ECLI:NL:RBAMS:2016:1847

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2016
Publicatiedatum
31 maart 2016
Zaaknummer
C/13/583153 / HA RK 15-69
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executoriale verkoop van certificaten van aandelen en de gevolgen van fiduciaire overdracht

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 maart 2016 een beschikking gegeven in een civiele procedure betreffende de executoriale verkoop van certificaten van aandelen in de besloten vennootschap Kingslane B.V. De verzoekster, een besloten vennootschap, had beslag gelegd op de certificaten van aandelen van verweerder sub 1, die in het verleden een fiduciaire overdracht van deze certificaten aan een derde-belanghebbende had gesteld. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de door verweerders gezamenlijk overgelegde akte van overdracht onvoldoende bewijs bood voor de stelling dat de certificaten ten tijde van de beslaglegging niet meer tot het vermogen van verweerder sub 1 behoorden. De rechtbank oordeelde dat de fiduciaire eigendomsoverdracht naar Nederlands recht nietig is en dat de certificaten op het moment van beslaglegging nog steeds deel uitmaakten van het vermogen van verweerder sub 1. Hierdoor stond de gestelde overdracht niet in de weg aan de executie van de certificaten. De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de certificaten ter executie zullen worden verkocht, met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen inzake vervreemding en overdracht. Tevens is een gerechtsdeurwaarder aangewezen om de executie ter hand te nemen en is de termijn voor de verkoop van de certificaten vastgesteld op één jaar, met de mogelijkheid tot verlenging.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/583153 / HA RK 15-69
Beschikking van 31 maart 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te [plaats] ,
verzoekster,
nader te noemen [verzoekster] ,
advocaat mr. P. Bavelaar te Amsterdam,
tegen

1.[verweerder sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
nader te noemen [verweerder sub 1] ,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR KINGSLANE,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster,
nader te noemen STAK Kingslane,
3. de vennootschap naar Duits recht
[belanghebbende],
gevestigd te [plaats] ,
derde-belanghebbende,
nader te noemen [belanghebbende] ,
advocaat mr. J. Witvoet te De Bilt.
[verweerder sub 1] , STAK Kingslane en [belanghebbende] zullen hierna samen worden aangeduid als [verweerders gezamenlijk]

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 26 november 2015;
  • de akte overleggen producties van [verweerders gezamenlijk] van 17 december 2015 met producties;
  • de akte houdende reactie op akte overleggen producties van [verzoekster] van 21 januari 2016 met producties;
  • de akte uitlating producties van [verweerders gezamenlijk] met één productie.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenbeschikking heeft de rechtbank geoordeeld dat de door [verweerders gezamenlijk] overgelegde akte van overdracht van 19 april 2011 onvoldoende bewijs was voor zijn stelling dat de certificaten van aandelen in het kapitaal van Kingslane (hierna: de certificaten) ten tijde van de beslaglegging door [verzoekster] op 25 september 2013 niet meer tot het vermogen van [verweerder sub 1] behoorden. [verweerders gezamenlijk] is in de gelegenheid gesteld om (nader) bewijs te leveren van de door hem gestelde overdracht van de certificaten aan [belanghebbende] .
2.2.
Bij akte heeft [verweerders gezamenlijk] het volgende in het geding gebracht:
2.2.1.
een e-mail van 14 december 2015 van [naam 1] (hierna: [naam 1] ), directeur/eigenaar van [belanghebbende] . Hierin verklaart [naam 1] aan de advocaat van [verweerders gezamenlijk] :
“bezugnehmend auf ihre Bitte erkläre ich hiermit nochmals ausdrücklich, dass ich im Namen der [belanghebbende] GmbH mit der Stiftung STAK Kingslane am 19. April 2011 einen Vertrag über die Übertragung von Gewinnzertifikaten abgeschlossen habe (..).
