ECLI:NL:RBAMS:2016:3071
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter in internationale consumentenovereenkomst
In deze zaak heeft de besloten vennootschap International Card Services B.V. (hierna: ICS) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die voorheen in Nederland woonde, maar inmiddels in het buitenland verblijft. ICS heeft gevorderd dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.891,94, vermeerderd met rente. De gedaagde is niet verschenen en heeft geen conclusie van antwoord ingediend. De kantonrechter heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van de EEX-Verordening (nr. 1215/2012). De kantonrechter overweegt dat, hoewel de hoofdregel is dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is, er uitzonderingen zijn. ICS heeft betoogd dat de plaats van uitvoering van de verbintenis in Nederland ligt, omdat de betalingen aan de vestigingsplaats van ICS moeten plaatsvinden. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de plaats van uitvoering niet gebonden is aan een specifieke locatie, aangezien betalingen tegenwoordig vaak via bankoverschrijving plaatsvinden. Hierdoor is de gedaagde niet verplicht om in Nederland te verschijnen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het belang van de gedaagde, als consument, bij behandeling van de zaak in zijn woonplaats zwaarder weegt dan de belangen van ICS. Daarom heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen.