ECLI:NL:RBAMS:2015:9087

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
13/730045-15 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding van een liquidatie met vuurwapens en brandstichting

In de zaak voor de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 10 december 2015, zijn twee verdachten veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de voorbereiding van een liquidatie. De verdachten werden op 6 juni 2015 in Amsterdam aangehouden terwijl zij in een gestolen BMW reden, uitgerust met een volautomatisch aanvalsgeweer, een pistool, een revolver en brandbare vloeistoffen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de donkere kleding, het kogelwerend vest en de wapens, duidden op een duidelijke intentie om een moord te plegen. De verklaringen van de verdachten waren inconsistent en ongeloofwaardig, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat zij samenwerkten met de intentie om een liquidatie uit te voeren. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachten zich schuldig maakten aan voorbereidingshandelingen voor moord en brandstichting, evenals wapenbezit en heling van de gestolen auto. De bestuurder van de BMW kreeg een gevangenisstraf van zeven jaar, terwijl de passagier, die ook betrokken was bij de wapens, acht jaar gevangenisstraf kreeg. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, gezien de recente golf van liquidaties in Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/730045-15 (Promis)
Datum uitspraak: 10 december 2015
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Trinidad en Tobago) op [geboortedatum] 1975,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande,
gedetineerd in het [detentie adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 november 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.M. Kees en van wat verdachte en zijn raadsman mr. S. Akkas naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te Amsterdam en/of [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf van moord en/of doodslag en/of opzettelijke vrijheidsberoving en/of diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 c.q. 282 c.q. 312 c.q. 317 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval een misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is gesteld, opzettelijk
a. a) een (gestolen) personenauto (merk: BMW) en/of
b) drie, in elk geval een of meer, (automatische) (vuur)wapen(s) (te weten een (doorgeladen) pistool (merk: Crvena Zastava) en/of een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of een (halfgeladen) volautomatisch aanvalsgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en /of een (doorgeladen) revolver (merk: Smith & Wesson)) en/of
c) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en/of (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of
d) een kogelwerend vest en/of
e) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) en/of
f) een aansteker en/of
g) een rol wc-papier en/of
h) een of meer paar (donkerkleurige) handschoen(en) en/of
i. i) een of meer (donkerkleurig(e)) kledingstuk(ken)
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
(Artikel 289 en/of 287 en/of 282 en/of 312 en/of 317 jo 47 jo 46 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 06 juni 2015 te Amsterdam en/of [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf van moord en/of doodslag en/of opzettelijke vrijheidsberoving en/of diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 c.q. 282 c.q. 312 c.q. 317 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval een misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is gesteld, opzettelijk
a. a) een (gestolen) personenauto (merk: BMW) en/of
b) drie, in elk geval een of meer, (automatische) (vuur)wapen(s) (te weten een (doorgeladen) pistool (merk: Crvena Zastava) en/of een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of een (halfgeladen) volautomatisch aanvalsgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en /of een (doorgeladen)
revolver (merk: Smith & Wesson)) en/of
c) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om
verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en/of (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of
d) een kogelwerend vest en/of
e) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) en/of
f) een aansteker en/of
g) een rol wc-papier en/of
h) een of meer paar (donkerkleurige) handschoen(en) en/of
i. i) een of meer (donkerkleurig(e)) kledingstuk(ken) bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
voorhanden heeft gehad,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 06 juni 2015 te Amsterdam en/of [plaats 1] , in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door
a. a) een (gestolen) personenauto (merk: BMW) te besturen in opdracht van [medeverdachte] en/of
b) drie, in elk geval een of meer, (automatische) (vuur)wapen(s) (te weten een (doorgeladen) pistool (merk: Crvena Zastava) en/of een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of een (halfgeladen) volautomatisch aanvaisgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en /of een (doorgeladen) revolver (merk: Smith & Wesson)) in voornoemde personenauto te vervoeren en/of
c) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of (in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om
verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en/of (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm) in voornoemde personenauto te vervoeren en/of
d) een kogelwerend vest te dragen en/of
e) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) in voornoemde personenauto te vervoeren en/of
f) een aansteker en/of een rol wc-papier (bedoeld om voornoemde personenauto in de brand te steken) met zich mee te voeren en/of
h) een of meer paar (donkerkleurige) handschoen(en) te dragen en/of
i. i) een of meer (donkerkleurig(e)) Idedingstuk(ken) te dragen en/of
