Beoordeling
6. De VU stelt zich op het standpunt dat [eiseres] in haar vordering tegen de VCHO niet ontvankelijk is. De VCHO is geen verplichtingen aangegaan jegens [eiseres] . Voor zover dat wel het geval zou zijn, zijn deze verplichtingen onder algemene titel overgegaan naar de Stichting VU-VUmc. Nu [eiseres] dit verweer van de VU niet heeft weersproken en ook niet heeft verduidelijkt waarom zij de VCHO naast Stichting Vu-VUmc in rechte heeft betrokken, zullen de vorderingen jegens VCHO worden afgewezen.
7. Volgens [eiseres] handelde de VU in strijd met de Leidraad, opgenomen in de Klachtenregeling WI, waarin staat dat anonieme klachten niet in behandeling (kunnen) worden genomen. VU heeft ten onrechte tot driemaal toe een klacht in behandeling genomen afkomstig van een geheel anonieme klager, aldus [eiseres] .
8. De kantonrechter overweegt als volgt. De interne Klachtenregeling VU, zoals die gold ten tijde van de ontvangst van de anonieme meldingen over [eiseres] , liet de mogelijkheid open om, indien daar naar het oordeel van de Ombudsman voldoende aanleiding toe bestond, een anoniem aangebrachte melding te behandelen. De Klachtenregeling VU wijkt daarin af van de Klachtenregeling WI. Dat deze afwijking niet is toegestaan en dat de VU gehouden is het beleid uit de Klachtenregeling WI toe te passen, is niet gebleken. De melding, die concreet was en onderbouwd, is door de Ombudsman in behandeling genomen, omdat daaruit volgde dat er een serieuze kans bestond dat de wetenschappelijke integriteit in het geding was, aldus de VU. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk. Evenals het LOWI in haar advies van 25 februari 2015 is de kantonrechter echter van oordeel dat de Ombudsman meer onderzoek had moeten doen naar met name de motieven van de melder en de noodzaak van de gevraagde anonimiteit, alvorens de meldingen in behandeling te nemen, zeker bij de tweede en derde melding. Het besluit om de anonieme meldingen in behandeling te nemen is daardoor op zichzelf echter nog niet in strijd met goed werkgeverschap en ook niet onrechtmatig jegens [eiseres] . Wel had de Ombudsman over het besluit om de anonieme meldingen in behandeling te nemen aan [eiseres] een gemotiveerde uitleg behoren te geven, aangezien het in behandeling nemen van anonieme meldingen vrij uitzonderlijk is, gezien ook de landelijke Klachtenregeling WI en de inmiddels -mede naar aanleiding van de onderhavige kwestie- aangepaste Klachtenregeling VU, waarbij de Ombudsman Wetenschappelijke Integriteit is afgeschaft en volledig anonieme meldingen niet meer in behandeling worden genomen. Door dit na te laten, heeft de VU niet als goed werkgever gehandeld. Overigens is gesteld noch gebleken dat [eiseres] schade heeft geleden doordat het onderzoek van de Ombudsman niet voldoende is geweest en uitleg over de beweegredenen om de meldingen - hoewel anoniem - toch in behandeling te nemen, is uitbleven.
9. VU heeft zich volgens [eiseres] onvoldoende neutraal en objectief opgesteld en vooringenomenheid betoond bij de behandeling van de anonieme meldingen. Daarmee is volgens haar het fair trial beginsel geschonden. Ook dit standpunt wordt door de kantonrechter niet gedeeld. De meldingen zijn onderzocht door een daarvoor speciaal ingestelde commissie. Het feit dat de Ombudsman deel uitmaakte van de commissie, kan, zoals ook het LOWI in het advies van 25 februari 2015 heeft geconstateerd, de schijn van vooringenomenheid wekken. Dat er ook daadwerkelijk sprake is geweest van vooringenomenheid bij het onderzoek kan echter niet worden vastgesteld. Evenmin kan worden vastgesteld dat sprake is van partijdigheid dan wel onvoldoende onafhankelijkheid bij de behandeling van de meldingen door de Ombudsman, voorafgaand aan het onderzoek. De inhoud van de e-mail correspondentie van de Ombudsman met de anonieme melder, waarin slechts om verduidelijking van een bepaald onderdeel van de melding wordt verzocht, geeft daartoe onvoldoende aanleiding.
10. [eiseres] stelt dat de VU de vertrouwelijkheid heeft geschonden, die de Klachtenregeling VU voorschrijft. De melding werd gedeeld met de media, door middel van de uitgebrachte persberichten en de mededelingen zijdens de VU aan journalisten, onder vermelding van de naam van [eiseres] . De VU heeft haar zodoende lichtvaardig verdacht gemaakt, waardoor haar reputatie ernstig is geschaad.
11. Door de VU zijn vrij snel na de ontvangst van de eerste anonieme melding een tweetal persberichten uitgebracht, aangehaald onder 1.8 en 1.10. De bezwaren van [eiseres] richten zich niet op het derde persbericht dat de VU op 1 november 2013 heeft doen uitgaan, zodat dit geen bespreking behoeft. Hoewel de VU heeft aangevoerd dat het uitbrengen van een persbericht over de uitgestelde promotie noodzakelijk was, zijn de persberichten daartoe niet beperkt gebleven. Daarin wordt immers bericht over onzorgvuldigheden en onvolkomenheden en in het tweede persbericht zelfs over een mogelijke schending van de wetenschappelijke integriteit door [eiseres] . Gebleken is bovendien dat over de inhoud van de genoemde persberichten vooraf geen overleg is geweest met [eiseres] . Door vroegtijdig, nog voordat er onderzoek had plaatsgevonden, op deze wijze en met deze bewoordingen naar buiten te treden, heeft de VU gehandeld in strijd met de in acht te nemen vertrouwelijkheid en zijn de belangen van [eiseres] onnodig geschaad. Dat het persbericht uitsluitend op de website van de VU is gepubliceerd, maakt dit oordeel niet anders. Deze website is niet alleen voor medewerkers en studenten, doch voor eenieder te raadplegen. In het commentaar dat decaan [naam 3] aan diverse dagbladen heeft gegeven, worden de beschuldigingen niet genuanceerd. Ook hij had, vanwege de vertrouwelijkheid en de nog onbekende uitkomst van het lopende onderzoek, in zijn commentaar terughoudend moeten zijn. De VU is als werkgever voor de uitlatingen van [naam 3] aansprakelijk.
