ECLI:NL:RBAMS:2016:1484
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking exploitatie- en Drank- en Horecawetvergunning van een parenclub in Amsterdam Noord na negatief Bibob advies
Op 18 maart 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de burgemeester van Amsterdam de exploitatievergunning en de Drank- en Horecawetvergunning van een parenclub in Amsterdam Noord heeft ingetrokken. De burgemeester baseerde deze beslissing op een negatief advies van het Landelijk Bureau Bibob, dat aangaf dat er een ernstig gevaar bestond voor witwaspraktijken via de club. De vennoten van de club hadden in het verleden grote leningen ontvangen van een buitenlandse vennootschap, die toebehoorde aan een drugshandelaar, en deze leningen waren nooit afgelost. De voorzieningenrechter oordeelde dat de parenclub niet open hoefde te blijven tijdens de bezwaarprocedure, omdat er voldoende aanwijzingen waren dat de exploitatie van de club mogelijk betrokken was bij criminele activiteiten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het oordeel in deze voorlopige voorzieningenprocedure een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor een eventueel bodemgeding. De rechter heeft de belangen van de verzoekster, die de exploitatie van de club wilde voortzetten, afgewogen tegen het belang van de burgemeester om criminele beïnvloeding en misbruik van vergunningen te bestrijden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester terecht had gesteld dat er een groot maatschappelijk belang was bij de onmiddellijke sluiting van de club, gezien de betrokkenheid van de vennoten bij criminele activiteiten.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij oordeelde dat de belangen van de burgemeester zwaarder wogen dan die van de verzoekster. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 maart 2016, en tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.