j) (op) een of meerdere perso(o)n(en) en/of een personenauto (merk BMW) te observeren en/of af te leggen en/of te posten (bij/vanaf [café] aan de Amstelveense weg) en/of
k) (vervolgens) achter die/deze perso(o)n(en) en/of die personenauto (merk BMW) aan te rijden;
(Artikel 289 en/of 287 en/of 282 en/of 312 en/of 317 jo 47 jo 48 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 06 juni 2015, te Amsterdam en/of [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten brandstichting (als bedoeld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht) in/aan een (gestolen) BMW, althans een personenauto, opzettelijk
a. a) twee, althans een of meer flessen (met daarin benzine, althans enige ontvlambare vloeistof) en/of
b) een aansteker en/of
c) een rol wc-papier
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
(Artikel 46 jo 157 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te Amsterdam , in ieder geval in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s) van categorie II en/of III voorhanden heeft gehad, te weten
a)een (half geladen) volautomatisch aanvalsgeweer (merk Zastava, systeem AK-47)) en/of
b)een (doorgeladen) pistool (merk Crvena Zastava, model 70)) en/of
c)een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en/of
d)een doorgeladen revolver (merk Smith& Wesson) en/of
munitie van categorie III, te weten
e)(een patroonmagazijn, bestemd voor een Crvenna Zastava, met daarin) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of
f)(in voornoemde Crvena Zastava) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7.65mm) en/of
g)(in voornoemde Smith&Wesson) zes, althans een of meer patro(o)n(en) (7.65mm) en/of
h) acht, althans een of meer patro(o)n(en) (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en/of
i. i) (een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin) twintig, althans een of meer patro(o)n(en) (kaliber 7,62 x 39 mm);
(Artikel 26 jo 55 van de Wet wapens en munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)
4.
Primair:
hij op een tijdsstip in of omstreeks de periode van 03 juni 2015 tot en met 04 juni 2015 te Amsterdam , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig, te weten een BMW (met kenteken [kenteken 1] ) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon] , in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte;
(Artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 juni 2015 tot en met 06 juni 2015 te Amsterdam , in elk geval in Nederlands, (telkens) tezamen en in verenging met (een) ander(en), althans alleen, een personenauto (te weten een BMW met kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die voornoemde BMW wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(Artikel 416/417bis Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te [plaats 1] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een vuurwapen van categorie II, te weten
- een automatisch vuurwapen (merk Zastava, type M70AB2)
voorhanden heeft gehad;
(Artikel 26 jo 55 van de Wet wapens en munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij op of omstreeks 06 juni 2015 te [plaats 1] , althans in Nederland, in een pand aan de [adres] , een wapen van categorie I, onder 3, te weten een vilmes voorhanden heeft gehad.
(Artikel 13 jo 55 van de Wet wapens en munitie)

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar zijn schriftelijke requisitoir – zich op het standpunt gesteld dat het medeplegen van voorbereidingshandelingen van moord en brandstichting, zoals ten laste gelegd onder 1 primair en 2, alsmede het voorhanden hebben van de wapens en munitie die in de BWM zijn aangetroffen, zoals ten laste gelegd onder 3, bewezen verklaard dient te worden.
Vaststaat dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zittend in de gestolen BMW hebben staan posten ‘om iemand te checken’. In de auto zijn de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen (wapens en munitie) aangetroffen. Verdachte heeft geen redelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid hiervan. De aangetroffen voorwerpen zijn afzonderlijk maar zeker gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm geschikt voor het misdadige doel dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] voor ogen stond. Alles wijst erop dat dit doel het vermoorden van iemand was.
Van diefstal van de BWM, zoals ten laste gelegd onder 4 primair, dient verdachte te worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Bewezenverklaring dient wel weer te volgen voor de onder 4 subsidiair ten laste gelegde heling, nu verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de auto redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het voorhanden hebben van het vuurwapen en het vilmes te [plaats 1] , als ten laste gelegd onder 5 en 6, dient eveneens bewezen te worden verklaard. Ten aanzien van deze feiten is geen sprake van onrechtmatig binnentreden en doorzoeken, als door de raadsman betoogd. Immers was mondeling toestemming gegeven tot binnentreden en doorzoeken door de rechter-commissaris. Derhalve dient geen sprake te zijn van bewijsuitsluiting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van medeplegen dan wel medeplichtigheid van voorbereidingshandelingen aan moord. Verdachte wist namelijk van niets af en bestuurde enkel de auto. Ook dient verdachte te worden vrijgesproken van medeplegen van voorbereiding van brandstichting, aangezien het niet de bedoeling van verdachte was om de auto in brand te steken.
Nu verdachte geen weet had van de aanwezigheid van de wapens en munitie in de auto, dient hij te worden vrijgesproken van het voorhanden hebben daarvan, zoals ten laste gelegd onder 3. Hij heeft geen wapens gezien en de tas met het aanvalsgeweer is pas op de passagiersstoel geplaatst op het moment dat medeverdachte [medeverdachte] uit de auto vluchtte. Daarnaast had verdachte geen beschikkingsmacht over de wapens.
Verdachte wist niet dat de BMW gestolen was en dit kon hij ook niet vermoeden, waardoor hij voor het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 5 en 6 ten laste gelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat sprake is van onrechtmatig binnentreden, aangezien de komst van de rechter-commissaris niet is afgewacht. De vruchten van deze onrechtmatige binnentreding en doorzoeking dienen te worden uitgesloten voor het bewijs, op grond waarvan verdachte dient te worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van het aanvalsgeweer en vilmes te [plaats 1] . Voorts ontkent verdachte dat hij iets afwist van het aanvalsgeweer in zijn garage.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak van het onder 4 primair ten laste gelegde
Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank niet bewezen wat onder 4 primair is ten laste gelegd wegens gebrek aan wettig bewijs. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.3.2
Het oordeel over de overige ten laste gelegde feiten
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
De aangetroffen auto, wapens en verdere uitrusting
In de nacht van 6 juni 2015 heeft verdachte met medeverdachte [medeverdachte] een BMW met kenteken [kenteken 1] opgehaald. De gang van zaken was hierbij als volgt. Op een afgesproken punt is verdachte overgestapt vanuit zijn eigen auto in de auto van medeverdachte [medeverdachte] . Medeverdachte [medeverdachte] reed vervolgens naar de plaats waar de BMW klaarstond, alwaar hij verdachte afzette. Verdachte is vervolgens in de BMW gestapt en heeft medeverdachte [medeverdachte] twee straten verderop weer opgepikt. [2] De BMW stond open, de sleutel zat in het contactslot. [3]
Diezelfde nacht heeft de politie deze BMW, die als gestolen stond geregistreerd, aangehouden. Verdachte was op dat moment de bestuurder van dit voertuig. [4] Achteraf is gebleken dat medeverdachte [medeverdachte] op dat moment rechts op de achterbank zat. [5] Verdachte is toen aangehouden; medeverdachte [medeverdachte] vluchtte de auto uit en is een dag later aangehouden.
In de auto bevond zich ten tijde van de aanhouding op de passagiersstoel een volautomatisch aanvalsgeweer met daarin een patroonmagazijn, welk wapen in het zicht lag in een openstaande sporttas. [6] Het volautomatisch aanvalsgeweer van het merk Zastava, systeem AK-47, bleek halfgeladen te zijn. In het patroonmagazijn zaten patronen kaliber 7.62 x 39 mm. [7]
Rechts achterin werd op de vloer van de BMW een plastic tas aangetroffen, met daarin een pistool met bijbehorende geluidsdemper, een revolver en losse munitie. [8] Het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70, was doorgeladen met in totaal acht patronen, kaliber 7.65 mm. Het revolver van het merk Smith & Wesson, was eveneens doorgeladen en bevatte in totaal zes patronen van kaliber 7.65 mm. Verder werden nog een los patroonmagazijn, bestemd voor een pistool van het merk Crvena Zastava model 70, met acht patronen kaliber 7.65 mm en acht volmantel rondneus patronen, kaliber 7.65 mm los in de AH-tas aangetroffen. [9]
Verdachte was die nacht geheel in het zwart gekleed. Onder zijn zwarte bomberjack droeg hij een kogelwerend vest, met daaronder een zwart shirt. Met dit zwarte shirt kon het gezicht worden bedekt. Daarnaast had hij zwarte handschoenen bij zich. [10]
Ook medeverdachte [medeverdachte] was gekleed in donkere kleding. [11] Medeverdachte [medeverdachte] had in de auto deels een capuchon op. [12] Of medeverdachte [medeverdachte] ten tijde van zijn vlucht een kogelwereld vest droeg is niet bekend. Hij was wel in het bezit van een kogelwerend vest; dit is bij huiszoeking gevonden op het verblijfadres van medeverdachte [medeverdachte] . [13] Achterin de BWM werden zwarte handschoenen aangetroffen, waarop DNA van medeverdachte [medeverdachte] is aangetroffen. [14] Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij die nacht ook zwarte handschoenen bij zich had. [15]
Verdachte was ten tijde van de aanhouding in het bezit van een aansteker en een rol toiletpapier. [16] In de auto bevonden zich twee flessen met ontvlambare vloeistof. [17] Verdachte heeft verklaard dat het plan was om de auto in brand te steken; [18] medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat dat een mogelijkheid was. [19]
Verdachte had – naar hij heeft verklaard op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] – geen mobiele telefoon bij zich. [20] Ook had hij geen geld, bankpas of identiteitsbewijs bij zich. [21] De BMW was voorzien van een getinte achterruit en getinte achterste zijruiten. [22]
Naar aanleiding van deze aanhoudingen zijn huiszoekingen bij beide verdachten uitgevoerd. Bij een doorzoeking op 6 juni 2015 op het thuisadres van verdachte, de [adres] te [plaats 1] , is een automatisch vuurwapen (merk Zastava, type M70AB2) aangetroffen in de garage en een vilmes in de woonkamer. [23] Beide wapens zijn strafbaar gesteld in de zin van de Wet wapens en munitie. [24] Verdachte heeft verklaard dat het vilmes van hem was. [25]
Verklaringen
Beide verdachten hebben verklaard dat de auto klaar stond, dat ze die hebben opgehaald in de omgeving van het Ecuplein en dat zij (via de Heemstedestraat, waar zij blijkens een ANPR-camera om 2.41 uur langskwamen) naar de Amstelveenseweg zijn gereden en in een zijstraat daarvan, te weten de Karperweg, geruime tijd hebben stilgestaan.
