ECLI:NL:RBAMS:2015:6831

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
HA RK 254.2015
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de gehele Rechtbank Amsterdam in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 augustus 2015 een verzoek tot wraking ontvangen van een verzoekster, die partij is in een procedure bij de Sector vreemdelingenrecht. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de gehele Rechtbank Amsterdam, specifiek de Afdeling Publiekrecht, teams bestuursrecht. De verzoekster stelde dat haar recht op een eerlijke behandeling in het geding was, maar het verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat een verzoek tot wraking alleen kan worden ingediend tegen rechters die daadwerkelijk een zaak van de verzoekster behandelen. In dit geval werd geen specifieke rechter aangewezen en ontbraken feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van een rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Beschikking op het bij brief van 8 augustus 2015 gedane en onder nummer en onder HA RK 254.2015 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
welk verzoek strekt tot wraking van de gehele Rechtbank Amsterdam, althans de Afdeling Publiekrecht, teams bestuursrecht.

1.Verloop van de procedure

1.1
Verzoekster is partij in een bij de rechtbank, Sector vreemdelingenrecht, onder zaaknummer [ ] ingeschreven zaak.
1.2
Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening.

2.2. De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
2.2
Het verzoek vindt geen grond in de wet, omdat een verzoek tot wraking alleen gericht kan zijn tegen rechter(s) die een zaak van verzoekster behandelen dan wel behandelt. Het verzoek wijst niet een rechter aan die de zaak van verzoekster behandelt en omschrijft evenmin een handelen of nalaten van die rechter, op grond waarvan de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het Wrakingsverzoek vermeldt immers, voor zover thans van belang:
“[ ], wraakt Rechtbank Amsterdam Sector Bestuursrecht: zaaknr [ ] zal geen toegang krijgen tot een voorzieningen Rechter die zonder vooringenomenheid EVRM schade Art. 6 zal doen inperken.”
2.3
Voor een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 8:18 lid 1 Awb bestaat geen aanleiding. Het in deze bepaling gegeven recht op hoor en wederhoor is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek en niet om de gronden van het wrakingsverzoek alsnog aan te voeren. Aan dat onderzoek komt de wrakingskamer niet toe omdat het verzoek aanstonds als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk dient te worden afgewezen.
3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De rechtbank:
 wijst het verzoek als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk af.
Aldus gegeven door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, mrs. A.W.J. Ros en A.J. Dondorp, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 8:18 lid 5 Awb geen voorziening open.