4.1.Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van het dossieren het verhandelde ter zitting uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Verdachte was ten tijde van het ten laste gelegde directeur van Nawon Holding B.V. Deze rechtspersoon is opgericht op 30 december 1977. Onder deze holding zit de Nationale Woning Bezit Groep (NWBG). Deze vennootschap is opgericht op 15 februari 2000. De handelsnaam is Nawon. In de NWBG vonden de activiteiten plaats, maar verdachte gebruikte altijd de naam Nawon.Verdachte richtte zich met Nawon op het beleggen in vastgoed en is haar directeur/leidinggevende.
[naam 1] is op 1 april 1984 gaan werken bij de Beheersstichting Patrimonium.Op 1 januari 1994 is hij algemeen directeur geworden bij Woningstichting Patrimonium.Deze stichting is gefuseerd met Woningstichting Rochdale (Rochdale).Op 1 januari 2004 is [naam 1] voorzitter van de Raad van Bestuur van Rochdale geworden.Op 30 januari 2009 is hij door Rochdale ontslagen.
[naam 1] was als bestuursvoorzitter bij Rochdale de eindverantwoordelijke ten aanzien van de beslissingen betreffende de aankoop, verkoop, herontwikkeling en verhuur van onroerend goed.Hij had een belangrijke stem in de aankopen.Bij Rochdale bestond een bestuursreglement waarin onder andere het mandaat van de bestuurder was opgenomen. [naam 1] had een mandaat van 50 miljoen euro. Hij had voor beslissingen tot dat bedrag vooraf geen toestemming nodig van de Raad van Commissarissen.
In 1995 of 1996 heeft [naam 1] [naam 2] , projectverwerver bij Smits Bouw Bedrijf, benaderd met de vraag of hij een vertrouwde relatie kende voor het kopen van complete pakketten huurwoningen, omdat [naam 1] geen losse huurwoningen, maar een compleet flatgebouw met huurwoningen wilde verkopen. De aankoop voor een compleet flatgebouw liep hierdoor op tot investeringen tussen de 20 en 25 miljoen gulden. [naam 2] heeft vervolgens [naam 1] en verdachte bij elkaar gebracht voor de ver- en aankoop van dergelijke pakketten huurwoningen.
In 1997 heeft Nawon haar eerste transactie in dat kader met Rochdale gesloten. Het betrof de aankoop van het pakket Sloten. Nadien heeft Rochdale verscheidene onroerendgoedpakketten verkocht aan Nawon. In totaal was hier een bedrag van
€ 117.826.210 mee gemoeid. De laatste twee pakketten (Geldershoofd en Hogevecht) zijn op respectievelijk 30 november 2006 en 28 december 2007 verkocht waarbij het ging om onderscheidenlijk bedragen van € 22.590.000 en € 22.905.737.
Op 26 september 2001 heeft [naam 1] twee appartementsrechten, met de nummers 13 en 14, gekocht in het te stichten appartementsgebouw genaamd Abacus te Lelystad. De beide appartementen hebben nadien als adres gekregen: [adres 1] respectievelijk [adres 1] te [adres 1] . De beide appartementen zijn vóór aanvang van de bouw samengevoegd tot één dubbelappartement.
Op 28 mei 2004 heeft Nawon Holding B.V. ten behoeve van het (inmiddels) dubbelappartement [adres 1] en [adres 1] te [plaats] (het zogeheten appartementsgebouw Abacus, bouwnummers 13 en 14) een betaling van € 25.000,00 gedaan aan Lineale Interieurontwerp en Realisatie met als omschrijving aanbetaling meubels.
Op 10 juni 2004 heeft verdachte € 140.030,52 aan de Stichting Derdengelden van een namens Lineale optredende advocaat en/of deurwaarder overgemaakt met als omschrijving ‘spoedopdracht Lineale’.Vervolgens is op 11 juni 2004 € 130.030,52 en op 2 juli 2004 € 5.103,38 door Stichting Derdengelden aan Lineale Interieurontwerp & Realisatie overgeboekt met als omschrijving ‘ontvangen van dhr. Van Erkel’.
