ECLI:NL:RBAMS:2016:2415

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
25 april 2016
Zaaknummer
KG ZA 16-169
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over beëindigingsvergoeding en doorbetaling loon werknemer bij Yukos International UK B.V.

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Yukos International UK B.V. De werknemer vorderde een beëindigingsvergoeding van € 360.000,- en doorbetaling van zijn loon, aangezien hij sinds januari 2016 geen salaris meer had ontvangen. De werknemer stelde dat zijn arbeidsovereenkomst was beëindigd door een bestuurswisseling en zijn ziekte, wat hem recht zou geven op de beëindigingsvergoeding volgens de arbeidsovereenkomst. Yukos betwistte deze claims en voerde aan dat de werknemer zelf ontslag had genomen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de werknemer niet kon aantonen dat de voorwaarden voor de beëindigingsvergoeding waren ingegaan, omdat de bestuurswisseling niet voldeed aan de voorwaarden zoals beschreven in de arbeidsovereenkomst. Ook werd de claim van de werknemer dat hij 'seriously ill' was, niet voldoende onderbouwd. De rechter wees de vorderingen van de werknemer af, behalve de vordering tot doorbetaling van zijn loon, die werd toegewezen. Yukos werd veroordeeld tot betaling van € 30.000,- netto per maand aan de werknemer, te vermeerderen met een vergoeding voor ziektekosten, vanaf 1 januari 2016 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/602716 / KG ZA 16-169 MvdV/MB
Vonnis in kort geding van 19 april 2016
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 23 maart 2016,
advocaten mrs. F.M. Peters en R. van Rijswijk te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.N. Huyzer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Yukos worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 1 april 2016 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en akte vermeerdering eis. Yukos heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van [eiser] : [eiser] , mr. Peters en mr. Van Rijswijk;
aan de zijde van Yukos: mr. B. O’Sullivan (juridisch adviseur Yukos in Engeland), mr. M. Drop en mr. Huyzer.
Tevens was aanwezig A. Burrough, tolk in de Engelse taal, ten behoeve van O’Sullivan.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is vanaf [datum] bij Yukos in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) als ‘ [functie] ’. Hij is de enige werknemer van Yukos in Nederland.
In de arbeidsovereenkomst is vermeld dat [eiser] eerder in dienst was bij Yukos Finance B.V. Daarvóór (vanaf 1 maart 2002) was [eiser] in dienst bij OAO Yukos Oil Company (“Yukos Oil”) in Moskou. Dit onder leiding van
[naam 1] geprivatiseerde voormalige Russische staatsbedrijf is in 2006 failliet verklaard. Voordien waren bij een reorganisatie de buitenlandse deelnemingen van Yukos Finance (een dochteronderneming van Yukos Oil) overgedragen aan Yukos International (hierna: STAK YI). De aandelen in Yukos worden gehouden door Stichting Administratiekantoor Yukos International. Sinds het faillissement zijn tal van procedures gevoerd tussen onder anderen de curator en de oude en nieuwe aandeelhouders en bestuurders (van dochtervennootschappen van Yukos Oil) onder meer over de rechtsgeldigheid van het faillissement, de eigendom van de aandelen en over te verrichten uitkeringen aan aandeelhouders. In deze procedures representeren (onder anderen) [naam 2] en [naam 3] de (niet aan de Russische staat gelieerde) nieuwe aandeelhouders/bestuurders.
2.2.
Punt 16 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt:

Termination of this agreement is possible according to the legal period. Also, in the event that this Agreement, is terminated by the Employer, the Employer will pay the Employee compensation in the amount of the equivalent of the Employee’s remuneration for the period of 12 (twelve) months.”
2.3.
In een e-mail van 11 juli 2006 heeft (een van de huidige bestuurders van Yukos) [naam 4] namens Yukos (met een kopie aan [naam 2] ) een aantal mededelingen gedaan aan [eiser] over zijn dienstverband en beloning. In deze
e-mail staat onder meer:

(…) Because of this change in compensation structure your bonus is included in your monthly amount so you will not receive an additional annual bonus in the future and because you will have been paid a severance of $600,000 there will be no additional severance payments made to you if you must leave your job at some future date.”
2.4.
In een addendum bij de arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2007 (ondertekend door [eiser] en namens Yukos door haar (toenmalige) bestuurders [naam 2] en [naam 3] ) is het volgende vermeld:

1) In the event of a change in the Management Board of the Employer, or a change of the control of the Employer/or dissolution of Stichting Administratiekantoor Yukos International, The Agreement is considered to be terminated by the Employer as of the date of such change, and the provisions of Clause 16 of the Agreement(punt 16 van de arbeidsovereenkomst, vzr.)
shall automatically become effective, requiring that the Employer, among other things, to provide the Employee with the termination payment as outlined in said Clause 16.
Payment of such termination payment shall be made not later than 30 calendar days after the termination of the employment. If said termination payment is not paid in full by the Employer within such 30 day period, then the Employer is obligated to pay to the Employee compensation equal to his monthly salary for each month, or part thereof, of the delay.
2
) (…) In case of serious illness of the Employee the Employee will be entitled to the full compensation as described in Clause 16 of the Agreement under the same terms and conditions as outlined in clause (1) above of this addendum.
2.5.
Volgens een addendum bij de arbeidsovereenkomst van 3 december 2011 bedraagt het netto maandsalaris van [eiser] € 30.000,-.
2.6.
[eiser] heeft (in productie 19) een aantal verklaringen van artsen in het geding gebracht, waarin staat dat hij wegens ziekte arbeidsongeschikt is. De eerste dateert van 11 augustus 2015 en de meest recente van 10 maart 2016 (en betreft de periode van 7 maart tot 16 april 2016).
2.7.
Volgens een besluit van STAK YI is [naam 3] op 16 september 2015 ‘dismissed’ als bestuurder van Yukos en is [naam 4] in zijn plaats benoemd.
2.8.
Bij brief van 12 oktober 2015 aan Yukos heeft [eiser] aanspraak gemaakt op de beëindigingsvergoeding, op grond van punt 16 in zijn arbeidsovereenkomst, aangezien door het ontslag van [naam 3] een bestuurderswisseling heeft plaatsgevonden. In de brief staat ook dat [eiser] door de stressvolle gang van zaken rond het vertrek van [naam 3] ziek is geworden. [eiser] heeft Yukos in deze brief verzocht aan hem een bedrag te betalen van (in totaal) € 1.835.000,- netto, aan contractuele beëindigingsvergoeding, vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, pensioenvergoeding en transitievergoeding.
2.9.
Bij brief van 22 oktober 2015 heeft (de raadsvrouw van) Yukos aan [eiser] meegedeeld zijn wens tot beëindiging van het dienstverband te betreuren, maar deze te respecteren en open te staan voor een minnelijke afwikkeling van het ontslag.
2.10.
Nadien heeft verdere (e-mail)correspondentie en overleg plaatsgevonden tussen [eiser] en Yukos (onder meer in de persoon van [naam 2] die daarbij het
e-mailadres ‘comradekoba@hotmail.com’ hanteert) over onder andere de overdracht van werkzaamheden door [eiser] . Ook zijn eind 2015 en begin 2016 over en weer voorstellen uitgewisseld tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst en een financiële afwikkeling daarvan. Partijen zijn het daarover niet eens geworden.
2.11.
Op 31 januari 2016 heeft [naam 3] in een aan [eiser] gerichte verklaring het volgende vermeld:

You have asked me (…) about my understanding of the meaning and intent of the provisions of Clause (1) relating to a change in the Management Board of Yukos International UK B.V.
While I cannot recall the discussions at the time that I signed the Addendum, I hereby confirm that my reading of the document certainly indicates to me that the termination provision may be triggered by either a change in the Management Board of Yukos (…), a change of control of Yukos (…) or dissolution of Stichting Administratiekantoor Yukos International, as separate unrelated events.”
2.12.
Onder de gedingstukken (productie 1 van Yukos) bevindt zich ook een (ongedateerde) verklaring van [naam 2] . Daarin staat onder meer:

The meaning of the severance term
(…)
It was understood by all parties to Mr. [eiser] ’s employment agreement that this term was intended to cover a very specific set of circumstances and not those to which Mr [eiser] now seeks to apply.
At the time when the contract was entered into, parts of Yukos group were under threat from companies (“Disputed Acquirers”) which claimed to have acquired ownership of the Yukos group companies as part of a number of auctions which were carried out following the forced (and sham) Russian bankruptcy of the assets [of] the Yukos Oil Company. These Disputed Acquirers were in our view criminal and dangerous as they had the backing of the Russian State. Those transactions, and the auctions from which they derive, are the subject of on-going litigation which is being fought across multiple jurisdictions (but primarily in the Netherlands) and which have been on-going since 2007.
As regards Yukos International the relevant Disputed Acquirer was a Russian company called Promneftstroy. Promneftstroy purported to acquire Yukos Finance B.V. (…). This ‘acquisition’ took place in the middle of August 2007. (…) Mr. [eiser] asked for an addendum to his contract to protect him from a Disputed Acquirer by having a one year pay-out in these circumstances. Because the fears were real and genuine this was agreed and the addendum was entered into on 8 August 2007 just a week or so before the ‘auction’ was due to take place. (…) it was mr. [eiser] who drafted the Addendum ant the Severance Term. (…)
The intention of the parties in creating the Severance Term was precise: that in the event that any of the Disputed Acquirers successfully obtained control of the Yukos company which employed Mr [eiser] , it would be likely that he would be removed from his role, or otherwise indirectly forced to leave his role, in such circumstance the management sought to ensure that Mr [eiser] was properly compensated for his forced loss of office. This was the limited scope of which all parties intended the Severance Term to have and Mr [eiser] was both aware of and complicit in this intention. (…) The departure of Mr [naam 3] as a managing director of Yukos International was not a consequence of a takeover by a Disputed Acquirer. (…) What has happened is that the place of one well known manager (Mr [naam 3] ) has been taken by another well known manager (Mr [naam 4] ). It is readily apparent on the facts that the Severance Term was not intended to apply is this context.”
2.13.
[naam 2] heeft [eiser] recentelijk twee sms-berichten gestuurd met (alleen) een afbeelding, de eerste van een hoofd van een agent met pet, de tweede van een zonnebril.
2.14.
Yukos heeft vanaf januari 2016 geen salaris meer aan [eiser] uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, samengevat en na vermeerdering van eis,
primair:
- Yukos te veroordelen om aan [eiser] binnen 3 dagen na de vonnisdatum te betalen een beëindigingsvergoeding van € 360.000,-, een vergoeding van € 30.000,- netto voor elke maand na 30 januari 2016 dat de beëindigingsvergoeding niet is voldaan, en een bedrag van € 135.000,- voor niet gebruikte vakantiedagen.
- Yukos op straffe van verbeurte van dwangsommen te verbieden om zelf, via haar bestuurders of andere vertegenwoordigers, waaronder [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] op enigerlei wijze contact op te nemen met [eiser] zolang hij ziek is;
subsidiair:
- Yukos op straffe van verbeurte van dwangsommen te veroordelen om [eiser] weder te werk te stellen in zijn functie van ‘ [functie] ’ en zijn loon van € 30.000,- netto per maand door te betalen, te vermeerderen met een maandelijkse vergoeding van € 469,91 voor ziektekosten, totdat de arbeids-overeenkomst met [eiser] rechtsgeldig zal zijn geëindigd.
primair en subsidiair:
- de uit te betalen vergoedingen te vermeerderen met wettelijke rente en maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en te bepalen dat Yukos alle gebruikelijke belastingheffingen over deze netto vergoedingen tijdig zal afdragen en voldoen;
- Yukos te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis zijn voldaan, en in de nakosten.