Volgens medeverdachte [medeverdachte] was die plaats afgesproken om de in de auto aanwezige wapens over te dragen, maar kwam de afnemer niet opdagen. Verdachten zouden toen het te lang duurde onverrichter zake weer zijn vertrokken.
Verdachte heeft meermaals verklaard dat het de bedoeling was iemand te checken. [26] Dat heeft hij ter zitting verduidelijkt door te zeggen dat daarmee bedoeld was iemand in de gaten houden. [27] Als getuige gehoord is hij daarop teruggekomen en heeft hij verklaard dat hem niet duidelijk was wat of wie ‘gecheckt’ moest worden.
Beoordeling
De belangrijkste vragen die door de rechtbank moeten worden beantwoord, is of verdachte zich samen met zijn medeverdachte in de nacht van 6 juni 2015 te Amsterdam zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereiding van moord en aan voorbereiding van brandstichting.
Voorop staat dat de bij verdachten aangetroffen auto met drie vuurwapens en de verdere uitrusting zonder meer geschikt is om een moord te plegen: met de aanwezige vuurwapens kunnen in korte tijd door twee personen zeer veel kogels worden afgevuurd, zodat de kans dat het slachtoffer dat overleeft minimaal is. De zwarte kleding en de gezichtsbedekking, het laatste waarover in ieder geval de verdachte beschikte, zijn verder geschikt om herkenning te voorkomen. Ter voorkoming van herkenning was ook de BMW met een getinte achterruit en getinte achterste zijruiten zeer geschikt. Medeverdachte [medeverdachte] zat achterin en had ook nog (deels) een capuchon op.
Ook waren alle onderdelen aanwezig die traceerbaarheid achteraf haast onmogelijk maakten: er werd gebruik gemaakt van een snelle auto die gestolen was, de auto kon met behulp van benzine, wc-papier en een aansteker in brand worden gestoken en verdachten hadden handschoenen bij zich. Bovendien hadden ze geen mobiele telefoons bij zich, zodat ook een onderzoek naar telecomgegevens niets zou opleveren.
Het voorafgaande betekent deze voorwerpen gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm dienstig kunnen zijn voor het plegen van een moordaanslag.
Bestemming tot het begaan van een misdrijf
Dat het plegen van een moordaanslag ook daadwerkelijk het doel was dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] voor ogen hadden, blijkt daarbij ook uit het feit dat moet worden aangenomen dat het hen om een bepaalde persoon te doen was. Verdachte heeft immers meermaals verklaard dat het de bedoeling was “iemand te checken”. Aan zijn latere afzwakking van die verklaring hecht de rechtbank geen geloof.
Ook het door medeverdachte [medeverdachte] opgeworpen alternatief acht de rechtbank ongeloofwaardig. Zijn eerdere verklaring over de herkomst van de wapens is door het onderzoek onderuit gehaald.
Vervolgens heeft medeverdachte [medeverdachte] ter zitting, nadat hij had kunnen kennisnemen van de volledige inhoud van het dossier, inclusief de camerabeelden die zich in het dossier bevinden, een ander alternatief naar voren gebracht. Uitgangspunt is dat die laatste verklaring indringend dient te worden getoetst.
Dit alternatief is ongeloofwaardig, gelet op het volgende.
In de eerste plaats heeft medeverdachte [medeverdachte] ter zitting verklaard dat hij ook geen telefonisch contact kon krijgen met de afnemer. Hij heeft desgevraagd verklaard dat hij een mobiele telefoon bij zich had. Dit terwijl hij verdachte had gevraagd geen mobiele telefoon mee te nemen. De enige reden die de rechtbank hiervoor kan bedenken is dat dit was om traceerbaarheid achteraf te voorkomen. Gelet daarop is het hoogst onwaarschijnlijk dat medeverdachte [medeverdachte] wel een mobiele telefoon bij zich had.
In de tweede plaats zat het automatische wapen in een gele tas, die zich in een open grotere tas bevond, die bij de aanhouding van verdachte op de voorbank stond. In een losse plastic tas op de vloer van de BMW waar medeverdachte [medeverdachte] zat, bevonden zich de twee andere wapens. Als het de bedoeling was geweest de wapens aan een derde mee te geven, zouden alle wapens samen in een tas hebben gezeten.
In de derde plaats waren het pistool en de revolver doorgeladen en was de AK47 half doorgeladen, wat ook niet logisch is bij een levering van wapens. Tot slot hebben verdachten allebei een ander scenario geschetst, en ondersteunen de verklaringen over het doel van de avond elkaar dus niet.
Nu de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] niet geloofwaardig is en op grond van de verklaringen van verdachten in combinatie met de camerabeelden vaststaat dat verdachten geruime tijd in de stilstaande auto in de Karperweg hebben gewacht, kan dat geen ander doel hebben dan het door verdachte ook (aanvankelijk) genoemde doel, dat zij daar waren omdat er “iemand” gecheckt moest worden, in de zin dat verdachten, voorzien van de wapens en verder uitrusting zoals boven omschreven, hier stonden te wachten met het doel om iemand te vermoorden.
Dat verdachte als getuige ter zitting heeft verklaard dat hij niet wist wat of wie er in de gaten werd gehouden, is niet geloofwaardig. Dit wordt hierna onder het kopje medeplegen/medeplichtigheid nader uiteengezet.
Op grond van het bovenstaande is het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en behoeft de vraag welke persoon in concreto werd gevolgd niet te worden beantwoord. Ook de vraag of verdachten, op het moment dat zij werden aangehouden, achter de auto van het beoogde slachtoffer aanreden, is niet van belang.
Medeplegen of medeplichtigheid van [verdachte]
Uit het dossier volgt dat medeverdachte [medeverdachte] de initiatiefnemer is geweest. Zowel medeverdachte [medeverdachte] als verdachte verklaren dat verdachte van niets wist en alleen maar zou rijden. Dat laatste is echter niet geloofwaardig. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat de tas met het automatische wapen zich op de passagiersstoel voorin bevond; [28] hijzelf zat achterin. Deze (openstaande) tas met het automatisch wapen is bij de aanhouding aangetroffen op de passagiersstoel voorin. Verdachte heeft verklaard dat de tas achterin lag, waar ook medeverdachte [medeverdachte] zat en dat die tas vlak voor de aanhouding pas voorin is gelegd. Dat is onaannemelijk, nu niet valt in te zien met welk doel medeverdachte [medeverdachte] het automatische wapen achterin zou hebben gehad en juist vlak voor hij de auto ontvluchtte dat wapen alsnog voorin zou hebben gelegd, terwijl hij zich op dat moment voorbereidde op de vlucht nadat de auto tot stilstand was gekomen. Er moet dus vanuit worden gegaan dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] op dit punt juist is en niet die van verdachte. Dat betekent dat verdachte een openstaande tas met daarin zichtbaar een automatisch wapen naast zich had liggen. Dat gegeven maakt dat het onaannemelijk is dat verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van dat vuurwapen. Gelet op de omstandigheid dat verdachte dit wapen halfgeladen binnen zijn handbereik had liggen, terwijl hij donkere kleding droeg, met een shirt waarmee hij zijn gezicht kon bedekken, hij een kogelwerend vest droeg en handschoenen voorhanden had, moet bovendien worden aangenomen dat afgesproken was dat hij degene zou zijn die dat wapen in voorkomende gevallen zou hanteren. Hieruit volgt dat – nu ook medeverdachte [medeverdachte] wapens onder handbereik had – afspraken moeten zijn gemaakt over de onderlinge taakverdeling en moet worden aangenomen dat verdachte ook van de overige wapens op de hoogte was. Dit alles maakt dat het meer aannemelijk is dat verdachte op de hoogte was van de persoon waar het om ging. Bij dat alles komt dat ook gelet op de rest van uitrusting zoals die verdachte bekend was, waaronder behalve de voornoemde zwarte kleding, het kogelwerend vest, de handschoenen (in de zomer) en het gezichtsbedekkende shirt, ook de aansteker, de rol toiletpapier, de gestolen BMW met getint glas en het thuislaten van zijn mobiele telefoon volstrekt onaannemelijk maakt dat verdachte geen weet zou hebben van het doel van de onderneming.
