ECLI:NL:RBAMS:2015:6783
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- N.C.H. Blankevoort
- M.V. Ulrici
- Th.J.M. Gijsberts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaken met bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 maart 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van meerdere verzoekers, die verdachten zijn in aanhangige strafzaken. De verzoekers hebben de wrakingskamer gewraakt, omdat zij van mening zijn dat de rechters partijdig zijn, gezien de betrokkenheid van familieleden bij de rechtbank Den Haag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wrakingsverzoeken zijn ingediend naar aanleiding van een eerdere afwijzing van een verzoek tot verwijzing naar een andere rechtbank. De rechtbank oordeelt dat een procedurele beslissing, zoals de afwijzing van het verwijzingsverzoek, in beginsel niet kan leiden tot wraking, tenzij deze beslissing zo onbegrijpelijk is dat deze alleen kan worden verklaard uit vooringenomenheid. De rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat er familieleden van verzoekers werkzaam zijn bij de rechtbank Den Haag, niet voldoende is om te concluderen dat de rechters vooringenomen zijn. De rechtbank wijst de wrakingsverzoeken af, omdat de verzoekers niet hebben aangetoond dat er sprake is van objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De beslissing van de rechtbank is definitief en er staat geen voorziening open tegen deze uitspraak.