Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2015 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 9 december 2015, met zaaknummers AMS 14/5914 en AMS 14/5631, staat de beoordeling van aanvragen voor indicaties op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) centraal. Eiser, een man geboren in 1984, heeft meerdere aanvragen ingediend voor zorgindicaties, die door de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zijn afgewezen. De rechtbank behandelt de aanvragen en de eerdere besluiten van het CIZ, waarbij eiser in beroep is gegaan tegen de afwijzingen. De rechtbank oordeelt dat eiser procesbelang heeft bij de beoordeling van de besluiten, ondanks dat sommige indicaties betrekking hebben op reeds verstreken perioden.
De rechtbank overweegt dat de CIZ bij eerdere besluiten, waaronder een besluit van 6 december 2012 en een besluit van 3 januari 2013, de aanvragen van eiser heeft afgewezen of de geldigheidsduur van indicaties heeft verkort. Eiser heeft aangevoerd dat hij recht heeft op zorg, omdat hij beperkingen ondervindt bij persoonlijke verzorging. De rechtbank stelt vast dat de CIZ zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat behandeling bij een psycholoog voor eiser is aangewezen, waardoor hij geen aanspraak kan maken op AWBZ-zorg. De rechtbank verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I ongegrond, maar oordeelt dat het bestreden besluit III niet deugdelijk is gemotiveerd en vernietigt dit besluit. De rechtbank draagt de CIZ op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.