Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 december 2015 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
26 mei 2014 weliswaar een boete opgelegd nadat eiser de op hem rustende inlichtingenplicht had geschonden, hetgeen heeft geleid tot ten onrechte uitbetaling van een volledige Wajong-uitkering, maar in die procedure heeft de verzekeringsarts gewezen op de verstandelijke beperking van eiser. Deze constatering van de verzekeringsarts zou er mogelijk toe kunnen leiden dat het UWV in dit specifieke geval zou instemmen met een minnelijke regeling. Eiser wijst er voorts op dat hij al tot de schuldhulpverlening was toegelaten en ten tijde van de beëindiging geen sprake was van relevante gewijzigde feiten of omstandigheden. Evenmin is één van de weigeringsgronden van de Beleidsregels schuldhulpverlening Amsterdam (beleidsregels) van toepassing. Ter zitting heeft eiser gesteld dat hij graag zou zien dat de schuldhulpverlening wordt hervat, omdat hij wil dat een minnelijke regeling tot stand wordt gebracht, waarbij bijvoorbeeld de maximale aflossingsperiode op vijf of drie jaar wordt gesteld.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 980,-.
mr.M.M. van Duren, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
18 december 2015.