Uitspraak
2.Het geschil
3.De beoordeling
.In artikel 7:669 lid 4 BW is uitdrukkelijk vastgelegd dat de opzegging ook kan na de dag waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De ratio van voornoemde bepaling is gelegen in de wens van de wetgever om het voor een werkgever aantrekkelijker te maken om een werknemer te laten doorwerken na de pensioendatum, zo heeft Heinekenplein betoogd. Volgens Heinekenplein wordt haar stellingname ondersteund door artikel 7:671 lid 1 sub g BW (opzegging ex artikel 7:669 lid 4, zijnde één van de uitzonderingen op de regel dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet kan opzeggen zonder toestemming van de werknemer), alsmede door de artikelen 7:671b en 7:671b BW, waarin de situaties zijn opgesomd dat toestemming is vereist voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De pensioengerechtigde leeftijd komt in deze opsommingen niet voor.
opgezegd. Volgens het pensioenbeding, dat klaarblijkelijk onder de oude regelgeving is opgenomen in de arbeidsreglement, eindigt de arbeidsovereenkomst op de pensioendatum van rechtswege
zonder opzegging.Partijen hebben aan dit beding geen uitvoering gegeven, maar hebben de reeds bestaande arbeidsovereenkomst stilzwijgend
voortgezet. Het betoog dat sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst na [datum] kan dogmatisch misschien wel worden gevolgd, maar doet geen recht aan de feitelijk situatie, noch aan de strekking van artikel 7:669 lid 4 BW. Immers, [eiser] was voor en na zijn pensioendatum in dienst van Heinekenplein, en Heinekenplein heeft slechts eenmaal gebruik gemaakt van het recht om zich te beroepen op het door [eiser] bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd als grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst. Indien het betoog van [eiser] zou worden gevolgd, wordt voorbij gegaan aan het door de regering geachte voordeel van de regeling dat de werkgever de pensioengerechtigde werknemer na het bereiken van de pensioendatum kan laten doorwerken in de wetenschap dat bij een ontslag geen procedure hoeft te worden gevolgd om de arbeidsovereenkomst te beëindigen [2] . Voorts wordt in aanmerking genomen dat het doel van de regeling is om werken na de AOW-leeftijd voor werknemers mogelijk te maken.
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Heinekenplein begroot op € 400,- voor salaris van de gemachtigde, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
- veroordeelt [eiser] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis hebben voldaan, een en ander voor zover van toepassing inclusief BTW;
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.