ECLI:NL:RBAMS:2015:8338

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2015
Publicatiedatum
25 november 2015
Zaaknummer
CV EXPL 13-19686
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid gemeente voor schade door omgevallen boom op geparkeerde auto

In deze zaak vordert eiseres, een eigenaar van een geparkeerde auto, schadevergoeding van de Gemeente Amsterdam na het omvallen van een boom op haar voertuig. De boom, een Hollandse iep, was in slechte conditie en had meerdere keren een VTA-controle ondergaan, waarbij gebreken waren vastgesteld. Eiseres stelt dat de gemeente tekortgeschoten is in haar zorgplicht, omdat de boom niet tijdig is gerooid of adequaat is onderhouden. De gemeente ontkent aansprakelijkheid en stelt dat de boom niet als een acuut risico werd beschouwd en dat de schade niet te voorzien was. De kantonrechter heeft besloten een deskundige te benoemen om te adviseren over de vraag of het voorzienbaar was dat de boom zou omvallen. De deskundige zal ook de staat van de boom en de rol van de stabiliteitswortels onderzoeken. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling na de deskundigenrapportage.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 2234402 CV EXPL 13-19686
vonnis van: 7 augustus 2014
fno.: 713

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

eiseres
wonende te [plaats] , [land]
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr A.V. Paardekooper
t e g e n

de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Amsterdam

gedaagde
zetelende te Amsterdam
nader te noemen: Gemeente Amsterdam
gemachtigde: mr drs. I.M.C.A. Reinders Folmer