Nu verdachten samen beschikten over de aanwezige middelen en dezelfde criminele intentie hadden, is sprake van een gezamenlijke uitvoering van het delict. Medeverdachte [medeverdachte] was weliswaar de initiator, maar op het moment dat verdachten in de gestolen BMW gingen rijden met de aanwezige vuurwapens en de verdere uitrusting zoals hiervoor besproken, was hun bijdrage aan het delict van ongeveer evenveel gewicht, terwijl – zoals hiervoor uiteengezet – moet worden aangenomen dat zij bewust en nauw hebben samengewerkt. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Brandstichting
De aanwezige flessen brandbare vloeistof zijn in combinatie met een aansteker en een rol wc-papier zeer geschikt om een auto in brand te steken. Verdachte heeft ook verklaard dat dit het plan was; medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat dat een mogelijkheid was. Ook als het voornemen om de auto in brand te steken nog niet vast stond, is de aanwezigheid van genoemde middelen met genoemd doel reeds voldoende om tot een bewezenverklaring van de voorbereiding van brandstichting te komen. Van het in brand steken van een auto is gemeen gevaar voor goederen te verwachten, nu immers ten minste aantasting van het wegdek of de bodem waarop die auto zich bevindt is te verwachten, nog daargelaten het gevaar voor andere goederen zoals straatmeubilair of andere geparkeerde voertuigen als deze zich op korte afstand van de auto bevinden.
Wapens
Gezien hetgeen hierboven is besproken over het medeplegen van voorbereidingshandelingen wordt aangenomen dat verdachte en zijn medeverdachte de in de BMW aangetroffen wapens tezamen en in vereniging aanwezig hadden. Verdachte had ook de beschikkingsmacht over deze wapens. Het verweer van de raadsman hieromtrent wordt dan ook verworpen.
Wat de bij de huiszoeking van verdachte gevonden wapens betreft, overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte wordt geacht bekend te zijn met wat zich in zijn huis bevindt en dat geldt ook voor de bij de woning behorende garage. Het verweer dat hij niet bekend was met de aanwezigheid van het wapen in de garage, omdat het wapen onder een stapel spullen lag die al in de garage aanwezig waren toen hij de woning huurde, wordt verworpen, omdat zowel de verhuurder als de vorige huurder hebben verklaard dat de garage leeg is opgeleverd. Daarnaast is bij de verhuur slechts één sleutel overhandigd aan verdachte, waardoor niet aannemelijk is geworden dat anderen toegang tot de garage hadden. [29]
Verdachte heeft erkend dat hij een vilmes aanwezig had. Hij verklaart dat hij niet wist dat hij het wapen niet mocht hebben. Dat is onvoldoende voor een beroep op rechtsdwaling; verdachte is hiervoor dus strafbaar.
Rechtmatigheid doorzoeking
Het verweer van de raadsman dat sprake zou zijn van onrechtmatig binnentreden en een onrechtmatige doorzoeking, op basis waarvan het gevonden aanvalsgeweer en vilmes van het bewijs zouden moeten worden uitgesloten, wordt verworpen. Door de raadsman is immers geen belang gesteld dat zou zijn geschonden, waardoor niet is gebleken dat enig nadeel is geleden door verdachte.
Heling van de BMW
Verdachte heeft de BMW met medeverdachte [medeverdachte] op een omslachtige manier opgehaald. Op een afgesproken punt is verdachte overgestapt vanuit zijn eigen auto in de auto van medeverdachte [medeverdachte] . [medeverdachte] reed vervolgens naar de BMW, waar hij verdachte afzette. Verdachte is vervolgens in de BMW gestapt en heeft medeverdachte [medeverdachte] twee straten verderop weer opgepikt. Dit alles kan geen ander doel hebben gehad dan dat de auto van medeverdachte [medeverdachte] niet in de directe omgeving van de koud gezette BMW mocht worden geparkeerd. Het ophalen gebeurde midden in de nacht. De BMW stond open, de sleutel zat in het contactslot. Tijdens het rijden in de BMW heeft medeverdachte [medeverdachte] tegen verdachte gezegd dat na afloop de auto in brand moest worden gestoken. Dit alles maakt dat verdachte tijdens het voorhanden krijgen van de BMW redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen voertuig betrof. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van het met een ander te plegen misdrijf van moord als bedoeld in de artikelen 289 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
a. a) een gestolen personenauto (merk: BMW) en
b) drie (automatische) vuurwapens (te weten een doorgeladen pistool (merk: Crvena Zastava) en een geluidsdemper behorende bij de Crvena Zastava en een halfgeladen volautomatisch aanvalsgeweer (merk: Zastava, systeem AK-47) en een doorgeladen revolver (merk: Smith & Wesson)) en
c) acht patronen (kaliber 7.65mm) en (in voornoemde Crvena Zastava) zes patronen (kaliber 7.65mm) en (in voornoemde Smith&Wesson) zes patronen (7.65mm) en acht patronen (geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70) en een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin patronen (kaliber 7,62 x 39 mm) en
d) een kogelwerend vest en
e) twee flessen met daarin enige ontvlambare vloeistof en
f) een aansteker en
g) een rol wc-papier en
h) donkerkleurige handschoenen en
i. i) donkerkleurige kledingstukken
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
2.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander ter voorbereiding van het met een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten brandstichting (als bedoeld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht) in een gestolen BMW opzettelijk
a. a) twee flessen met daarin enige ontvlambare vloeistof en
b) een aansteker en
c) een rol wc-papier
voorhanden heeft gehad, kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
3.
