Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
de rechtbank Rome, Italië (Kabinet GIP)en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
- Er is geen sprake van nieuwe feiten of omstandigheden. De beslissing van de voorzieningenrechter kan niet als zodanig worden beschouwd, nu die beslissing slechts ziet op de feitelijke overlevering ex artikel 36 OLW en niet op de ontoelaatbaarheid van overlevering ingevolge artikel 9 OLW.
- De officier van justitie heeft voorts geen rechtens te respecteren belang bij een nieuwe uitspraak van deze rechtbank. Met het nemen van een nieuwe beslissing waarin overlevering wordt toegestaan met een andere motivering wordt de beslissing van de voorzieningenrechter immers niet weggenomen of terzijde gesteld, het verbod van feitelijke overlevering blijft van kracht.
- De nieuwe vordering tot het in behandeling nemen van eenzelfde EAB waarop reeds is beslist past niet in het stelsel van de OLW waarbij de rechtbank beslist over de toelaatbaarheid van de overlevering ingevolge de OLW en de voorzieningenrechter beslist over de rechtmatigheid van de feitelijke overlevering. Tegen die beslissing van de voorzieningenrechter is hoger beroep mogelijk, die de officier van justitie ook heeft ingesteld. Naast die procedure bestaat geen ruimte voor een afzonderlijke en hernieuwde toetsing door de Overleveringsrechter.
5.Beslissing
niet-ontvankelijkin de vordering ex artikel 23 van de OLW.