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 17 juli 2013 met producties
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 28 november 2013. Voordien heeft [eiseres] een akte vermeerdering eis genomen en een productie toegezonden. Voor [eiseres] zijn verschenen haar gemachtigde, vergezeld door mr M.L. van Kleef. Gemeente Amsterdam is verschenen bij mr B. Fluit, in het gezelschap van [naam 1] en [naam 2] . Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Daarna is de zaak naar de rol verwezen voor voortprocederen, waarna [eiseres] onder overlegging van een productie van repliek heeft gediend en Gemeente Amsterdam heeft gedupliceerd. Ten slotte is vonnis gevraagd.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Gemeente Amsterdam was in 2012 eigenaar van de 12-15 meter hoge
Ulmus x Hollandica Vegeta, ofwel Hollandse iep, met boomnummer 4328, die aan de Prinsengracht te Amsterdam, ter hoogte van huisnummer 138-142 stond.
1.2.
Bij een VTA-controle (
Virtual Tree Assessment)van de boom op 26 januari 2011 door [naam 3] , gecertificeerd
European Tree Technician,werkzaam bij Bomenwacht Nederland, is vastgesteld dat deze door
rotting in de stamvoet (lichte) afstervingsverschijnselenvertoonde en in slechte conditie was, met
mogelijk breuk- en/of instabiliteitsgevaar in de toekomst. Rond de rottingwas op dat moment
voldoende sterk hout aanwezig.Bij kloppen werd
ernstige klankafwijking op 0-40 cm boven maaiveld aan de noodwestzijde geconstateerd.Aan die zijde van de stamvoet kon
tot 20 cm diep in het houtweefsel worden geprikt (bij een stamvoetdiameter van 53 cm).Het advies luidde dat binnen een jaar opnieuw inspectie moet plaatsvinden met
extra aandacht voor eventuele uitbreiding van de rotting
1.3.
Op 10 augustus 2011 heeft opnieuw een VTA-controle van de boom met klophamer en prikstok plaatsgevonden, waarbij [naam 3] heeft vastgesteld dat deze nog steeds in slechte conditie was. De stamvoet en de kroon werden als ‘matig’ beoordeeld. Er was sprake van
Afstervingsverschijnselen. Holle/doffe klank. Houtrot. Ingevallen bast en/of houtweefsel.De boom werd gekwalificeerd als ‘attentieboom’, die binnen 12 maanden opnieuw bekeken moest worden.
1.4.
Op 27 juli 2012 heeft een nadere VTA-controle van de boom plaatsgevonden, waarbij [naam 3] heeft genoteerd dat sprake was van een ‘risicoboom’ die binnen 3 maanden moest worden gerooid. Opgemerkt werden
Afstervingsverschijnselen. Holle/doffe klank. Houtrot. Ingevallen bast en/of houtweefsel. Sterke vorming reactiehout, Attentieboom vanaf 2010. Rotting behoorlijk uitgebreid in vergelijking NO 2010.
1.5.
Op 24 september 2012 stond de auto van [eiseres] , een Volkswagen Passat met [kenteken] , om 13.50 uur geparkeerd in de onmiddellijke nabijheid van boom 4328. In de loop van de middag is de boom omgevallen en op de auto van [eiseres] terechtgekomen, waardoor deze is beschadigd en technisch ‘total loss’ is verklaard. Een expert heeft de dagwaarde van de auto vastgesteld op € 4.250,- en aan de restanten een restwaarde van € 750,- toegekend.
1.6.
[eiseres] heeft Gemeente Amsterdam aansprakelijk gesteld voor de schade aan de auto als gevolg van het omvallen van boom 4328. Gemeente Amsterdam heeft aansprakelijkheid afgewezen.
1.7.
Uit een ongedateerde verklaring van [naam 3] , die als productie 17 bij repliek is overgelegd blijkt als zijn mening:
Tijdens een VTA-controle wordt een boom beoordeeld op zichtbare bovengrondse kenmerken, die een veiligheidsrisico voor de omgeving kunnen opleveren. Een boom kan bijvoorbeeld een rotting en een holte hebben, zonder dat er sprake is van een acuut veiligheidsrisico. Vanuit efficiency overwegingen heeft het stadsdeel Centrum er voor gekozen de VTA-Controle gecombineerd uit te voeren met een inventarisatie van de beheersaspecten. De inventarisatie van de beheersaspecten staat los van de boomveiligheid (zorgplicht). De VTA-Controle is uitsluitend gericht op een visuele beoordeling van de bovengrondse delen van de boom.Bij de betreffende boom was er sprake van afstervingsverschijnselen in de kroon en houtrot in de stamvoet. In vergelijking met de resultaten van het nader onderzoek van 2010 (uitgevoerd op 26 januari 2010) is er tijdens de VTA-controle van 2012 (uitgevoerd op 27 juli 2012) geconstateerd dat de lokaal aangetroffen rotte zone is uitgebreid. Bij het nader onderzoek d.d. 26 januari 2011 heeft het onderzoek met de klophamer en de prikstok geen aanleiding gegeven voor het inzetten van specialistische meetapparatuur.Bij de laatste VTA controle was het niet mogelijk naar aanleiding van het gebruik van de klophamer en prikstok een uitspraak te doen over de veiligheid van de boom. Vanuit veiligheid is geadviseerd nader onderzoek uit te voeren. Op het moment van beoordelen was er geen sprake van een acuut veiligheidsrisico, waarvoor kap van de boom noodzakelijk was. Echter omdat de boom een teruglopende (onomkeerbare) conditie vertoont, is het toekomstperspectief van de boom beperkt. Een conditievermindering hoeft niet altijd een veiligheidsrisico in te houden. Gezien de combinatie van een teruglopende conditie met een rotting in de stamvoet geldt voor deze boom een beperkt toekomstperspectief. Dit heeft geresulteerd in een rooiadvies vanuit beheer.