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander vuurwapens van categorie II en/of III voorhanden heeft gehad, te weten
a. a) een half geladen volautomatisch aanvalsgeweer (merk Zastava, systeem AK-47) en
b) een doorgeladen pistool (merk Crvena Zastava, model 70) en
c) een geluidsdemper (behorende bij de Crvena Zastava) en
d) een doorgeladen revolver (merk Smith& Wesson) en
munitie van categorie III, te weten
e) een patroonmagazijn, bestemd voor een Crvenna Zastava, met daarin acht patronen (kaliber 7.65mm) en
f) (in voornoemde Crvena Zastava) zes patronen (kaliber 7.65mm) en
g) (in voornoemde Smith&Wesson) zes patronen (7.65mm) en
h) acht patronen geschikt om verschoten te worden met het pistool van het merk Crvena Zastava, model 70;
i. i) een patroonmagazijn, bestemd voor een Zavstava, systeem AK-47, met daarin twintig patronen (kaliber 7.62 x 39 mm);
4.
Subsidiair:
op 6 juni 2015 te Amsterdam tezamen en in verenging met een ander een personenauto (te weten een BMW met kenteken [kenteken 1] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die voornoemde BMW redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
op 6 juni 2015 te [plaats 1] een vuurwapen van categorie II, te weten een automatisch vuurwapen (merk Zastava, type M70AB2) voorhanden heeft gehad;
6.
op 6 juni 2015 te [plaats 1] , in een pand aan de [adres] , een wapen van categorie I, onder 3, te weten een vilmes, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregel

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van voorarrest.
Met betrekking tot de inbeslaggenomen items heeft de officier van justitie verzocht de wapens te onttrekken aan het verkeer en het vest en de sporttas verbeurd te verklaren, nu deze zijn gebruikt bij het misdrijf.
8.2
Het strafmaatverweer van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat indien verdachte niet integraal wordt vrijgesproken, bij de strafoplegging rekening dient te worden gehouden met een aantal omstandigheden. Verdachte is nooit eerder met politie en justitie in aanraking geweest. Verder heeft de voorlopige hechtenis al grote gevolgen gehad voor verdachte. Hij is zijn vaste baan en daarmee zijn inkomsten kwijt geraakt. Door het gebrek aan inkomen kon hij zijn huur niet meer betalen, naar aanleiding waarvan zijn woning is ontruimd. Verder heeft verdachte zijn minderjarige dochtertje al zes maanden niet meer gezien. Als laatste heeft de detentie negatieve medische gevolgen voor verdachte met zich meegebracht. Concluderend wordt verzocht de straf, althans het onvoorwaardelijke deel daarvan, te beperken tot de tijd die verdachte reeds heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte en zijn mededader hebben het gestolen voertuig, de wapens en munitie voorhanden gehad met het doel dit te gebruiken voor het plegen van een liquidatie.
Door de recente golf van liquidaties in en rond Amsterdam bestaat reeds grote onrust in de samenleving. De voorbereidingshandelingen van verdachten vertonen grote overeenkomsten met eerder gepleegde liquidaties of pogingen daartoe. Door het ingrijpen van de politie is een nieuwe liquidatie voorkomen. Bij dergelijke misdrijven tegen het leven gericht wordt de rechtsorde op ernstige wijze geschokt, wordt nabestaanden groot leed aangedaan en worden bestaande gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt. Daarnaast lopen omstanders groot risico, aangezien liquidaties doorgaans worden gepleegd op de openbare weg. Tegen dit soort misdrijven en dus ook tegen de voorbereiding ervan dient dan ook hard te worden opgetreden. De ernst van de gedraging rechtvaardigt dan ook een langdurige gevangenisstraf.
Verdachte heeft daarnaast bovendien op zijn woonadres een zwaar wapen voorhanden gehad.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 3 november 2015 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Gezien het vorenstaande en met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de straffen die rechtbanken en gerechtshoven in vergelijkbare zaken plegen op te leggen, zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van na te noemen duur.
