Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagden 2],
1.De procedure
2.De feiten
dat de domeinnamen [domeinnamen] en [domeinnamen] geen inbreuk maken op enig recht van [gedaagden 2] , met betrekking tot het teken “ [teken] ””
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietin dat de benadeelde bekend moet zijn met de juridische beoordeling van de vordering (zie bijvoorbeeld HR 14-11-2014 ECLI:HR:2014:3240). De stelling van [eiser] dat hij pas door het onherroepelijk worden van het arrest van
schriftelijkeaanmaning of mededeling waarbij de schuldeiser zich
ondubbelzinnigzijn recht op nakoming voorbehoudt. Schriftelijke bescheiden op dit punt heeft [eiser] niet in het geding gebracht, behalve de brief van 20 maart 2015 (aangehaald bij 2.12). Toen was de termijn van vijf jaar (na 9 augustus 2004) al (lang) voorbij.