ECLI:NL:RBAMS:2015:9155
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel in vreemdelingenzaken
Op 4 december 2015 is eiser, geboren in 1991 en van Irakese nationaliteit, op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet in bewaring gesteld. Eiser heeft op 4 december 2015 beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door mr. D.A. Riezebos, tot oplegging van deze vrijheidsontnemende maatregel. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 december 2015, waarbij eiser in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M.H.K. van Middelkoop, en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting was ook een tolk aanwezig.
Eiser betoogde dat hij niet duidelijk was gemaakt dat het aan hem was om bijzondere feiten en omstandigheden aan te voeren die de vrijheidsontnemende maatregel onevenredig zouden maken. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gedaan om eiser te informeren over zijn rechten en de procedure. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet had aangetoond dat eiser in de gelegenheid was gesteld om relevante informatie te verstrekken die tot een minder ingrijpende maatregel had kunnen leiden. Dit leidde tot de conclusie dat de vrijheidsontnemende maatregel vanaf het begin in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de onmiddellijke opheffing van de bewaring. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.195,-- aan eiser voor de onterecht opgelegde vrijheidsontneming, en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 980,--. Deze uitspraak werd gedaan door mr. A.A. Spoel, rechter, en bekendgemaakt op 18 december 2015.