Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 juli 2014 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties van de zijde van EZ-Blocker;
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 12 november 2014 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 13 februari 2015 gehouden comparitie en de daarin genoemde processtukken en proceshandelingen;
2.De feiten
“Is uw onderneming bereid de kans op een dergelijke betalingsverplichting te aanvaarden?”is namens EZ-Blocker bevestigend geantwoord. Ten slotte is op het vragenformulier aangekruist dat het rentederivaat zal worden gebruikt ter beheersing van renterisico’s.
3.De vordering
4.De beoordeling
klachtplicht
- i) vooraf naar behoren onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, deskundigheid en doelstellingen van de klant om te kunnen bepalen of, en zo ja, in hoeverre en op welke manier zij de klant moet informeren over de werking en kenmerken van een voorgenomen transactie of bepaalde constructie en moet waarschuwen voor de daaraan verbonden risico’s; en
- ii) de klant moet waarschuwen voor de bijzondere risico’s die daaraan zijn verbonden, alsook voor het feit dat de voorgenomen (beleggings)strategie van de klant niet past bij zijn financiële mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of zijn deskundigheid (zie HR 3 februari 2012, HR:2012:BU9414).
5.De beslissing
6 januari 2016voor de
onder 4.13 bedoelde akteaan de zijde van
ABN AMRO, na ontvangst van welke akte de zaak opnieuw naar de rol zal worden verwezen voor
antwoordakteaan de zijde van
EZ-Blocker, zulks op een roltermijn van
zes weken;