Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 augustus 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord, met één productie;
- het tussenvonnis van 10 december 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie gehouden op 6 maart 2015, met het daarin vermelde stuk;
- de akte aan de zijde van Abn Amro, met één productie;
- de antwoordakte aan de zijde van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
zorgplichtschending
e-mail van 1 februari 2010 aan ASR heeft gezonden (zie onder 2.5). [eiser] had zijn voertuig verkocht, had in dat kader een vrijwaringsbewijs aan Abn Amro overhandigd en had verzocht om beëindiging van de verzekering, aldus Abn Amro. [eiser] betwist dat hij zijn voertuig had verkocht en dat hij Abn Amro opdracht heeft gegeven om de verzekering te beëindigen. [eiser] heeft ter comparitie verklaard dat hij tegen de baliemedewerker heeft gezegd dat hij de autoverzekering op naam van zijn vrouw wilde zetten.
3.552,50(2,5 punten × tarief EUR 1.421,00)
5.De beslissing
mr. E.R. Mac-Donald, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2015. [1]