Beslag
Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
2 1.00 STK Mes Vilmes 4994019;
8 1.00 STK Mitrailleur ZASTAVA 4991608;
13 Geld Euro 4993927;
14 1.00 STK Munitie 4991205;
15 1.00 STK ZASTAVA patroonhouder 4991253;
16 1.00 STK Pistool ZASTAVA 70, 4991237;
17 8.00 STK Munitie GECO, 4991240;
18 8.00 STK Munitie GECO, 4991254;
19 1.00 STK Geluidsdemper 4991244;
20 1.00 STK Revolver S&W 66-3 4991248;
21 6.00 STK Munitie GECO 38 4991250;
22 1.00 STK Vest B Proof, ballistisch vest, 4990975;
23 1.00 STK Tas, KL: camouflage Eastpak Sport, 4991207;
- 1.00 STK Geweer Zastava, machinegeweer, 4991200.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van de voorwerpen met nummer 2, 8, 14 t/m 21 en het ongenummerde geweer Zastava (itemnummer 4991200) het onder 1 primair, 5 en 6 bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
Bewaring aan de rechthebbende
Het geldbedrag onder nummer 13 wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen met nummer 22 en 23 behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het onder 1 primair bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 46, 47, 55, 57, 157, 289, 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 4 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van:
Ten aanzien van het onder 1 primair bewezen verklaarde:
Medeplegen van voorbereiding van moord.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Medeplegen van voorbereiding van brandstichting.
Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III.
En voorts:
Ten aanzien van het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde:
Medeplegen van schuldheling.
Ten aanzien van het onder 5 bewezen verklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Ten aanzien van het onder 6 bewezen verklaarde:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2 1.00 STK Mes Vilmes 4994019;
8 1.00 STK Mitrailleur ZASTAVA 4991608;
14 1.00 STK Munitie 4991205;
15 1.00 STK ZASTAVA patroonhouder 4991253;
16 1.00 STK Pistool ZASTAVA 70, 4991237;
17 8.00 STK Munitie GECO, 4991240;
18 8.00 STK Munitie GECO, 4991254;
19 1.00 STK Geluidsdemper 4991244;
20 1.00 STK Revolver S&W 66-3 4991248;
21 6.00 STK Munitie GECO 38 4991250;
- 1.00 STK Geweer Zastava, machinegeweer, 4991200.
Verklaart verbeurd:
22 1.00 STK Vest B Proof, ballistisch vest, 4990975;
23 1.00 STK Tas, KL: camouflage Eastpak Sport, 4991207.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
13 Geld Euro 4993927.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.H.C. Jongeneel, voorzitter,
mrs. J.B. Oreel en A.K. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.H.J. Bucx, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 december 2015.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 186).
3.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 325 e.v. en proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v.
5.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 184) en proces-verbaal van verhoor p. 198 e.v. (meer precies: p. 202).
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v.
7.Proces-verbaal van onderzoek, p. 119 e.v.
8.proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 102 e.v.
9.Proces-verbaal van onderzoek, p. 119 e.v.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 72 e.v.
11.Proces-verbaal verstrekking gegevens, p. 243 e.v.
12.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 188).
13.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 68, proces-verbaal van bevindingen p. 84 e.v. (meer precies: p. 87) en proces-verbaal van verhoor p. 198 e.v.
14.Verslag van Verilabs , d.d. 25 september 2015, met nummer 20150625227, opgemaakt door [verbalisant] , p. 1092 e.v.
15.Verklaring medeverdachte [medeverdachte] ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 81.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69 e.v. en een verslag van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 18 augustus 2015, met nummer 2015.06.25.227, opgemaakt door [verbalisant] , p. 862 e.v.
18.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 190).
19.Verklaring medeverdachte [medeverdachte] ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
20.Proces-verbaal van verhoor p. 145 e.v. (meer precies: p. 151).
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 81.
22.Proces-verbaal van verhoor, p. 198 e.v. (meer precies: p. 206).
23.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 44 e.v. en proces-verbaal van bevindingen, p. 411 e.v.
24.Proces-verbaal wapenonderzoek, p. 135 e.v. en proces-verbaal onderzoek wapen, p. 239 e.v.
25.Proces-verbaal van verhoor, p. 836 e.v.
26.Proces-verbaal van verhoor, p. 183 e.v. (meer precies: p. 185) en proces-verbaal van verhoor, p. 786 e.v. (meer precies: p. 790).
27.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
28.Verklaring medeverdachte [medeverdachte] ter terechtzitting van 26 november 2015, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van die zitting.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 1079 e.v. en proces-verbaal van verhoor getuige, p. 482 e.v. (meer precies: p. 483).