10.2.De rechtbank begrijpt dat eisers stellen dat om genoemde redenen niet voldaan wordt deel II van het Hotelbeleid. In “Deel II: Beleidsregels” van het Hotelbeleid is hierover het volgende hierover opgenomen:
“Alle hotelinitiatieven worden getoetst aan het beleidskader [deel I van het Hotelbeleid (…)]. Daarnaast dienen alle hotelinitiatieven te voldoende aan onderstaande beleidsregels (tenzij anders vermeld):
(…)
2. Woon- en leefklimaat: het hotelinitiatief mag niet leiden tot aantasting van het woon- en leefklimaat.
Bij het woon- en leefklimaat gaat het om de druk die de nieuwe hotelfunctie op het woon- en leefklimaat in de directe omgeving legt. Deze druk gaat over alle aspecten die (onevenredige) overlast kunnen veroorzaken, zoals geluidsoverlast, grote aantallen bezoekers, veel verkeer (bijvoorbeeld door laden en lossen), veel geparkeerde auto’s, fietsen of taxi s, zwerfvuil, etc. Hoe groot de druk op het woon- en leefmilieu is, is afhankelijk van het gebruik van de straat, de breedte van de straat en de aanwezigheid van soortgelijke functies. De druk op het woon- en leefklimaat kan per locatie verschillen en wordt per locatie beoordeeld. Er wordt gekeken naar het effect dat het hotelinitiatief zal hebben op de leefbaarheid van de beoogde locatie. Zo zal bijvoorbeeld de ontwikkeling van een hotel in een stadstraat (zoals [straat] , [straat] of [straat] ) over het algemeen de diversiteit en levendigheid van die stadstraat bevorderen zonder overmatige overlast te veroorzaken, terwijl ditzelfde initiatief in een smalle woonstraat voor veel overlast kan zorgen.
Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken naar:
- de grootte van het hotel;
- de grootte van het bouwblok;
- de breedte en het gebruik van de straat (bijvoorbeeld verkeersradiaal of smalle straat met overwegend woningen);
- de ontsluiting van het gebied;
- de druk die functies in de omliggende panden leggen op het woon- en leefmilieu. (...)
4. Verkeersaantrekkende werking, verkeersveiligheid en gebruik van de openbare ruimte: het hotelinitiatief mag geen overmatig verkeersaantrekkende werking hebben, de verkeersveiligheid niet verslechteren en geen ontoelaatbare druk op de openbare ruimte leggen.
Bij de toetsing op dit criterium wordt gekeken naar de verkeersaantrekkende werking die het initiatief genereert, zoals het vervoer van hotelgasten (per taxi, auto, touringcar, boot of juist per openbaar vervoer) en bevoorrading. Ook wordt gekeken of dit verkeer op een veilige wijze wordt afgewikkeld in relatie tot het overige verkeer. Het gebruik van de openbare ruimte wordt hierbij in de afweging betrokken.
Alle initiatieven dienen een passage te bevatten waarin wordt ingegaan op de invloed die het initiatief heeft op de verkeersveiligheid van de beoogde locatie en op het gebruik van de openbare ruimte.
De initiatiefnemer dient aan te geven welk beslag het hotel zal leggen op de openbare ruimte met betrekking tot bijvoorbeeld taxistandplaatsen, parkeerplaatsen voor personeel en gasten van zowel auto als fiets, touringcars, bevoorrading en afvoer van goederen/vuilnis/linnen etc. De initiatiefnemer dient hierbij de relatie aan te geven met de overige gebruikers van de openbare ruimte op de beoogde locatie. Bij de beoordeling zal het beslag op de openbare ruimte van het initiatief worden afgezet tegen het beslag dat de huidige functie op de openbare ruimte legt.
Initiatiefnemers dienen de parkeerbehoefte voor zowel auto als fiets inpandig op te lossen, tenzij zij kunnen aantonen dat dit inpandig niet is op te lossen.”