Diese Übertragung hat im zusammenhang mit einem Darlehensvertrag über 1 Mio. Euro für den Erwerb von Gewerbeeinheiten von [naam 2] (Projekt Maximiliancenter Bonn) und im Rahmen eines Vertrag im zusammenhang mit der Beteiligung an einer Fitness- und Welnesskette in Budapest (Ungarn) stattgefunden.”;
2.2.2.
een brief van de Duitse advocaat van [belanghebbende] d.d. 8 juli 2011 aan [verweerder sub 1] , waarin deze mededeelt:
“ [belanghebbende] GmbH als Eigentümer der Gewinnzertifikate had jedoch Schwierigkeiten mit einer Verpfändung von Anteilen der Kingslane und GDG GmbH und Co.KG.”;
2.2.3.
een brief van genoemde advocaat van 5 augustus 2011, waarin deze laatste nogmaals schrijft:
“Wie schon persönlich mit Ihnen besprochen ist, hat mein Mandant erhebliche Schwierigkeiten mit einer Verpfändung der Anteile von Kingslane BV als sicherheit, (…)
Daher kann mein Mandant einer Verpfändung der Anteile von Kingslane BV nicht zustimmen.”;
2.2.4.
een e-mail van [naam 3] van [verzoekster] van 27 augustus 2011, gericht aan [verweerder sub 1] en genaamd “doorbreken van impasse!”, waarin, voor zover van belang, staat:
“- verbod van verpanding van aandelen met een direct opeisbare boete van Euro 500.000,- bij overtreding.”;
2.2.5.
een e-mailwisseling van 30 augustus 2011 tussen [verweerder sub 1] en mr. Bavelaar, raadsman van [verzoekster] , waarin [verweerder sub 1] schrijft:
“Er wordt nog steeds gesproken over de verpanding van Kingslane etc.”
en waarop mr. Bavelaar antwoordt:
“Ik zal ervoor zorgdragen dat e.e.a. wordt aangepast.”;
2.2.6.
een deel van een verklaring van [naam 1] neergelegd in een e-mail. Hieruit volgt volgens [verweerders gezamenlijk] dat [verweerder sub 1] destijds de aandelen in een Hongaarse fitness vennootschap moest betalen. Omdat hij het geld niet had, heeft [naam 1] voor hem betaald en als vergoeding daarvoor de certificaten overgedragen gekregen. [verweerders gezamenlijk] biedt ook aan om [naam 1] als getuige te laten horen.
2.3.
[verzoekster] heeft als belangrijkste verweer aangevoerd dat voor zover er al een overdracht van de certificaten heeft plaatsgevonden, de certificaten ten titel van zekerheid zijn overgedragen. Nu een fiduciaire eigendomsoverdracht naar Nederlands recht sinds de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in 1992 nietig is en de fiduciaire overdracht ook naar Duits recht slechts een zekerheidsrecht tot gevolg heeft, staat deze eigendoms-overdracht niet aan het gelegde beslag in de weg, aldus [verzoekster] . [verzoekster] voert in dit verband aan dat [verweerder sub 1] zijn zakelijke belangen heeft ondergebracht in Kingslane en dat het niet aannemelijk is dat hij 99% van zijn belang in Kingslane zou overdragen aan [belanghebbende] , nu daarmee ook 99% van zijn inkomsten uit zijn zakelijke belangen zou zijn overgedragen aan [belanghebbende] , tenzij de overdracht ten titel van zekerheid zou zijn geschied. Met betrekking tot de verklaring van [naam 1] voert [verzoekster] aan dat [naam 1] een partijgetuige is, en voorts wijst zij erop dat de overdracht volgens [naam 1] heeft plaatsgevonden in samenhang met een ‘Darlehensvertrag’, hetgeen een overeenkomst van geldlening is, wat er ook weer op wijst dat de overdracht slechts ten titel van zekerheid heeft plaatsgevonden. Ook uit de e-mails uit 2011 over de bezwaren van [belanghebbende] tegen verpanding van de aandelen blijkt volgens [verzoekster] eerder dat sprake is van een fiduciaire eigendomsoverdracht dan van een algehele eigendomsoverdracht.
2.4.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verweerders gezamenlijk] de argumenten van [verzoekster] dat sprake is van een overdracht ten titel van zekerheid niet, althans onvoldoende, weerlegd. Ook is niet (althans onvoldoende) toegelicht waarom en hoe [verweerder sub 1] nog een pandrecht op de (overwegend gecertificeerde) aandelen verleend zou kunnen hebben, al dan niet met toestemming van [belanghebbende] , als hij geen eigenaar van de certificaten meer was. Nu aldus het verweer van [verzoekster] dat slechts sprake was van een fiduciaire overdracht slaagt, en een dergelijke overdracht naar Nederlands recht nietig is, staat de door [verweerders gezamenlijk] gestelde (fiduciaire) overdracht niet aan het op 25 september 2013 door [verzoekster] ten laste van [verweerder sub 1] gelegde beslag op de certificaten in de weg. De certificaten hebben het vermogen van [verweerder sub 1] immers nimmer verlaten en maakten daar op 25 september 2013 nog deel vanuit.