Verdachte heeft hierover verklaard dat op een gegeven moment [naam 1] hem benaderde en vertelde dat er loonbeslag onder Rochdale lag door Lineale, een interieurbouwer, en dat hij in de knoei zat omdat hij de laatste termijn aan Lineale niet kon betalen. Hierop heeft verdachte besloten, aldus zijn verklaring, [naam 1] te helpen en vervolgens per omgaande het verschuldigde bedrag betaald.
Op 28 december 2007 heeft Nationaal Woning Bezit Groep B.V. € 300.000,00 overgemaakt aan Boekel de Nerée Notarissen ter afbetaling van de lening van [naam 3] aan [naam 1] .
Verdachte heeft hierover verklaard dat hij dat bedrag op verzoek van [naam 1] heeft betaald en dat het weer hetzelfde ‘huilverhaal van [naam 1] ’ was; hij stond voor het blok en moest € 300.000,00 terugbetalen aan [naam 3] . [naam 1] kon dat op dat moment niet zelf betalen en daarom heeft verdachte betaald. [naam 1] vroeg verdachte dit bedrag te betalen aan de notaris en die zou het verder afwikkelen. Verdachte heeft verder verklaard dat hij die betaling heeft gedaan omdat hij zich niet kon veroorloven het desbetreffende bedrag niet te betalen. Hij zat in verband met een aantal projecten “vast aan Rochdale”, kosten liepen uit de hand en de rekening-courantverhouding met Rochdale liep scheef. Rochdale was op dat moment feitelijk in de positie om zijn faillissement aan te vragen. Om tijd te kopen om alles af te wikkelen tussen Nawon en Rochdale heeft verdachte erin toegestemd om die
€ 300.000,00 te betalen, aldus zijn verklaring.De rekening-courantverhouding tussen Rochdale en Nawon bedroeg op dat moment ongeveer € 19 miljoen.
[naam 1] heeft in de periode van 23 oktober 2003 tot 30 september 2009 gebruik gemaakt van de woning van verdachte, die op naam stond van Cap Negret Real Estate S.L., en de daar aanwezige inrichting en inventaris, gelegen op het adres [adres 2] .
Verdachte heeft over het huis in Spanje onder meer verklaard dat [naam 1] een huis in Spanje had en een mooier en groter huis wilde. Hij kwam op een gegeven moment bij verdachte met het verhaal dat hij grond op het oog had in Spanje en dat hij al beschikte over tekeningen en dergelijke. Vervolgens heeft verdachte de betaling van de bouw van de woning volledig voor zijn rekening genomen. De enige afspraak die is gemaakt, is dat verdachte eigenaar zou worden van de woning, aldus nog steeds verdachte. Uiteindelijk is verdachte via Cap Negret SL, waar hij feitelijk de leiding had, eigenaar van het huis in Spanje geworden. Op de vraag wat verdachte kon vertellen over het gebruik van de woning in Spanje heeft hij onder meer geantwoord dat [naam 1] in het huis mocht verblijven en dat [naam 1] het moest onderhouden en beheren. Verdachte huurde het huis privé van Cap Negret SL en betaalde jaarlijks een bedrag voor huur aan Cap Negret SL. Zolang verdachte de woning als privépersoon huurde, mocht [naam 1] er gebruik van maken. Er was geen contract afgesloten voor het gebruik. Medio 2009 is het huurcontract met Cap Negret SL afgelopen en daarmee is het gebruik van de woning door [naam 1] beëindigd. [naam 1] betaalde geen huur aan verdachte of aan Cap Negret SL. Hij kon over de woning beschikken alsof deze van hemzelf was. Voor de buitenwereld leek het alsof de woning diens eigendom was en zo gedroegen [naam 1] en zijn vrouw zich ook. Ten slotte heeft verdachte verklaard dat hij niet wilde dat algemeen bekend werd dat [naam 1] in zijn woning in Spanje verbleef.