3.2.
[eiser] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat de voorwaarden uit (het addendum op) zijn arbeidsovereenkomst zijn ingetreden
– er is zowel sprake van een bestuurswisseling als van ‘serious illness’–
zodat de arbeidsovereenkomst geacht moet zijn beëindigd door Yukos. [eiser] stemt daarmee in. Yukos dient dan ook de overeengekomen vergoedingen te betalen.
Verder heeft [eiser] gedurende zijn hele dienstverband van 14 jaar in totaal maar 25 vakantiedagen opgenomen. Hij heeft daarom recht op een geldelijke vergoeding voor de overige niet genoten vakantiedagen. Nu [eiser] de verjaring van de vakantiedagen heeft gestuit (brieven van 12 oktober en 20 november 2012) heeft hij recht op betaling van tenminste 90 vakantiedagen. Daarnaast vordert [eiser] een contactverbod. Met name [naam 2] heeft hem e-mailtjes gestuurd, die onaangenaam van toon zijn en (middenin de nacht) sms’jes met plaatjes (emoticons) die op [eiser] intimiderend overkomen. Het e-mailadres dat [naam 2] hanteert, waarin deze verwijst naar de bijnaam van Stalin (‘comradkoba’), is in dit verband veelzeggend. [eiser] heeft veel last van dit soort pesterijen en ze schaden zijn gezondheid, terwijl hij al ernstig overspannen is. Yukos heeft een eigen ‘veiligheidsdienst’ (met [naam 6] als expert) en schuwt er niet voor om (voormalige) medewerkers die zij vermoedt naar ‘het Russische kamp’ te zijn overgelopen, onder wie een bekende van [eiser] , zwaar onder druk te zetten. [eiser] heeft willen optreden als ‘klokkenluider’, omdat (een deel van de) bestuurders van Yukos al jarenlang aan niemand meer verantwoording afleggen, doende zijn om zichzelf te bevoordelen en zich schuldig maken aan belangen-verstrengeling. Opvallend is dat [naam 3] , de bestuurder met wie [eiser] het meest te maken had en die hij vertrouwde, kort nadat [eiser] volgens [eiser] bestaande misstanden binnen Yukos onder diens aandacht had gebracht en [naam 3] deze vermoedelijk bij Yukos had aangekaart, het veld moest ruimen.
Yukos stelt niet in te stemmen met het intreden van de ‘ontslagclausule’, maar heeft wel dienovereenkomstig gehandeld, door de werkzaamheden van [eiser] over te dragen en hem geen salaris meer te betalen.
Voor zover de beëindigingsclausule niet is ingetreden, duurt het dienstverband nog voort en moet Yukos [eiser] , zodra hij weer beter is, weer te werk stellen in zijn gebruikelijke functie. Ondertussen moet het loon van [eiser] uiteraard worden doorbetaald. Overigens houdt Yukos zich totaal niet aan de in Nederland geldende voorschriften voor werkgevers bij arbeidsongeschiktheid en heeft zij ten onrechte, zonder een arts in te schakelen, twijfels geuit over het realiteitsgehalte van de ziekte van [eiser] .
Dit terwijl [eiser] al die jaren keihard heeft gewerkt en uitstekend heeft gefunctioneerd. Aldus [eiser] .
3.3.
Yukos voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Anders dan Yukos heeft betoogd heeft [eiser] bij zijn vorderingen een voldoende spoedeisend belang, nu het gaat om (het al dan niet geëindigd zijn van) zijn dienstverband en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen van Yukos. Niet in geschil is dat Yukos vanaf januari 2016 geen betalingen meer heeft verricht. De vorderingen van [eiser] zijn tegen deze achtergrond naar hun aard spoedeisend.
