De rechtbank stelt voorop dat uit paragraaf 6.1 van het faillissementsverslag (zie hiervoor in 2.11) volgt dat voortzetting of een doorstart van de onderneming van Rotendo niet aan de orde is. Gesteld noch gebleken is dat de curator (na het faillissementsverslag) is teruggekomen op deze constatering in het faillissementsverslag.
Voor zover al moet worden aangenomen dat Riamo belang heeft bij het verkrijgen van de handelsnaam ‘Rotendo’ vanwege de waarde van die naam in de markt (Arch heeft erop gewezen dat de vennootschap tot 8 mei 2014 onder de naam Novero Holdings B.V. opereerde), geldt dat Riamo ook nu al in overleg kan treden met de curator om deze handelsnaam over te nemen. Daartoe is niet vereist dat Riamo alle aandelen in Rotendo verkrijgt.
Riamo heeft voorts niet duidelijk gemaakt waarom zij de door haar beoogde productontwikkeling en acquisities niet via een nieuw op te richten vennootschap zou kunnen realiseren, en waarom zij daartoe de aan Arch toebehorende aandelen in het failliete en lege Rotendo zou moeten verwerven. Riamo lijkt er bij haar stellingen bovendien aan voorbij te gaan dat ook het vermogen dat Rotendo gedurende haar faillissement verkrijgt in de faillissementsboedel valt (artikel 20 Faillissementswet), zodat niet valt in te zien welk belang Riamo heeft bij ‘het vullen van de lege huls’ zolang Rotendo in faillissement verkeert. Riamo heeft niet gesteld dat een akkoord kan worden aangeboden in het faillissement, zodat - mede gezien de toestand van de boedel zoals die uit het faillissementsverslag blijkt - aannemelijk is dat de vennootschap na afwikkeling van het faillissement wordt ontbonden (artikel 2:19 lid 1 sub c BW). Ook in zoverre heeft Riamo dus geen belang bij verkrijging van alle aandelen in Rotendo.
Riamo heeft nog aangevoerd dat zij bij verwerving van alle aandelen de mogelijkheid heeft om leningen en andere schulden van Rotendo om te zetten in aandelen. De rechtbank overweegt dat Rotendo blijkens haar faillissementsverslag een schuldenlast heeft van circa
€ 17,8 miljoen. Riamo heeft ter comparitie meegedeeld dat zij voor € 4,9 miljoen aan leningen aan Rotendo heeft uitstaan. Zelfs indien Riamo, nadat zij alle aandelen in Rotendo heeft verkregen, haar eigen leningen zou omzetten in aandelen, betekent dit niet dat het faillissement kan worden beëindigd.
Riamo heeft verder aangevoerd dat zij, indien zij alle aandelen in Rotendo verwerft, toegang tot de administratie van Rotendo verkrijgt en aldus bewijs zal kunnen vinden voor haar vermoedens met betrekking tot de verkoop van de werkmaatschappijen van Rotendo en de rol van Arch daarbij. De rechtbank overweegt - daargelaten dat deze stelling berust op speculatie en onvoldoende concreet is - dat het aan de curator is om te onderzoeken of Rotendo mogelijk nog vorderingen heeft (op wie dan ook) in verband met de verkoop van de activa van Rotendo. Riamo heeft bovendien niet gesteld dat zij de curator heeft verzocht om inzage in specifieke bescheiden en dat dit zou zijn geweigerd. Ook in zoverre heeft Riamo haar belang bij de vordering derhalve niet onderbouwd.