Op 15 januari 2016 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.W.J. Ros, kantonrechter te Amsterdam, met betrekking tot een eerder genomen rolbeslissing. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder het wrakingsverzoek en de schriftelijke reactie van de rechter. Tijdens de openbare zitting op 12 februari 2016 is het verzoek behandeld, maar verzoeker is niet verschenen. De rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten. De zaak betreft een eerder ingediende procedure met rolnummer CV 15-22057, waarbij verzoeker op 12 november 2015 een wrakingsverzoek had ingediend dat was afgewezen. De rolrechter had op 24 december 2015 besloten om de wederpartij van verzoeker de gelegenheid te geven om op 21 januari 2016 een conclusie van antwoord in oppositie te nemen. Verzoeker heeft zich beklaagd over deze beslissing en verzocht om heroverweging, maar de rechter heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de weigering van de rechter om de rolbeslissing te heroverwegen een processuele beslissing is die geen grond voor wraking oplevert. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af en bepaalt dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze zaak niet in behandeling worden genomen.