïmpregneerd is. Het rapport en de offerte gaan ook niet in op de volgens [gedaagde] gebruikte dilatatiekit.
8. De rechtbank heeft daarom behoefte aan deskundige voorlichting. Een deskundige op het gebied van badkamerconstructie kan beoordelen of het gebruik van dilatatiekit en eenzijdig geïmpregneerde OSB-platen in het algemeen voldoet aan de eisen van deugdelijk vakmanschap en (als dat zo is) of in dit concrete geval de platen inderdaad goed zijn geïmpregneerd en de kit destijds juist is aangebracht.
9. Beide partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om de kantonrechter schriftelijk (1) te laten weten over welke kwalificaties de deskundige zou moeten beschikken, (2) een deskundige voor te dragen die onafhankelijk en voldoende deskundig is, (3) te laten weten welke vragen de kantonrechter aan de deskundige zou moeten stellen en (4) hoe die vragen geformuleerd zouden moeten worden. De schriftelijke reacties van beide partijen moet door de griffie van de afdeling kanton zijn ontvangen voor vrijdagochtend 5 februari 2016 om 10:00 uur.
10. De kantonrechter overweegt als volgt over het verweer van [gedaagde] dat hij niet alle brieven van [eiser] heeft ontvangen. In het dossier zit een brief van 5 mei 2014 van [gedaagde] aan [eiser] . Dat is – zo begrijpt de kantonrechter – een reactie op de ingebrekestelling van 23 april 2014. Die ingebrekestelling heeft [gedaagde] dus ontvangen. Als het zo is dat [gedaagde] een andere brief niet (of later) heeft ontvangen, is dat geen reden om de vordering af te wijzen.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de procedure naar de rol van 5 februari 2016 voor akte aan de zijde van beide partijen, om zich uit te laten over de in rechtsoverweging 9 genoemde punten;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. G.H. Marcus, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 2015 in tegenwoordigheid van mr. E.J. van Veelen, griffier.
De griffier De kantonrechter