4.2.
Partijen verschillen van mening over de inhoud en strekking van het onder 2.4 weergegeven addendum van 8 augustus 2007, op grond waarvan [eiser] stelt recht te hebben op de beëindigingsvergoeding als bedoeld in ‘Clause 16’ van zijn arbeidsovereenkomst.
4.3.
Het verweer van Yukos dat [eiser] hoe dan ook geen aanspraak zou hebben op die beëindigingsvergoeding, omdat aan hem in 2006 al een bonus van
€ 600.000,- is uitgekeerd, waarmee hij, zoals zou blijken uit de e-mail van [naam 4] van 11 juli 2006 (aangehaald bij 2.3) geen recht meer zou hebben op vergoedingen bij een na die datum gelegen ontslag, wordt verworpen. Het addendum waarop [eiser] zich beroept en waarin aanvullende afspraken zijn gemaakt, dateert immers van na die e-mail. Bovendien blijkt nergens uit dat [eiser] met de in de
e-mail weergegeven zienswijze van [naam 4] heeft ingestemd, zoals [eiser] terecht heeft aangevoerd.
4.4.
De tegenover elkaar staande opvattingen over de inhoud en reikwijdte van het addendum nopen tot nadere uitlegging daarvan. Niet alleen de letterlijke tekst is daarbij van belang, maar ook dient acht te worden geslagen op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan het overeengekomene mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.5.
Niet in geschil is dat het addendum tot stand is gekomen in het heetst van de strijd over de aandelen in (aan) Yukos (gelieerde vennootschappen), vlak vóórdat in Rusland een veiling van (de aandelen in) Yukos Finance zou plaatsvinden. [eiser] heeft de stelling van Yukos dat [eiser] , [naam 2] en de andere Yukos bestuurders toen nog eendrachtig stelling namen tegenover de aan de Russische staat gelieerde Yukos-tak, niet weersproken. [eiser] heeft evenmin betwist dat het amendement tegen voornoemde achtergrond op zijn verzoek tot stand is gekomen en dat hij de tekst ervan heeft opgesteld.
Honorering van het standpunt van Yukos, uitgebreid toegelicht in de bij 2.12 geciteerde verklaring van [naam 2] , (in een eventuele bodemprocedure) dat het addendum niet los kan worden gezien van deze context en uitdrukkelijk (en alleen) was bedoeld voor de situatie dat (de aandelen) Yukos of het bestuur over Yukos door de ‘Russische tak’ zou worden overgenomen, kan dan ook in de gegeven omstandigheden voorshands aannemelijk worden geacht. Anders dan [eiser] heeft bepleit is het enkele vervangen van [naam 3] door een andere (niet aan de Russische staat gelieerde) bestuurder onvoldoende om aan te nemen dat de situatie als bedoeld in het addendum (“a change in the Management Board”) hier aan de orde is. Anders dan [eiser] heeft bepleit valt dat ook niet af te leiden uit de verklaring van [naam 3] zelf, die slechts in algemene bewoordingen de inhoud van het addendum herhaalt.
Van een “change of control” is in elk geval geen sprake, aangezien geen wijzigingen zijn opgetreden in de aandeelhouder.
4.6.
De stelling van [eiser] dat [naam 3] de laan uitgestuurd is omdat hij na een tip van [eiser] de andere bestuurders met belangenverstrengeling zou hebben geconfronteerd, zou juist kunnen zijn, maar staat tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Yukos volgens wie [naam 3] eenvoudigweg vanwege zijn leeftijd en in goed overleg met pensioen zou zijn gegaan. Ook in dit opzicht kan daarom voorshands niet van de zienswijze van [eiser] worden uitgegaan.
4.7.
