In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 10 maart 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die meermalen professioneel illegaal vuurwerk heeft verkocht aan particulieren, waaronder een minderjarige. De officier van justitie heeft een vordering ingediend tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van € 3.000,00, na beoordeling van de bewijsstukken en verklaringen van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere verkopen van illegaal vuurwerk, en heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel grotendeels gehandhaafd, met een lichte matiging van het bedrag. De verdachte is veroordeeld tot het betalen van dit bedrag aan de Staat.