Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juni 2015,
- de akte houdende overlegging producties van 9 september 2015, aan de zijde van Nelux en Lawton,
- de conclusie van antwoord waarin is verwoord de conclusie dat de rechtbank onbevoegd is om van de vorderingen van Nelux en Lawton kennis te nemen, met producties,
- de akte houdende verzoek tot voortzetting van de hoofdzaak althans conclusie van antwoord in het incident,
- proces-verbaal van het pleidooi in het incident van 30 maart 2016, met het daarin genoemde stuk.
2.Schets van de hoofdzaak
Agreementgenoemd. De
Agreement(waarin [gedaagden gezamenlijk] worden aangeduid als ‘ [gedaagden gezamenlijk] ’) luidt voor zover hier van belang als volgt:
Preliminary Statement Incorporated. The Preliminary Statement constitutes an integral part of this Agreement and is incorporated herein by this reference.
Submission of Dispute to Arbitration. Nelux/Lawton and [gedaagden gezamenlijk] each hereby agree to submit all disputes, controversies or claims arising out of or relating to the Settlement Agreement, (whether or not such disputes, controversies or claims are arbitrable under applicable law) to be finally settled by arbitration by [naam 1] , a member of the Israel and New York bars (the “Arbitrator”), on the terms and conditions set forth in this Agreement. The award of the Arbitrator shall be final and binding upon the Parties and judgment upon such award may be entered in any court in Amsterdam having jurisdiction or application may be made to such a court for a judicial acceptance of such award and a judgment or order of enforcement, as the case may be. The Parties jointly and severally engage [naam 2] , Adv. of the law firm of Boekel De Neree N.V. together with such other attorneys and assistants from such firm as he may reasonably designate (collectively, “Judgment Counsel”) to represent them in connection with the application to be made to such a court for a judicial acceptance of such award and/or a judgment or order of enforcement, as the case may be. Arbitration hearings shall be held in Amsterdam and/or New York, at the election of the Arbitrator. The arbitration proceedings shall be conducted in the English language. The Arbitrator is authorized to act
ex aequeo et bono(and/or use principles of equity). The rules governing the arbitration are set forth in Schedule A hereto and are incorporated by this reference.
Fees and Expenses. Each of Nelux/Lawton on the one hand and [gedaagden gezamenlijk] on the other hand, shall pay one-half of the Arbitrator’s compensation and the expenses of the arbitration. The Arbitrator may render periodic bills for same. Each of Nelux/Lawton on the one hand and [gedaagden gezamenlijk] on the other hand, shall each pay one -half of the fees and expenses of Judgment Counsel incurred in connection with the application for judicial acceptance of the afore mentioned arbitration award and/or a judgment or order of enforcement.
Prior Representation. The Parties acknowledge that Arbitrator has and, in the future, may represent the Parties or any of them (and/or their respective affiliates) in connection with various matters. Each of the Parties acknowledge that they have given due consideration to the fact of such prior representations and possibilities of future representations and each waive any challenge to the award of the Arbitrator based upon any prior or future relationship of any of the parties hereto or their affiliates with the Arbitrator. The parties each state that the fact that they each respectively have had prior relationships with the Arbitrator is a material reason for their selecting the Arbitrator to determine their dispute. The appointment of Arbitrator as the arbitrator hereunder and his actions hereunder shall not restrict, limit or prohibit the Arbitrator or his law firm from representing either [gedaagden gezamenlijk] and/or Nelux/Lawton and/or their respective affiliates as counsel in connection with any other matter. The appointment of Judgment Counsel hereunder and his/their actions hereunder shall not restrict, limit or prohibit Judgment Counsel from representing [gedaagden gezamenlijk] in connection with any other matter.
Consent to Jurisdiction. Each of the Parties hereby irrevocably consents to the jurisdiction of the courts of the Kingdom of the Netherlands, located in Amsterdam for all purposes in connection with any dispute, controversy or claim arising out of or in connection with this Agreement, the arbitration proceedings hereunder and any arbitration award hereunder and agrees that such courts are a convenient forum. The Parties each further consents that any summons, process or notice of motion or other application to any of said courts or a judge thereof may be served inside or outside of Amsterdam by registered or certified mail, return receipt requested, addressed to a Party at its address set forth above or at such other address designated by a Party, or in such other manner as may be permissible under the rules of said court.
Counterparts. This Agreement may be executed in several counterparts, each of which shall be deemed to be an original, but which together shall constitute one and the same instrument.
Section Headings. The section headings contained in this Agreement are inserted for convenience of reference only and shall not affect the meaning or interpretation of this Agreement.
Agreementrefereert aan
Schedule A.