Ook de stelling van [eiser] dat los van de verandering in het bestuur het addendum van toepassing is, omdat hij ‘seriously ill’ is, zal worden gepasseerd. Nog los van de vraag welke gelding dit beding heeft, nu de situatie als hiervoor onder 4.5. weergegeven hier niet aan de orde is, geldt het volgende.
Weliswaar heeft [eiser] voldoende medische gegevens overgelegd om aan te nemen dat hij op dit moment wegens ziekte niet in staat is om zijn arbeid te verrichten, maar op grond daarvan kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat hij ‘seriously ill’ is, zoals in het addendum bedoeld, hetgeen Yukos betwist. Van belang is daarbij dat de arbeidsongeschiktheid van [eiser] pas is ingetreden in augustus 2015 en dat niet duidelijk is wat de prognoses zijn omtrent de mogelijkheden tot herstel en de termijn waarop dat zou kunnen intreden.
4.8.
Nu voorshands onvoldoende vaststaat dat één van de situaties als vermeld in het addendum aan de orde is, kan er evenmin vanuit worden gegaan dat het dienstverband met [eiser] op initiatief van Yukos geacht moet worden te zijn geëindigd. De vorderingen van [eiser] die daarvan uitgaan (en zien op de beëindigingsvergoeding, de daarop gebaseerde rente en boetes en de vergoedingen wegens niet genoten vakantiedagen) worden daarom afgewezen. Wat betreft de vakantiedagen wordt daarbij nog opgemerkt dat Yukos gemotiveerd heeft betwist dat [eiser] de afgelopen 13 jaar maar 25 vakantiedagen heeft opgenomen, onder meer met verwijzing naar een e-mail van [eiser] zelf, waarin hij stelt ‘on holiday’ te zijn. Zonder nader onderzoek naar de feiten, waarvoor het kort geding zich niet leent, kan ook op dit punt voorshands daarom niet van de stellingen van [eiser] worden uitgegaan, al ligt het op de weg van de werkgever een administratie met betrekking tot verlofdagen bij te houden. Dat [eiser] ook tijdens vakanties voor werkzaamheden bereikbaar was maakt dat niet anders, aangezien dat in een positie als de zijne (met navenante beloning) niet ongebruikelijk is.
4.9.
Het gevorderde contactverbod wordt begrepen in samenhang met de eventuele toewijzing van de primaire vordering. Nu dat niet aan de orde is, ligt ook het contactverbod voor afwijzing gereed. Daar komt bij dat Yukos heeft verklaard dat geen sms’jes met afbeeldingen (‘emoticons’) meer aan [eiser] zullen worden toegezonden, en voortaan slechts zakelijke correspondentie tussen partijen zal worden uitgewisseld. In dit verband heeft [eiser] bij een contactverbod ook onvoldoende belang, daargelaten dat een contactverbod bezwaarlijk kan worden toegewezen jegens personen die in deze zaak geen partij zijn, zoals Yukos terecht heeft aangevoerd.
4.10.
Resteert de subsidiaire vordering van [eiser] tot doorbetaling van zijn loon en (nadat hij weer arbeidsgeschikt zal zijn) wedertewerkstelling.
4.11.
Volgens Yukos moeten ook de subsidiaire vorderingen van [eiser] worden afgewezen, omdat zijn dienstverband is geëindigd, weliswaar niet op initiatief van Yukos na intreding van (een van) de voorwaarde(n) uit het addendum, maar omdat [eiser] door middel van zijn brief van 12 oktober 2015 zelf ontslag zou hebben genomen. Hierin wordt Yukos niet gevolgd, waarbij het volgende wordt overwogen.
4.12.