2.5.
Dit betekent dat het verzoek van [verzoekster] zal worden toegewezen en dat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 474g lid 3 Rv, zal bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht van de certificaten dient te geschieden.
2.6.
Op grond van artikel 474g lid 4 Rv geldt als uitgangspunt dat zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen inzake vervreemding en overdracht in acht dienen te worden genomen. Er zijn geen redenen om van dit uitgangspunt af te wijken en daar is overigens ook niet om verzocht.
2.7.
[verzoekster] heeft in het verzoekschrift geen deurwaarder voorgedragen die de executie ter hand zou willen nemen. Het beslag is gelegd door het deurwaarderskantoor Van Roon, Saly & Partners. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat gerechtsdeurwaarder Van Roon thans is geschorst. De rechtbank heeft daarom een andere gerechtsdeurwaarder benaderd en deurwaarder J.S. Evers van het kantoor Groot & Evers Gerechtsdeurwaarders bereid gevonden de executie ter hand te nemen. De rechtbank zal hem voor dat doel aanwijzen. De deurwaarder zal die vorm van verkoop - openbaar of onderhands - kunnen kiezen die naar zijn deskundig oordeel in het onderhavige geval tot de hoogste opbrengst zal leiden, hetgeen in het belang is van alle betrokkenen.
2.8.
De rechtbank zal bepalen dat [verweerders gezamenlijk] zijn medewerking aan de verkoop dient te verlenen. Hij dient aan de deurwaarder onder meer op diens verzoek de voor de waardering en verkoop van de aandelen relevante (financiële) gegevens betreffende Kingslane te verstrekken, zoals nader in de beslissing vermeld.
2.9.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv dient de rechtbank de termijn te bepalen waarbinnen tot de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan. De rechtbank zal deze termijn bepalen op één (1) jaar. Deze termijn kan, indien nodig, op tijdig verzoek van (één van) partijen, door de rechtbank worden verlengd.
2.10.
De beschikking zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
2.11.
Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat alle ten laste van [verweerder sub 1] in beslag genomen certificaten van aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kingslane B.V., gevestigd te Amsterdam, ter executie zullen worden verkocht en overgedragen, met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding en overdracht van certificaten van aandelen, met inachtneming van hetgeen hierna verder is bepaald,
3.2.
wijst J.S. Evers, gerechtsdeurwaarder, werkzaam bij het kantoor Groot & Evers Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, dan wel een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan dit kantoor (hierna: de deurwaarder), aan als de deurwaarder met de executie belast, en belast hem met de in dat verband in de wet aan de deurwaarder opgedragen taken,
3.3.
bepaalt dat de deurwaarder die wijze van verkoop - openbaar of onderhands - kan kiezen die naar zijn deskundig oordeel tot de hoogste opbrengst zal leiden,
3.4.
bepaalt dat [verweerders gezamenlijk] medewerking aan de verkoop en overdracht van de certificaten moet verlenen,
3.5.
draagt [verweerders gezamenlijk] op om op eerste verzoek van de deurwaarder zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 14 dagen na een daartoe strekkend verzoek, alle voor de waardering en verkoop van de certificaten relevante (financiële) gegevens en overige door de deurwaarder gewenste informatie en inlichtingen te verstrekken (waaronder in ieder geval de meest recente jaarrekeningen van Kingslane B.V.),
3.6.
bepaalt dat de deurwaarder aan de potentiële kopers van de certificaten inzage zal verlenen in de hiervoor onder 3.5 bedoelde gegevens, indien en voor zover deze (tijdig) aan hem ter beschikking zijn gesteld,
3.7.
bepaalt de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de certificaten dient plaats te vinden op 12 maanden na heden, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig op verzoek van (een van) partijen, door de rechtbank kan worden verlengd, waarbij geldt dat een eventueel verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk op 31 maart 2017 dient te hebben bereikt,
3.8.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.9.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Dudok van Heel en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2016.