Beoordeling
6. FloraHolland verwijt [verweerder] dat hij haar op en rondom 27 oktober 2014 verschillende keren heeft voorgelogen. Volgens FloraHolland is het uitgesloten dat een arts (huisarts of specialist) een patiënt een formulier voor bloedafname geeft, zonder dat dat formulier is voorzien van een sticker met personalia van de patiënt in kwestie. Ter zitting heeft [verweerder] erkend dat hij een op het betreffende formulier aanwezige sticker met daarop een datum (geen naam) heeft verwijderd, omdat het een andere datum betrof. [verweerder] realiseert zich thans dat dat niet handig was, maar voert aan dat hij indertijd bang was dat zijn leidinggevende niet zou geloven dat het formulier voor hem bedoeld was.
7. Dat deze vrees gegrond was, blijkt uit de reactie van FloraHolland. Los van de vraag of het inderdaad uitgesloten is dat artsen dergelijke formulieren verstrekken zonder dat de personalia al zijn ingevuld (het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat dit wel gebeurt), wordt geoordeeld dat het verwijderen van de sticker op zichzelf niet reeds aangemerkt kan worden als fraude, zoals FloraHolland deed in het gesprek van 31 oktober 2014 over deze kwestie.
8. Aan FloraHolland kan worden toegegeven dat het voor de bedrijfsvoering hinderlijk was dat [verweerder] uitgerekend op maandag 27 oktober 2014 een uur eerder weg wilde om naar het ziekenhuis te gaan, terwijl hij op dat moment op dinsdag en donderdag niet werkte en dus ook op een van deze dagen had kunnen gaan. In plaats van dat punt uitdrukkelijk aan de orde te stellen, heeft zijn leidinggevende [verweerder] toch toegestaan het uur op te nemen. Of het hier ging om bijzonder verlof of een door [verweerder] opgenomen vakantie uur is niet duidelijk geworden en moet thans dan ook in het midden blijven, waarbij wel wordt opgemerkt dat het aan FloraHolland als werkgever is om ervoor zorg te dragen dat de administratie van verlofuren op orde is.
9. Bij het verlenen van het verlof heeft FloraHolland bij monde van [naam 3] geëist dat [verweerder] zou aantonen dat hij naar het ziekenhuis was geweest. Het wijzigen van het formulier, door een daarop bevestigd etiket daarvan te verwijderen en door de eigen naam daarop te schrijven, zonder dit aanstonds te bevestigen, vormt in de gegeven omstandigheden een verwijtbare gedraging van [verweerder]. Het is echter niet onbegrijpelijk dat [verweerder] zich door de opstelling van FloraHolland zodanig onder druk gezet voelde om “te bewijzen” dat hij op 27 oktober 2014 inderdaad in het ziekenhuis was geweest voor bloedafname, dat hij niet direct durfde te bekennen dat hij die dag uiteindelijk geen bloed had laten prikken omdat het hem te lang duurde. Afgaande op de diverse gespreksverslagen uit de betreffende periode, maar ook de opstelling van FloraHolland in onderhavige procedure, heeft FloraHolland zich vanaf het moment dat [verweerder] op 29 september 2014 ging re-integreren opmerkelijk hard opgesteld jegens [verweerder].
10. Een voorbeeld van dit laatste is de reactie van FloraHolland naar aanleiding van het feit dat hij op 6 oktober 2014 te laat was. In plaats van met [verweerder] te bespreken dat hij voortaan ook met de nachtbus zou kunnen komen in plaats van zich afhankelijk te maken van een collega met wie hij al jaren meereed, heeft FloraHolland hem direct een sanctie opgelegd, ook al kon [verweerder] er op dat moment weinig aan doen en had hij wel tijdig contact opgenomen.
11. Voor zover FloraHolland incidenten uit de periode vóór december 2013 aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd is, mede gelet op het gemotiveerde verweer van [verweerder], onvoldoende komen vast te staan dat [verweerder] in dat verband noemenswaardig verwijtbaar heeft gehandeld. Voorts hebben die incidenten te lang geleden plaatsgevonden om thans aan een ontbinding ten grondslag te worden gelegd.
12. Kennelijk is de repressieve houding van FloraHolland jegens [verweerder] in september en oktober 2014 ingegeven door haar oordeel over de hiervoor bedoelde incidenten in het verleden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft FloraHolland conclusies getrokken uit de gedragingen en verklaringen van [verweerder] betreffende de gang van zaken rond 27 oktober 2014, die niet gerechtvaardigd zijn. Zo is in het geheel niet komen vast te staan dat [verweerder] op de bewuste dag niet in het ziekenhuis is geweest. Voorts blijkt uit de door [verweerder] overgelegde stukken dat hij – anders dan door FloraHolland is geconcludeerd – wel onder behandeling is in het betreffende ziekenhuis. Ook staat voldoende vast dat hij met regelmaat bloed moet laten prikken. Hierbij speelt ook een rol dat [verweerder] het Nederlands niet geheel meester is en – zoals op de zitting is gebleken – de neiging heeft om hoe dan ook met antwoorden te komen, ook als hij de vraag niet volledig heeft begrepen. In een dergelijke gespannen sfeer kunnen al gauw misverstanden ontstaan.
13. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat van een dringende reden die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt geen sprake is.
14. Vervolgens dient te worden beoordeeld of de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden wegens verandering van omstandigheden. FloraHolland heeft daaraan met name ten grondslag gelegd dat als gevolg van het optreden van [verweerder] het vertrouwen in hem volledig weg is en de verhouding is verstoord. FloraHolland miskent hiermee dat als de gestelde verstoring van de arbeidsrelatie niet wordt gerechtvaardigd door een objectief gerechtvaardigde reden, de gevraagde ontbinding op die grond niet kan worden toegewezen. Het verzoek wordt dan ook afgewezen.
15. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat FloraHolland naar het oordeel van de kantonrechter in het gesprek van 31 oktober 2014 de grenzen van het goed werkgeverschap heeft opgezocht en mogelijk zelfs overschreven door op dat moment van [verweerder] toestemming te verlangen om het ziekenhuis en de huisarts te mogen bellen. FloraHolland zou zich als professioneel werkgever dienen te realiseren dat dit mogelijk te veel druk legt op de betreffende medewerker om met zo’n verzoek in te stemmen, zonder dat deze zich voldoende bewust is van zijn (privacy) rechten.
16. Bij deze uitkomst zal FloraHolland worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerder].