Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs oplichting, heling en diefstal (feiten 1 en 2)
identifieren een pinpas op naam van [persoon 7] aangetroffen. [persoon 7] is medio mei 2014 opgelicht waarbij de oplichter eenzelfde oplichtingstactiek hanteerde als bij de oplichting van [persoon 4] .
identifiergekregen. Verdachte heeft vervolgens in opdracht van [persoon 8] mevrouw [persoon 4] opgelicht en bestolen. Verdachte zou 2/3 van het gepinde geld aan [persoon 8] afgeven en mocht 1/3 zelf houden. Met de andere ten laste gelegde zaken heeft verdachte niets te maken gehad en daarvan dient verdachte bij gebrek aan bewijs dan ook te worden vrijgesproken.
5.Waardering van het bewijs poging tot oplichting (feit 3)
6.Bewezenverklaring
7.De strafbaarheid van de feiten en verdachte
8.Motivering van de straffen
2 maart 2016 niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
9.De benadeelde partijen
10.Beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], voor de overige bewezen verklaarde feiten strafbaar.
240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
120 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
2 (twee) maanden.