12. De anonieme klager heeft volgens zowel de VU als [eiseres] , zelf ook contact gezocht met de media, naar aanleiding waarvan er in diverse kranten over de kwestie uitgebreide berichten verschenen die schadelijk waren voor de reputatie van [eiseres] . Daarvan kan de VU echter geen verwijt worden gemaakt. Dat de VU op enigerlei wijze hierin de hand heeft gehad of deze berichtgeving had kunnen voorkomen is niet dan wel onvoldoende gebleken. Wel is voldoende aannemelijk dat de belangstelling van de media door de persberichten werd gewekt, zodat de berichtgeving over [eiseres] niet langer beperkt bleef tot de kring van personen die de website van de VU raadplegen. De VU heeft er actief aan bijgedragen dat, zelfs al voordat de onderzoeksresultaten bekend waren, de eer en goede naam van [eiseres] werd aangetast.
13. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de VU heeft gehandeld in strijd met goed werkgeverschap en tevens onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] . De gevorderde verklaringen voor recht zullen daarom worden toegewezen.
14. [eiseres] heeft desgevraagd verklaard dat zij nog steeds last heeft van de beschuldigingen in de publicaties en dat een rectificatie voor haar met name binnen Nederland de weg weer vrij zou kunnen maken. De kantonrechter ziet echter geen grond om de gevorderde rectificatie toe te wijzen. De commissie Drenth heeft naar aanleiding van de melding over het proefschrift van [eiseres] in haar eerste rapport geoordeeld, dat in één hoofdstuk sprake is van plagiaat die niet het gevolg is van opzet maar terug is te voeren tot een gehanteerde werkwijze. In twee nadere hoofdstukken was sprake van een veel te ruime interpretatie van ‘zelfcitatie’, waardoor in feite sprake was van plagiaat. Tevens heeft de commissie overwogen dat een en ander [eiseres] niet ten volle is aan te rekenen, omdat zij zich heeft gevoegd naar de werkwijze van haar promotor. [eiseres] heeft tegen dit oordeel geen beroep aangetekend. De conclusie in het tweede rapport van de Commissie Drenth luidde dat in drie van de onderzochte publicaties sprake is van plagiaat, zij het dat de omvang daarvan aanzienlijke verschillen vertoont. Tegen deze beslissing heeft [eiseres] wel beroep ingesteld bij het LOWI. Na beoordeling heeft het LOWI vastgesteld dat weliswaar sprake is van plagiaat, maar dat [eiseres] de wetenschappelijke integriteit niet heeft geschonden. De VU heeft dit oordeel overgenomen. Dit brengt de kantonrechter tot het oordeel dat de persberichten, zoals aangehaald onder 1.8 en 1.10 geen onjuiste gegevens van feitelijke aard bevatten. Evenmin zijn deze door onvolledigheid misleidend. De in het voorgaande geconstateerde onzorgvuldigheid van de VU, die bestaat uit de schending van de vertrouwelijkheid, wordt niet weggenomen met publicatie van een rectificatie.
15. [eiseres] vordert vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade. De kantonrechter acht voldoende aangetoond dat [eiseres] is geschaad als gevolg van de persberichten van de VU en de uitlatingen van [naam 3] in de media. Echter niet alle voor [eiseres] schadelijke publicaties in de media zijn aan de VU toe te rekenen. De anonieme melder heeft immers ook contact gezocht met de media. De ophef die is ontstaan is slechts deels te wijten aan de handelwijze van de VU. De kantonrechter zal de door [eiseres] geleden immateriële schade schatten en bepaalt deze op € 7.500,-.
16. Daarnaast vordert [eiseres] een voorschot van € 10.000,- op de door haar geleden materiele schade met verwijzing naar een schadestaatprocedure. Zij stelt dat haar arbeidsovereenkomst met de VU niet werd voortgezet, ondanks een reeds gedane toezegging. Er was een speciaal budget gereserveerd voor een EU-project waaraan zij twee jaar zou kunnen werken. De VU wijst erop dat de aanstelling van [eiseres] voor bepaalde duur was en afliep, dat [eiseres] daarna nogmaals is gepromoveerd aan een Poolse Universiteit en dat zij thans een aanstelling als postdoc heeft in Stockholm. Zij betwist enige toezegging tot verlenging te hebben gedaan.
17. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij als gevolg van de schending van de vertrouwelijkheid door de VU enige materiële schade heeft geleden. Voor toewijzing van een voorschot van € 10.000,- heeft [eiseres] echter onvoldoende inzicht gegeven in welke schade zij heeft geleden, de omvang daarvan en het causaal verband met het thans vastgestelde schadeplichtig handelen van de VU. Voor de vaststelling van de schade en het causaal verband zal de zaak worden verwezen naar een schadestaatprocedure.
18. Bij deze uitkomst van de procedure zal de VU in de proceskosten van [eiseres] worden veroordeeld.