Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap Q-Park Beheer B.V.
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 23 juli 2015 met producties;
- conclusie van antwoord;
- instructievonnis;
- conclusie van repliek met producties;
- conclusie van dupliek;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
6.3 Het zogenaamde “treintje rijden” d.w.z. met twee voertuigen snel achter elkaar onder de slagboom door de parkeerfaciliteit verlaten met betaling van slechts eenmaal parkeergeld, is ten strengste verboden. De parkeerder is alsdan een direct opeisbare boete verschuldigd van € 1.000,- , onverminderd het recht van Q-Park om de werkelijke schade te vorderen.
Vordering
a. € 1.732,00 aan hoofdsom;
b. € 259,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de wettelijke rente over € 1.732,00 vanaf 23 juli 2015 tot aan de voldoening;
d. de proceskosten.
Gevaarzetting kan ook ontstaan uit aanrijdingen met voetgangers en fietsers bij de uitgang van de parkeergarage, nu deze immers verwachten dat achter ieder voertuig de slagboom sluit. “Treintje rijden” veroorzaakt bovendien kopieergedrag. Het aantal “treintje rijders” neemt toe en de boete is mede bedoeld om kopieergedrag tegen te gaan. Voor een voldoende preventieve werking is vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is. Er is geen ander middel om “treintje rijden” tegen te gaan dat even effectief is als een boetebeding. Andere middelen, zoals hinderlijke drempels, hebben de “treintje rijders” niet gestopt, terwijl deze wel hinder voor andere klanten veroorzaken.
Verweer
Beoordeling
Op grond van artikel 6:230b BW dient Q-Park haar algemene voorwaarden beschikbaar te stellen. Dit kan op de wijze als voorzien in artikel 6:230c BW.
Voorts stelt zij dat de parkeerder op meerdere momenten wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van dat “treintje rijden”. De parkeerder heeft zelf in de hand of hij de boete verschuldigd is omdat hij vrijwillig de keuze maakt om “treintje te rijden”.
Het “treintje te rijden” leidt volgens Q-Park tot gevaarlijke situaties in en buiten de parkeergarage. Voorts leidt Q-Park door deze gedraging schade. Zij heeft derhalve groot belang bij het tegengaan van deze vorm van parkeerfraude. Ter bestrijding van dit probleem heeft Q-Park in artikel 6.3 van de algemene voorwaarden een boetebepaling opgenomen om het ongeoorloofd gebruik van de parkeergarage tegen te gaan. In de algemene voorwaarden is de boete gemaximeerd en in deze zaak is de vordering onverplicht beperkt. De inkomsten van het boetebeding worden gebruikt om maatregelen te nemen ter voorkoming en vervolging van “treintje rijden”. De boete is volgens Q-Park redelijk ten opzichte van de in het verleden gedane en in de toekomst nog noodzakelijke investeringen.