ECLI:NL:RBAMS:2015:6784
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na eindvonnis in de zaak van verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 maart 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek dat op 25 januari 2015 was ingediend door verzoeker. Dit verzoek was gericht tegen mr. T.M.A. van Löben Sels, de kantonrechter die eerder op 19 januari 2015 een vonnis had gewezen in de procedure van verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat de behandeling van de zaak door de rechter op dat moment al was geëindigd met het vonnis van 19 januari 2015. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een wrakingsverzoek alleen worden ingediend tegen rechters die een zaak nog in behandeling hebben. Aangezien het vonnis een eindbeslissing was, kon de kantonrechter niet meer als behandelend rechter worden aangemerkt. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een mondelinge behandeling, omdat het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39 lid 5 Rv.