[eiser] heeft zijn standpunt dat zijn dienstverband met Yukos is geëindigd steeds uitdrukkelijk gekoppeld aan het intreden van de voorwaarden uit het addendum van 2007. In de brief van 12 oktober 2015 wordt daar ook expliciet naar verwezen. Een beëindiging als bedoeld in het addendum geldt als een beëindiging op initiatief van Yukos. Nu deze situatie niet aan de orde is, moet het ervoor worden gehouden dat het dienstverband van [eiser] tot op heden voortduurt. Anders dan Yukos heeft bepleit, kunnen de uitlatingen van [eiser] in voornoemde brief en ook overigens niet worden gelijk gesteld met een ontslagname van zijn kant. Zijn mededelingen kunnen niet worden opgevat als een duidelijke en ondubbelzinnige op de beëindiging van het dienstverband gerichte verklaring, als zij worden losgekoppeld van het addendum en de beëindigingsvergoeding. Vooralsnog moet daarom worden aangenomen dat het dienstverband van [eiser] met Yukos onverminderd voortduurt.
4.13.
Dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat betekent niet dat de vordering tot wedertewerkstelling zal worden toegewezen. Gelet op de uitlatingen die over en weer zijn gedaan en het gevorderde contactverbod is namelijk aannemelijk dat de verhoudingen tussen partijen ernstig zijn verstoord. Ook is op grond van de door [eiser] in het geding gebrachte medische verklaringen, die ook in het bezit zijn van Yukos, voldoende aannemelijk dat hij wegens ziekte thans niet in staat is om te werken. Over de vraag op welke termijn hij weer hersteld zal zijn valt vooralsnog weinig te zeggen. In dit verband is voor toewijzing van een wedertewerkstelling geen plaats. Op zijn minst zal een traject met een Arbodienst in gang moeten worden gezet en nader overleg tussen partijen moeten worden gevoerd om zo mogelijk het over en weer ontstane wantrouwen weg te werken, alvorens [eiser] eventueel zijn werkzaamheden weer zou kunnen hervatten. Zijn spoedeisend belang bij toewijzing van dit onderdeel van de vordering is tegen die achtergrond twijfelachtig.
4.14.
Nu aannemelijk is dat [eiser] ziek is in de zin van artikel 6:629 van het Burgerlijk Wetboek heeft [eiser] wel recht op doorbetaling van zijn gebruikelijke loon. Yukos heeft het recht op doorbetaling bij ziekte op zichzelf ook niet betwist. Wel heeft Yukos twijfels geuit over het realiteitsgehalte van de arbeids-ongeschiktheid van [eiser] , maar nu Yukos, anders dan [eiser] , haar stellingen op dit punt niet heeft onderbouwd met een medisch oordeel, wordt aan die twijfels voorbij gegaan.
4.15.
De conclusie is dat (alleen) dit onderdeel van de (subsidiaire) vorderingen van [eiser] - de vordering tot doorbetaling van loon - zal worden toegewezen. Daarbij valt vooralsnog niet uit te sluiten dat de rechter in een eventuele bodemprocedure de wettelijke verhoging over het achterstallige loon, gegeven de hiervoor geschetste omstandigheden, zal matigen tot nihil. In dit kort geding is de verhoging daarom niet toewijsbaar. Wel zal worden toegewezen de wettelijke rente over de achterstallige bedragen en de maandelijkse vergoeding voor ziektekosten, alsook zal worden bepaald dat Yukos de gebruikelijke belastingheffingen over de maandelijkse vergoedingen tijdig zal afdragen en betalen, aangezien Yukos op deze punten geen verweer heeft gevoerd.
4.16.
Nu partijen over en weer op punten in het (on-)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd, als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Yukos tot betaling van een bedrag van € 30.000,- netto per maand aan [eiser] , te vermeerderen met een bedrag van € 469,91 netto per maand aan vergoeding voor ziektekosten, vanaf 1 januari 2016 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst met [eiser] rechtsgeldig zal zijn geëindigd en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen te rekenen vanaf de datum waarop deze verschuldigd zijn tot aan de voldoening;
5.2.
bepaalt dat Yukos over de uit te keren bedragen tijdig de gebruikelijke belastingheffingen zal afdragen en voldoen;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.5.
compenseert de kosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2016. [1]

Voetnoten

1.type: