Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Funda B.V.,
Funda Real Estate B.V.,
1.De procedure in de zaak 12-1257
- de dagvaarding van 10 oktober 2012, met producties;
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van NVM;
- de incidentele conclusie van antwoord, houdende referte, aan de zijde van VBO c.s., met één productie;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 217 Rv, aan de zijde van Funda;
- het vonnis in incident van 27 februari 2013, waarbij in het incident NVM is toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van Funda te voegen en de zaak in de hoofdzaak naar de rol is verwezen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Funda en NVM;
- de conclusie van antwoord aan de zijde van Funda, met producties;
- de conclusie van antwoord aan de zijde van NVM, met producties;
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 Rv van de naamloze vennootschap Koninklijke Wegener N.V., met producties;
- de incidentele conclusie van antwoord, houdende referte, tevens akte houdende wijziging/vermeerdering van eis en akte houdende overlegging producties, aan de zijde van VBO c.s., met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 217 Rv, aan de zijde van Funda;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 217 Rv, aan de zijde van NVM;
- het B16 formulier van de zijde van Koninklijke Wegener N.V., waarbij zij haar vordering tot voeging heeft ingetrokken;
- de antwoordakte eiswijziging aan de zijde van Funda;
- de antwoordakte eiswijziging aan de zijde van NVM;
- het tussenvonnis van 19 juni 2013, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor conclusie van repliek;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, aan de zijde van Funda, met producties;
- de conclusie van dupliek, aan de zijde van NVM;
- de akte uitlating producties, aan de zijde van VBO c.s.
2.De procedure in de zaak 13-472
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 222 Rv;
- het vonnis in incident van 5 juni 2013, waarbij in het incident de zaak is samengevoegd met de zaak 12-1257, de beslissing omtrent de proceskosten is aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak en in de hoofdzaak de zaak naar de rol is verwezen voor conclusie van antwoord;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 Rv, van NVM, met één productie;
- de incidentele conclusie van antwoord, houdende referte, aan de zijde van VBO c.s., met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 217 Rv, aan de zijde van Funda Real Estate;
- het vonnis in incident van 14 augustus 2013, waarbij in het incident NVM is toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van Funda Real Estate te voegen en de zaak in de hoofdzaak naar de rol is verwezen voor conclusie van antwoord aan de zijde van NVM;
- de conclusie van antwoord aan de zijde van NVM, met producties;
- het tussenvonnis van 9 oktober 2013, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor conclusie van repliek;
- de conclusie van repliek tevens akte houdende wijziging/vermeerdering van eis, met producties;
- de conclusie van dupliek/antwoord wijziging/vermeerdering eis, aan de zijde van Funda Real Estate, met producties;
- de conclusie van dupliek/antwoord wijziging/vermeerdering eis, aan de zijde van NVM;
- de akte uitlating producties, aan de zijde van VBO c.s.
3.De feiten in beide zaken
en de omvang van het NVM-aanbod met zich meebrengen dat het NVM-aanbod een bijzondere positie inneemt ten opzichte van het overige aanbod op Funda; (…).”
4.Het geschil in de zaak 12-1257 en in de zaak 13-472
5.De beoordeling
- a) Hoe kan een deugdelijk onderzoek naar de relevante productmarkt, de positie van Funda Real Estate op deze markt, de gewraakte handelspraktijken (toegang; ranking; prijsstelling) en de gestelde effecten van deze praktijken (het prijsverschil, de verminderde vindbaarheid van het woningaanbod, het verlies van klanten en het derven van inkomsten) worden gestructureerd en uitgevoerd? Is het zinvol (ten behoeve van de afbakening van markten en de beoordeling van de effecten van handelspraktijken) bij het onderzoek inzichten te betrekken die kunnen worden ontleend aan het
- b) Moet bij het bepalen van de structuur van het onderzoek rekening worden gehouden met de stelling, dat de tweezijdige platformmarkt (de website) heel Nederland betreft, terwijl de markt voor makelaarsdiensten lokaal is? Is het relevant indien deze lokale markten voor makelaarsdiensten (zeer) verschillend zijn per regio, streek, plaats of wijk?
- c) Is het doelmatig het onderzoek direct op alle terreinen toe te spitsen, of te splitsen in elkaar opvolgende fases?
- d) Aan welke deskundige(n) kan een dergelijk onderzoek worden opgedragen?
- e) Welke vragen moeten aan de deskundige(n) worden voorgelegd (bijvoorbeeld over marktafbakening; machtspositie; nadeel bij de mededinging, voorkeur klanten, multi-homing)?
6.De beslissing
11 maart 2015voor opgave verhinderdata door partijen voor de maanden maart, april, mei en juni 2015, waarna een zittingsdatum zal worden bepaald;