Ter terechtzitting van 21 januari 2015 hebben eiseressen, hierna gezamenlijk: de Combinatie, en afzonderlijk: ARS T&TT en Data Display, gesteld en gevorderd overeenkomstig de op 9 januari 2015 uitgebrachte dagvaarding. SPIE Nederland B.V. (hierna: SPIE) heeft een incidentele conclusie tot tussenkomst, althans voeging ingediend, waarvan eveneens een fotokopie aan dit vonnis is gehecht.
De Combinatie en GVB hebben geen bezwaar gemaakt tegen de tussenkomst op zichzelf, maar de Combinatie heeft wel te kennen gegeven dat zij niet wil dat (de inhoud van) bepaalde producties ter kennis van SPIE (zal) zullen komen, omdat deze bedrijfsvertrouwelijke informatie bevat(ten). Om die reden heeft de Combinatie niet de complete, maar een ‘geschoonde’ versie van de uitgebrachte dagvaarding aan SPIE verstrekt en heeft GVB de door haar op voorhand ingezonden Conclusie van Antwoord niet naar SPIE gestuurd. SPIE heeft aangevoerd dat aan haar, met het oog op haar processuele belangen, zoveel mogelijk informatie dient te worden verstrekt, en zich beroepen op de openbaarheid van de zitting die meebrengt dat zij ook kennis neemt van de ingebrachte producties, maar zich ten aanzien van het (verder) verstrekken van stukken gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter. Nu SPIE bij de uitkomst van de procedure directe belangen heeft en de Combinatie en het GVB zich op zichzelf daartegen niet hebben verzet, heeft de voorzieningenrechter de tussenkomst toegestaan.
Met betrekking tot de gestelde bedrijfsgevoeligheid van de informatie heeft zij partijen meegedeeld naar bevind van zaken te zullen handelen, maar daarbij niet uit te sluiten dat bepaalde door de Combinatie als vertrouwelijk bestempelde gegevens in het (openbare) vonnis wel bij de feiten zullen worden vermeld, indien dat voor de beoordeling noodzakelijk wordt geacht. Partijen hebben daarmee ingestemd. GVB heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. SPIE heeft eveneens geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van de Combinatie en gevorderd overeenkomstig de conclusie tot tussenkomst.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Aan dit vonnis is op grond van de gerechtvaardigde belangen van de Combinatie bij het vertrouwelijk blijven van bedrijfsgevoelige informatie een fotokopie van de ‘geschoonde’ versie van de dagvaarding gehecht.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van de Combinatie: [naam 1], directeur sales, [naam 2], directeur Data Display, [naam 3] (hierna: [naam 3]), salesmanager van Surtronic, een toeleverancier van (twee niet in deze procedure betrokken) inschrijvers van de in het geding zijnde aanbesteding, en mr. Fischer-Braams;
aan de zijde van GVB: [naam 4], senior inkoper, [naam 5], project manager,
mr. K. Groot Antink (hoofd juridische zaken), [naam 6], technisch adviseur en mr. Brackmann;
aan de zijde van SPIE: [naam 7], tendermanager, mr.A. Smits, bedrijfsjurist en
mr. Bergevoet.