Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
failure to surrender to bail.’
conspiracy to supply cannabis
conspiracy to supply cocaïne
possessing a firearm en
possession ammunition.
4.Strafbaarheid
conspiracy to supply cannabis
conspiracy to supply cocaïne
conspiracy to supply cannabisen
conspiracy to supply cocaïne, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit deze strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
possession of a firearm
possession of ammunition.
failure to surrender to bail.
Zij kunnen worden gekwalificeerd als:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen uit categorie IIIen
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
failure to surrender to bail) is de rechtbank van oordeel dat de overlevering moet worden geweigerd nu dit feit naar Nederlands recht geen strafbaar feit oplevert.
6.6Beroep op de in artikel 12 OLW bedoelde weigeringsgrond.
Q3: [opgeëiste persoon] does have the right to request an appeal in respect of both his conviction and sentence). Dit is geen onvoorwaardelijke garantie zoals bedoeld in artikel 12 OLW en dit moet primair tot weigering van de verzochte overlevering leiden en subsidiair geeft dit aanleiding tot het vragen om een op artikel 12 OLW beter toegesneden verzetgarantie.
In de door de raadsman geciteerde brief is onder Q1 nog eens duidelijk verklaard dat de opgeëiste persoon op 11 november 2009 op de zitting aanwezig is geweest en dat hem de datum waarop de zitting zou worden voortgezet is aangezegd. Op 16 december 2009 is hij opnieuw ter zitting verschenen. Zijn detentie is met ingang van die datum geschorst onder de in die brief nog eens herhaalde voorwaarden. Hem is gezegd dat als hij desondanks niet op de volgende zitting zou verschijnen, de behandeling van zijn zaak doorgang zou vinden.
De toezegging die onder Q3 is geformuleerd in de aanvullende brief duidt op een eventueel rechtsmiddel indien het vonnis niet op goede gronden zou zijn gewezen; het is geen verzetgarantie als bedoeld in artikel 12 OLW.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the District Judge, Magistrates’ Court, sitting at Westminster Magistrates’ Court, Londen, Groot-Brittannië ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, die is opgelegd wegens de in het EAB onder 1, 2, 3 en 4 omschreven feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit, aangeduid als ‘
failure to surrender to bail’, waarvoor zijn overlevering eveneens wordt verzocht.