De vader heeft ter onderbouwing van zijn verweer onder meer – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd.
Volgens de vader is een verhuizing van de kinderen met de moeder naar Engeland niet in
hun belang, hetgeen ook blijkt uit het advies van de Raad. De vader sluit zich volledig aan bij hetgeen is overwogen door de Raad. Daarbij heeft de rechtbank op 9 december 2015 de ondertoezichtstelling over de kinderen uitgesproken en heeft de rechtbank bij beschikking van 2 december 2015 een zorgregeling vastgesteld waarbij de vader een aanzienlijke rol heeft gekregen in de zorg en opvoeding van de kinderen, welke rol de vader tijdens het huwelijk van partijen ook reeds had.
Het alternatief dat door de moeder wordt voorgesteld – dat de kinderen alle vakanties bij de vader zullen doorbrengen - acht de vader niet haalbaar, in niemands belang en in geen verhouding tot het huidige uitgebreide contact.
De vader is met de Raad van mening dat een verhuizing een negatief effect zal hebben op de schoolsituatie van zowel [minderjarige 1] als [minderjarige 2] . Daarbij wordt in aanmerking genomen dat vooral jonge kinderen zoals [minderjarige 2] , maar ook kinderen met een cognitieve beperking zoals [minderjarige 1] , na een verhuizing (waar in casu sprake van is, namelijk op diverse verschillende plekken bij moeder) vaak behoefte hebben aan rust en voorspelbaarheid, om eerst hun veerkracht weer te herstellen voordat ze nieuwe uitdagingen op een goede manier aankunnen.
[minderjarige 1] is doordat zij op moeilijk lerend niveau functioneert en dit jaar een nieuwe school
(bijzonder onderwijs) startte extra kwetsbaar, zodat de vader een verhuizing al helemaal niet in haar belang acht. Daarbij komt dat de kinderen de taal niet goed machtig zijn, in ieder geval niet op een niveau waardoor zij moeiteloos in zouden kunnen stromen op een school in Engeland. De vader is met de Raad van mening dat de kinderen behoefte hebben aan continuïteit en stabiliteit en dat gelet op al het voorgaande het verzoek van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen te mogen verhuizen dient te worden afgewezen.
Ook is van belang dat de kinderen in Nederland geworteld zijn; ze zijn hier geboren en getogen. De kinderen nemen deel aan sociale activiteiten met vrienden en familie. De band met de familie van de vader is zeer hecht, er zijn familieweekenden, gezamenlijke vakanties naar het buitenland en er worden vaak leuke activiteiten ondernomen. In tegenstelling tot de hechte band tussen de familie van de vader en de kinderen, is de band tussen de kinderen en de familie van de moeder beperkt. De familie van de moeder heeft het gezin slechts zeer sporadisch bezocht in Nederland. Het contact was zeer beperkt, waarbij de kinderen de familie van de moeder slechts één keer per jaar tijdens de vakantie zagen.
De huisvesting van de moeder is de afgelopen maanden problematisch geweest, in zoverre dat de moeder telkens heeft moeten verhuizen. De moeder heeft de kinderen niet een stabiele woonsituatie in een geschikte omgeving kunnen bieden. De vader betreurt het dan ook dat de moeder het aanbod van de vader (en zijn familie), waarbij huisvesting is aangeboden, heeft afgeslagen. Ook zijn partijen bezig de gezamenlijke woning te verdelen en de moeder te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheek, zodat zij mogelijk in aanmerking komt voor een sociale huurwoning.
Omdat het verhuizen van de kinderen naar Engeland niet in het belang van de kinderen is en het tevens de grootste angst van de vader is dat hij de kinderen niet langer kan zien, is er namens de familie van de vader aan de moeder aangeboden om vier keer per jaar vliegtickets naar Engeland te betalen, zodat de moeder haar ouders kan bezoeken.
De vader betwist de noodzaak van de moeder om te verhuizen. De moeder woont al jaren in Nederland, zij heeft een vaste baan en er is geen reden waarom zij niet in Nederland zou kunnen blijven wonen. Met betrekking tot woonruimte zijn er meerdere oplossingen denkbaar en momenteel heeft de moeder weer woonruimte.