Vordering

2. [eiseres] vordert, na wijziging van eis,
1. een verklaring voor recht dat Gemeente Amsterdam onrechtmatig jegens haar heeft
gehandeld althans heeft gehandeld in strijd met haar zorgplicht en gehouden is de
schade van [eiseres] te vergoeden;
II. dat Gemeente Amsterdam bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis
veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 3.500,- aan hoofdsom met wettelijke rente vanaf 11 juli 2013;
b. € 544,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 158,26 aan rente, berekend tot 11 juli 2013;
d. € 398,40 aan kosten van vervangend vervoer;
e. de proceskosten.
3. Daartoe stelt zij dat het omvallen van de boom en daarmee de schade aan haar auto is te wijten aan het tekortschieten van Gemeente Amsterdam in haar zorgplicht om in het algemeen voldoende zorg aan haar bomen te besteden. Nu boom 4328 op een plaats stond waarbij te voorzien was dat er aanzienlijke schade zou ontstaan wanneer deze zou omvallen, en gebreken aan de boom zijn geconstateerd, rustte op Gemeente Amsterdam een verhoogde zorgplicht. In het kader daarvan diende ten minste jaarlijks een controle van de boom plaats te vinden, alsmede extra onderhoud zoals snoeien van de kroon, zodat de boom minder wind zou vangen. Ook had Gemeente Amsterdam kunnen besluiten de boom te kappen. Als deze maatregelen zouden zijn genomen, zou de schade aan de auto van [eiseres] zijn voorkomen.
4. Voorts stelt [eiseres] dat Gemeente Amsterdam een onderzoeksplicht heeft met betrekking tot een boom met de hiervoor onder 1.2 en 1.3 genoemde uitwendig zichtbare gebreken. In de nakoming van die verplichting is Gemeente Amsterdam tekortgeschoten, aldus [eiseres] .
5. Daarnaast voert [eiseres] aan dat Gemeente Amsterdam voorzorgsmaatregelen had kunnen nemen om schade als waarvan hier sprake is te voorkomen, en daartoe was volgens [eiseres] ook alle aanleiding. Een autobezitter kon immers niet weten dat het raadzaam was om niet in de buurt van boom 4328 te parkeren. Gemeente Amsterdam had de parkeerplek kunnen afzetten of een bord kunnen plaatsten waarop werd gewaarschuwd voor het risico van het gebruik daarvan. Gemeente Amsterdam heeft echter niets gedaan om het risico op schade voor [eiseres] te verminderen of op te heffen.

Verweer

6. Gemeente Amsterdam betreurt de schade aan de auto van [eiseres] maar ontkent daarvoor aansprakelijk te zijn, nu zij aan haar zorgplicht ten aanzien van boom 4328 heeft voldaan, door deze systematisch te controleren. Daarbij is weliswaar in 2012 vastgesteld dat hij een risicoboom was, maar in de categorie risicobomen is hij slechts aangemerkt als een ‘nader onderzoeksboom’ en niet als de zwaardere categorieën ‘urgente risicoboom’ of ‘noodkap boom’.
7. Boominspecteur [naam 3] (zie 1.4 hiervoor) adviseerde in juli 2012 dat de boom binnen 3 maanden opnieuw moest worden onderzocht. Daarbij zou de stamvoet vrij gegraven worden. Voordat dit nadere onderzoek kon worden uitgevoerd is de boom omgewaaid, hetgeen haar niet kan worden verweten, aldus Gemeente Amsterdam, die voorts het causaal verband tussen het omwaaien en de vastgestelde gebreken ontkent. Volgens Gemeente Amsterdam is de boom namelijk onder het maaiveld uit de wortelkluit gebroken. Uit een overgelegde foto blijkt volgens Gemeente Amsterdam dat de boom zogenaamde adventief worteltjes had aangemaakt, waaruit blijkt dat de stabiliteitswortels waren afgestorven, hetgeen bij een VTA-controle niet waarneembaar is. Om de toestand van de stabiliteitswortels te beoordelen moet het wortelstelsel van een boom worden uitgegraven. Van Gemeente Amsterdam kan in haar visie niet worden verlangd bij de VTA van alle in Amsterdam te controleren bomen een zo uitvoerig onderzoek te doen.
8. Voorts voert Gemeente Amsterdam aan dat een groot potentieel risico niet te verwachten was. De kans dat boom 4328 zou omvallen was niet zo groot dat zij op grond van haar zorgplicht onmiddellijk maatregelen had moeten nemen om dat te voorkomen. Bovendien zou het omhakken van de boom buitenproportioneel zijn, kostbaar en in strijd met het streven en de taak van Gemeente Amsterdam om het bomenareaal in stand te houden.
9. Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding betwist Gemeente Amsterdam dat [eiseres] kosten voor alternatief vervoer heeft moeten maken en dat haar gemachtigde haar een bedrag van € 544,50 in rekening heeft gebracht ter zake van buitengerechtelijke werkzaamheden.

