1.1.Bij het primaire besluit heeft verweerder eiseres op grond van het rapport van de verzekeringsarts van 15 september 2014 en het rapport van de arbeidsdeskundige van 25 september 2014 per 1 november 2013 58,81% en per 25 september 2014 55,01% arbeidsongeschikt geacht. De eerder verstrekte loongerelateerde WGA-uitkering wijzigt niet.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd. Aan het bestreden besluit heeft verweerder het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 29 december 2014 en het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 9 februari 2014 ten grondslag gelegd.
3. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat er in de periode vanaf 1 november 2013 sprake was van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Eiseres heeft in dat verband ter zitting een beroep gedaan op de situatie zoals omschreven in artikel 2, vijfde lid, aanhef en onder d, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit). Eiseres was in die periode niet zelfredzaam. Zij was belast met een gegeneraliseerde angststoornis en kon in die periode niet zelfstandig wonen. Verder ging de opname bij de [naam] kliniek niet door, omdat een intensieve behandeling voor de hulpvraag van eiseres geschikter werd geacht. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres in beroep het rapport van 4 augustus 2015 van psychiater, E.M. Thiel-Pool, overgelegd.
4. Op grond van artikel 2, vijfde lid, aanhef en onder d, van het Schattingsbesluit zijn benutbare mogelijkheden als bedoeld in het tweede tot en met het vierde lid alleen dan niet aanwezig indien de betrokkene als gevolg van een ernstige psychische stoornis in zijn zelfverzorging, in zijn directe samenlevingsverband alsook in zijn sociale contacten, waaronder zijn werkrelaties, niet of dermate minimaal functioneert dat hij psychisch niet zelfredzaam is.
5. De verzekeringsarts bezwaar en beroep, [de man] , heeft zoals blijkt uit de rapporten van 29 december 2014 en 18 augustus 2015, dossierstudie verricht en eiseres gezien bij de hoorzitting van 29 december 2014. Daarnaast heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de brief van de behandelend psychiater van 4 augustus 2015 bij zijn beoordeling betrokken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt als diagnose: gegeneraliseerde angststoornis. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is het invoelbaar dat eiseres, gelet op de uitlatingen van de werkcoach, ervan uitging dat zij volgens de Uwv-criteria niet beschikte over benutbare mogelijkheden en zich hierin bevestigd zag met een aanmelding voor een opname. De [naam] kliniek kon hiervoor uiteindelijk niet de indicatie stellen. De facto zijn er dus in de periode vanaf november 2013 benutbare mogelijkheden geweest, omdat er geen sprake was van een opname. Wel was er een behandeling, die in november 2013 werd geïntensiveerd naar eenmaal per week en in de kerstperiode naar tweemaal per week. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep was er geen sprake van opname c.q. geen benutbare mogelijkheden. De behandelingen waren verdisconteerd in de urenbeperking. Er moet wel worden onderkend dat er forse beperkingen waren als gevolg van de gegeneraliseerde angststoornis, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Met de toegevoegde en aangescherpte beperkingen in persoonlijk en sociaal functioneren is deze diagnose voldoende weergegeven. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep bevestigt de informatie van de psychiater hetgeen reeds bekend was uit de boordeling in bezwaar. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen aanleiding om op medische gronden een andere beslissing te nemen.
6. In geschil is de vraag of er per 1 november 2013 gelet op de psychische situatie van eiseres sprake was van geen benutbare mogelijkheden. De beoordeling van de arbeidsongeschiktheid per 25 september 2014 staat tussen partijen niet ter discussie.