Schedule Aluidt als volgt:
1.Jurisdiction
2.Exchange of Information
3.Date, Time, and Place of Hearing
4.Attendance at Hearings
5.Representation
6.Arbitration in the Absence of a Party or Representative
8.Evidence
10.Interim Measures
11.Closing of Hearing
12.Waiver of Rules
13.Serving of Notice
14.Time of Award
15.Form of Award
16.Scope of Award
17.Award upon Settlement
18.Delivery of Award to Parties
19.Modification of Award
20.Applications to Court and Exclusion of Liability
21.Expenses
22.Interpretation and Application of Rules
Agreementbedoelde heer [naam 1] een
Final Awardafgegeven. Deze
Final Awardluidt, voor zover hier van belang:
[gedaagden gezamenlijk]], Claimants
Nelux]and [
Lawton], Respondents.
UNDERSIGNED ARBITRATOR DOES DETERMINE, ORDER AND AWARD AS FOLLOWS:
(volgt handtekening [naam 1] - rechtbank)
Agreementen de
Final Awardhet volgende. Nelux en Lawton (gecontroleerd door de heer [naam 3] ) hebben vanaf 1992 tientallen miljoenen US dollars aan [gedaagden gezamenlijk] geleend. [gedaagden gezamenlijk] voldeden niet aan hun terugbetalingsverplichtingen hetgeen heeft geleid tot de
Forbearance and Settlement Agreementvan 30 september 2001, op basis waarvan Nelux en Lawton zouden afzien van een deel van hun vorderingen onder de voorwaarde dat [gedaagden gezamenlijk] de afgesproken aflossingen zouden nakomen. [gedaagden gezamenlijk] kwamen de afgesproken aflossingen in eerste instantie in beperkte mate na en na verloop van tijd niet meer. Eind 2011 geraakte een vennootschap van [naam 3] (niet zijnde Nelux of Lawton) in ernstige liquiditeitsproblemen, waarop [naam 3] contact zocht met de advocaat van [gedaagden gezamenlijk] , de heer [naam 1] , teneinde te onderzoeken of het mogelijk was om de vorderingen op [gedaagden gezamenlijk] op korte termijn liquide te maken. [naam 1] kwam echter met een ander voorstel, namelijk dat de investeringen die [naam 3] had gedaan in Bulgaarse zonneparken zouden worden gekocht door [gedaagden gezamenlijk] en [naam 4] (andere cliënten van [naam 1] ) voor EUR 21 miljoen terwijl de schulden van [gedaagden gezamenlijk] aan Nelux en Lawton ad USD 49 miljoen zouden worden kwijtgescholden. Dit was weliswaar zeer onvoordelig voor [naam 3] , maar gezien zijn nijpende financiële situatie meende hij niet anders dan akkoord te kunnen gaan. [naam 1] stelde echter als voorwaarde dat de transacties met [gedaagden gezamenlijk] en [naam 4] moesten worden geregeld in een ‘arbitrage-procedure’ in plaats van vastlegging ervan in overeenkomsten. [naam 3] ontving vervolgens min of meer onverwacht de
Final Award. Betaling voor de Bulgaarse zonneparken heeft (een vennootschap van) [naam 3] nooit ontvangen.
Final Awardís dus geen arbitraal vonnis. Primair vorderen Nelux en Lawton dan ook een verklaring voor recht dat de
Final Awardgeen arbitraal vonnis is en dus ook niet de rechtsgevolgen van een arbitraal vonnis heeft, zoals de mogelijkheid van erkenning of tenuitvoerlegging. Voor zover de
Final Awardwel als een arbitraal vonnis moet worden aangemerkt, moet het worden vernietigd, hetgeen subsidiair wordt gevorderd. Ten eerste moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat om verschillende oorzaken een geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt (artikel 1065 lid 1 sub a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Rv]): de
Agreementis aangegaan onder de opschortende voorwaarde van het sluiten van een transactie omtrent de Bulgaarse zonneparken, welke voorwaarde niet is vervuld; de
Agreementis niet ongedwongen, vrijwillig en ondubbelzinnig aangegaan; de
Agreementis bij brief van 23 februari 2015 vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden, bedrog en dwaling. Ten tweede moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat [naam 1] zich als arbiter niet aan de opdracht heeft gehouden (artikel 1065 lid 1 sub c Rv): er was geen geschil tussen Nelux, Lawton en [gedaagden gezamenlijk] zodat er geen opdracht was waaraan [naam 1] zich kon houden, terwijl [naam 1] zich ook niet heeft gehouden aan de procedurele bepalingen van de
Agreementomtrent het houden van zittingen, het naar voren kunnen brengen van standpunten en kosten (Nelux en Lawton wisten niet eens dat de arbitrale procedure was begonnen en ontvingen min of meer onverwacht de
Final Awardzonder daarin iets was bepaald over de kosten, terwijl [naam 1] overigens wel een factuur stuurde). Ten derde moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat het niet op de juiste wijze is ondertekend en niet met redenen is omkleed (artikel 1065 lid 1 sub d Rv): de woonplaatsen van de betrokkenen en de plaats van de arbitrage worden niet vermeld, de gronden van de beslissing ontbreken althans de motivering is aanstonds onbegrijpelijk en een duidelijke beslissing ontbreekt ook, terwijl het vermeende dictum onbegrijpelijk is. Ten vierde moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat het vonnis, althans de wijze waarop het tot stand is gekomen, in strijd met de openbare orde of de goede zeden is (artikel 1065 lid 1 sub e Rv): hoor en wederhoor is geschonden, [naam 1] was noch onafhankelijk noch onpartijdig. Aldus, samengevat, de door Nelux en Lawton in de hoofdzaak ingestelde eis, en de gronden daarvan.
Final Awardte erkennen en verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland te verlenen. De voorzieningenrechter heeft na een tussenbeschikking van 23 december 2013 en het horen van getuigen uiteindelijk bij beschikking van 23 december 2014 beslist dat de
Final Awardwordt erkend in Nederland, zulks op basis van de notie dat partijen het er kennelijk over eens zijn dat de
Final Awardmoet worden beschouwd als een in de VS gewezen arbitraal vonnis. Het verlof tot tenuitvoerlegging is door de voorzieningenrechter afgewezen omdat de beslissing van [naam 1] niet vatbaar voor executie is, althans dat [gedaagden gezamenlijk] bij dat verlof geen belang hebben. Tegen de beschikking van de voorzieningenrechter is door Nelux en Lawton hoger beroep ingesteld.
3.Het geschil in het incident
Final Awardeen buitenlands arbitraal vonnis is (New York).
Final Awardeen Nederlands arbitraal vonnis is, zodat de vernietigingsactie bij de Nederlandse rechter moet worden ingesteld.
4.De beoordeling
Final Awardex artikel 1058 Rv te deponeren ter griffie van enige Nederlandse rechtbank. Wél is het zo, zo blijkt uit de stukken, dat Nelux en Lawton ervoor hebben gezorgd dat de
Final Awardter griffie van de rechtbank Amsterdam is gedeponeerd, hetgeen op 3 maart 2015 is gedaan, maar dit is een eenzijdige partijhandeling geweest waarvan gesteld noch gebleken is dat [naam 1] daarvan op de hoogte was, zodat dit depot reeds daarom niet kan worden aangemerkt als een door de zorg van de arbiter gedane deponering in de zin van artikel 1058 Rv.
Agreementwaarin is bepaald dat
“judgment upon such award may be entered in any court in Amsterdam having jurisdiction”, stellende dat hiermee een afspraak is gemaakt over deponering van de
Final Awardin de zin van artikel 1058 Rv. Deze stelling wordt niet gevolgd. Een depot ex artikel 1058 Rv is een verplichting voor arbitrage in Nederland en bedoeld als einde van het arbitraal geding alsmede als start van de termijn voor een actie strekkende tot aanvulling/verbetering en vernietiging van het vonnis. Daarnaast is het depot, in beginsel, een voorwaarde voor het verlenen van verlof tot tenuitvoerlegging (artikel 1062 Rv).
Entering a judgmentdaarentegen is een Amerikaansrechtelijk begrip en komt, naar de rechtbank begrijpt, weliswaar op hetzelfde neer als ‘deponeren ter griffie’, maar is, anders dan deponering ex artikel 1058 Rv, geen verplichting in het kader van het arbitraal geding. Het is wél een voorwaarde voor het in de VS erkennen en tenuitvoerleggen van een arbitraal vonnis. De federale wet, de
Federal Arbitration Actzoals neergelegd in
US Code, Title 9 (Arbitration), Section 9luidt in dit verband:
Agreementhet initiatief voor een verzoek aan de Amsterdamse rechter ook neer bij de partijen zelf, en niet bij de arbiter. Artikel 2 van de
Agreement, althans het volgende gedeelte:
Final Award. Temeer omdat het in het vervolg van artikel 2, namelijk:
Schedule Abij de
Agreementeen procedure voor herstel van de
Final Awardgeeft, maar dat die procedure afwijkt van de procedure die volgt uit het Nederlands recht (1060 Rv): de termijn voor herstel is anders (20 in plaats van 30 dagen) en er wordt voor de start van de termijn, anders dan in artikel 1060 Rv, niet aangehaakt bij het moment van nederlegging van de
Final Awardter griffie van een rechtbank.
Agreementzinledig is, omdat reeds de Nederlandse wet voor buitenlandse arbitrale vonnissen regelt hoe en bij welke rechter de erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in Nederland moet worden bewerkstelligd, maar dat doet niet af aan de zojuist gegeven uitleg van artikel 2, welk artikel kennelijk is geschreven vanuit Amerikaansrechtelijk perspectief (volgens welk recht, althans het federale recht, (Federal Arbitration Act. s. 9) “
parties […] shall specify the court”).
Agreement: erkenning en tenuitvoerlegging van de
Final Awardbij de rechter te Amsterdam. Deze handelingen zouden onbegrijpelijk zijn ingeval wordt aangenomen dat [naam 1] zijn uitspraak in Nederland heeft gedaan. Verder kan uit de getuigenverklaring van [naam 1] worden afgeleid dat hij zich eind april / begin mei 2012 te New York bevond, terwijl de onderhavige uitspraak is gedaan op 8 mei 2012, en terwijl is gesteld noch gebleken dat [naam 1] tussen eind april en 8 mei 2012 naar Nederland is gereisd. Op grond van deze feiten wordt reeds als vaststaand aangenomen dat [naam 1] zijn uitspraak niet heeft gedaan op enige plaats in Nederland, maar te New York. In dit kader wordt ten slotte nog overwogen dat de omstandigheid dat [naam 1] zich met partijen heeft verstaan te Amsterdam en ook, in meer informele zin, in het vliegtuig naar Bulgarije – welk een en ander uit de stukken volgt en niet in geschil is – geen invloed heeft op de vaststelling van de plaats van arbitrage; artikel 1037 lid 3 Rv spreekt in relatie tot de plaats van arbitrage immers van “elke
andereplaats” (onderstreping rechtbank) die de arbiter geschikt acht voor het houden van een zitting. In dit verband wordt ook verwezen naar de parlementaire geschiedenis van het artikellid, de Memorie van Toelichting:
Agreementeen forumkeuze voor de rechter te Amsterdam gedaan. Deze forumkeuze is zeer ruim opgezet en het valt niet in te zien waarom een vernietigingsactie niet onder de forumkeuze zou vallen; zo’n actie valt immers te karakteriseren als een
“claim arising out of or in connection with [the] arbitration award”. In beginsel is de rechtbank daarom bevoegd om kennis te nemen van de vernietigingsactie op grond van artikel 8 lid 1 Rv waarin is bepaald dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, tenzij daarvoor geen redelijk belang aanwezig is.
Articlegepubliceerd op de website van de
International Council for Commercial Arbitration):
Final Awardheeft gegeven met toepassing van het Nederlands arbitrage-procesrecht (artikelen 1020 e.v. Rv), hetgeen in theorie mogelijk is ook al vond de arbitrage plaats te New York. Dat daarvan sprake is geweest, is echter gesteld noch gebleken; het heeft er daarentegen veeleer de schijn van dat de arbitrage in procedurele zin is beheerst door het recht van de VS, althans dat van de staat New York. Zo wordt in de toepasselijke
Arbitration Rulesgesproken van
evidence by affidavit, zijnde wél een Amerikaans maar géén Nederlands element van procesrecht. Het Verdrag van New York, waarbij de Verenigde Staten van Amerika en Nederland partij zijn, leidt in casu dus tot de conclusie dat het in Nederland erkennen en tenuitvoerleggen van de hier aan de orde zijnde
Final Awardslechts door een actie tot vernietiging (
to set aside) kan worden gefrustreerd indien zo’n actie wordt gedaan ten overstaan van de bevoegde rechter te New York: New York is de plaats van arbitrage en de arbitrage wordt ook beheerst door het recht van New York.
Final Awardhier in Nederland, of waar dan ook, onverlet, nu de bepalingen van voornoemd Verdrag van New York aan de vernietiging door een andere rechter voor de erkenning en tenuitvoerlegging geen gevolgen verbinden.
Final Award. Als de rechtbank zich te dezer zake bevoegd zou achten – waarvoor de forumkeuze van artikel 5 van de
Agreementop zichzelf wel de ruimte biedt – zou dit de exclusieve bevoegdheid van de rechter te New York inzake de vernietigingsactie omzeilen. Overigens zou die omzeiling de exclusieve bevoegdheid van de rechter te New York niet illusoir maken: het niet instellen van dan wel het falen van een vernietigingsactie voor de rechter te New York zou immers prevaleren boven een beslissing van deze rechtbank waarbij de gevraagde verklaring voor recht wordt gegeven; de verklaring voor recht zou dan immers geen effect hebben voor de erkenning en tenuitvoerlegging van de
Final Awardhier in Nederland of waar dan ook.