Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de stichting STICHTING STADGENOOT
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord met een productie
- instructievonnis
- conclusie van repliek met producties
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
uit het complete onderzoek werd onder meer duidelijk dat deze huurwoning wel als woning in gebruik was maar dat er tevens sprake was van harddrugshandel.
Vordering en verweer
ontbinding en ontruimingStadgenoot stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] gehandeld heeft in strijd met de huurovereenkomst en de wet. Uit het proces-verbaal volgt, aldus Stadgenoot, dat [gedaagde] in de woonruimte heeft gehandeld in harddrugs. De omvang van de aanwezige verdovende middelen maken dat die niet bestemd kunnen zijn voor eigen gebruik van [gedaagde] . Stadgenoot benadrukt dat het een sociale huurwoning betreft, uitsluitend bestemd als woonruimte, en niet bestemd voor in de Opiumwet genoemde activiteiten. Reeds daarom dient de huurovereenkomst te worden ontbonden en de woonruimte te worden ontruimd.
herstelkostenVolgens Stadgenoot volgt uit het proces-verbaal dat [gedaagde] tijdens de inval in de woonruimte aanwezig was, maar de politie geen toegang wilde verlenen. Gelet hierop was de politie genoodzaakt de toegangsdeur tot de woonruimte te forceren. Stadge-noot moest daarop herstelwerkzaamheden uitvoeren tot het bedrag van € 703,34. [gedaagde] is voor deze kosten aansprakelijk. Het feit dat [gedaagde] (nog) niet is veroordeeld voor een strafbaar feit, betekent niet dat hij niet tot vergoeding gehouden is.
Ontbinding en ontruiming[gedaagde] stelt dat het enkel voorhanden hebben van verdovende middelen onvoldoende is voor het toewijzen van de vordering van Stadgenoot tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden, zoals handelsactiviteiten waarbij sprake is van bestemmingswijziging, van gevaarzetting en/of van overlast. Daarvan is in deze zaak geen sprake.
herstelkosten
Beoordeling
ontbinding en ontruimingAllereerst wordt vastgesteld dat het feit dat [gedaagde] in de Opiumwet ‘verboden handels-waar’ in zijn woonruimte had opgeslagen, in casu niet mee brengt dat deswege alleen al de huurovereenkomst ontbonden dient te worden. De huurovereenkomst bevat daaromtrent geen verbodsbepaling, zodat van een overtreding van de op [gedaagde] rustende verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst geen sprake is.
herstelkostenNu [gedaagde] niet heeft verklaard waarom de kosten van reparatie van de deur na de inval van de politie, niet voor zijn rekening zouden hoeven te komen, en de herstelkosten door [gedaagde] in hoogte niet zijn weersproken, zal de vordering van Stadgenoot op dit punt worden toegewezen. Waarom [gedaagde] deze kosten niet gewoon heeft voldaan, is de kantonrechter niet duidelijk geworden. [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van het bedrag van
€ 703,34, zoals door Stadgenoot gevorderd met rente en kosten; derhalve in totaal het bedrag van € 831,00.
BESLISSING
€ 466,00 aan griffiegeld
€ 96,16 aan explootkosten
€ 200,00 aan salaris gemachtigde +€ 762,16 in totaal, voor zover van toepassing, inclusief btw;