Beoordeling

10. Het draait in deze zaak om de vraag of Gemeente Amsterdam onrechtmatig, te weten maatschappelijk onzorgvuldig, heeft gehandeld tegenover [eiseres] als eigenaar van een geparkeerde auto, door gegeven de bij VTA-controles op 26 januari 2011, 10 augustus 2011 en 27 juli 2012 (zie hierboven onder 1.2, 1.3 en 1.4) aan boom 4328 geconstateerde gebreken niet direct, althans voor 24 september 2012, tot het rooien van de boom over te gaan of ten minste de parkeerplaatsen in de directe nabijheid van de boom af te zetten althans daar waarschuwingsborden te plaatsen. Daarbij is doorslaggevend of het voorzienbaar was dat de boom, in het licht van die gebreken, zou omvallen en op een geparkeerde auto zou terechtkomen, zodat het onzorgvuldig van Gemeente Amsterdam was om te handelen zoals zij heeft gedaan.
10. Alvorens verder te beslissen behoeft de kantonrechter omtrent dit geschilpunt deskundige voorlichting. De hiervoor onder 1.7 weergegeven verklaring van [naam 3] kan daaromtrent geen uitsluitsel geven, nu hij de eerder genoemde VTA-controles heeft verricht in opdracht van Gemeente Amsterdam.
10. De kantonrechter overweegt als deskundige te benoemen de heer H. van Scherpenzeel, verbonden aan Boomtotaalzorg te Schalkwijk (http://www.boomtotaalzorg.nl),
Overeind 42a
3998 JB Schalkwijk
tel. 030-6011880
fax 030-6012366
10. Aan de deskundige zullen in elk geval de navolgende vragen worden voorgelegd:
Hoe beoordeelt u het beheer van boom 4328 in het licht van het hiervoor onder 1.2, 1.3 en 1.4 beschreven onderzoek?
Was te verwachten dat de boom binnen 3 maanden na 27 juli 2012 zou omvallen?
Wat is in uw visie de oorzaak van het omvallen van de boom op 24 september 2012?
Heeft de conditie van de stabiliteitswortels daarbij een rol gespeeld, en zo ja, in welke mate?
Voor het geval u van mening bent dat de boom is omgevallen als gevolg van het afsterven van de stabiliteitswortels, was dat in het licht van de hiervoor onder 1.2, 1.3, 1.4 en 1.7 weergegeven bevindingen, binnen 3 maanden na 27 juli 2012 te verwachten? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet? Welke omstandigheden kunnen daarbij een rol spelen?
Hoe beoordeelt u de kwalificatie van de boom op 10 augustus 2011 (‘attentieboom’) en op 27 juli 2012 (‘risicoboom’)?
Hadden de bevindingen van [naam 3] in 2011 en 2012 Gemeente Amsterdam aanleiding moeten geven om de boom als urgente risicoboom of noodkap-boom te behandelen? Zo ja, waarom, zo nee, waarom niet?
Indien in uw antwoorden sprake mocht zijn van een kans dat enig handelen of nalaten van Gemeente Amsterdam heeft geleid tot het omvallen van de boom, wilt u dan de mate van waarschijnlijkheid in een percentage uitdrukken?
Heeft u overigens nog opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
14. De deskundige heeft desgevraagd verklaard dat hij bereid is het onderzoek te verrichten en dat de kosten voor dit onderzoek op een bedrag van € 1.179,75 inclusief BTW worden begroot. Partijen worden als hierna bepaald in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de begrote kosten. [eiseres] zal het door de deskundige te verlangen voorschot op zijn kosten -op de in een nader tussenvonnis te bepalen wijze- moeten deponeren, nu zij de bewijslast draagt van de gestelde schending van de gemeentelijke zorgplicht.
14. Partijen kunnen op de rol van donderdag
4 september 2014te 10.00 uur een akte nemen waarin zij zich uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en de aan deze voor te leggen vragen. Een nader uitstel zal, behoudens calamiteiten, niet worden verleend. [eiseres] wordt verzocht
de originele foto’s,waarvan slechts vage kopieën zijn overgelegd, in het geding te brengen.
14. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
draagt partijen op zich bij akte uit te laten overeenkomstig hetgeen hierboven onder 15. is overwogen;
verwijst daartoe de zaak naar de rolzitting van donderdag 4 september 2014 te 10:00 uur;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr E.D. Bonga-Sigmond, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 augustus 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter