ECLI:NL:RBAMS:2015:6

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 januari 2015
Publicatiedatum
23 december 2014
Zaaknummer
C-13-566546 - HA ZA 14-597
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van kredietbeoordelaar voor schade door faillissement van cliënt

In deze zaak vorderden de eiseressen, GLS Holding en GLS Nederland, schadevergoeding van Graydon Nederland B.V. naar aanleiding van het faillissement van hun cliënt, ACI Adam B.V. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat Graydon niet aansprakelijk was voor de schade die de eiseressen hadden geleden. De rechtbank overwoog dat Graydon, als kredietbeoordelaar, niet onzorgvuldig had gehandeld door de originele jaarrekening van ACI niet in haar kredietbeoordeling te betrekken. De eiseressen hadden een credit management overeenkomst met Graydon, waarbij Graydon kredietinformatie over ACI diende te leveren. De rechtbank concludeerde dat Graydon op basis van de beschikbare informatie, waaronder positieve betaalervaringen en gestandaardiseerde tabellen, geen aanleiding had om de jaarrekening te raadplegen. De rechtbank verwierp de stelling van de eiseressen dat Graydon tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat er sprake was van onrechtmatige daad. De vorderingen van GLS c.s. werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/566546 / HA ZA 14-597
Vonnis van 14 januari 2015
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
GLS NETHERLANDS HOLDING N.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GENERAL LOGISTICS SYSTEMS NETHERLANDS B.V.,
beiden gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
advocaat mr. J.C. Zevenberg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAYDON NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. L.H. Rammeloo.
Partijen zullen hierna GLS Holding, GLS Nederland (gezamenlijk GLS c.s.) en Graydon genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 juni 2014 met producties,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • het tussenvonnis van 13 augustus 2014, waarin een comparitie is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie van 21 oktober 2014 met de daarin genoemde stukken,
  • de brief van 28 oktober 2014 van mr. Zevenberg met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
  • het faxbericht van 28 oktober 2014 van mr. Rammeloo met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
GLS Holding exploiteert via haar werkmaatschappij GLS Nederland een transportonderneming die gespecialiseerd is in pakketdistributie, vrachtdistributie en expresdiensten binnen Nederland en Europa.
2.2.
Graydon is een financiële dienstverlener die onder meer voor opdrachtgevers ondernemingen beoordeelt op hun kredietwaardigheid.
2.3.
Op 11 september 2012 heeft GLS Holding met Graydon een credit management overeenkomst gesloten ter zake de levering van kredietinformatie over (potentiële) klanten (hierna: de overeenkomst).
2.4.
De toepasselijke algemene voorwaarden van Graydon (hierna: de algemene voorwaarden) bepalen, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
Artikel 12 Aansprakelijkheid
12.1
Graydon is aansprakelijk voor tekortkomingen in de uitvoering van de opdracht, voor zover deze het gevolg zijn van het door Graydon of haar medewerkers niet in acht nemen van de zorgvuldigheid, deskundigheid en de bekwaamheid, waarop bij het uitbrengen van adviezen in het kader van de betrokken opdracht mag worden vertrouwd. De aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door de tekortkomingen wordt beperkt tot het bedrag van het honorarium dat Graydon voor haar werkzaamheden in het kader van die opdracht heeft ontvangen. Bij opdrachten die een langere doorlooptijd dan zes maanden hebben, geldt een verdere beperking van de hier bedoelde aansprakelijkheid tot maximaal het factuurbedrag over de laatste zes maanden;
(…)
12.5
Graydon is nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, daaronder begrepen gevolgschade, gederfde winst (…), zowel bij de opdrachtgever als bij derden.
(…)”
2.5.
ACI Adam B.V. te Maastricht (hierna: ACI) was één van de klanten van GLS c.s. waarvan de kredietwaardigheid door Graydon continu werd gemonitord. GLS c.s. betaalde hiervoor een bedrag van € 12,30 per jaar aan Graydon.
2.6.
ACI kreeg een positieve kredietbeoordeling van Graydon. Op 7 juli 2013 heeft Graydon haar kredietadvies ter zake van ACI verhoogd van € 4.500.000,00 naar
€ 5.000.000,00.
2.7.
De originele jaarrekening van ACI met toelichting over het boekjaar 2011/2012 is op 2 september 2013 gepubliceerd door middel van deponering daarvan bij de Kamer van Koophandel en luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
8 Accounting policies
(…)
Going concern
Going concern assumption
The company failed to meet the EBITDA ratio stipulated in the loan agreement at 31 July 2012. During the period from August 2012 through July 2013, the company incurred a pre-tax loss of over € 6 million, causing it to fail to meet the solvency EBITDA requirements both during 2012/2013 and at 31 July 2013. Accordingly, the loan has formally become due for immediate repayment, which is why it is presented as short-term loan.
(…)”
2.8.
Een aan de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI gehechte accountantsverklaring luidt, voor zover hier van belang, als volgt: [1]
“(…)
Report on the financial statements
(…)
Emphasis of uncertainty with respect to the going concern assumption
We draw attention to the paragraph on the going-concern assumption in the notes to the financial statements on page 10, which indicates that the company incurred a loss of some € 6 million for the 2012/2013 financial year. This caused the company’s capital base to decrease and the bank covenants to be breached. These conditions, along with other matters as set forth in the same paragraph, indicate the existence of a material uncertainly which may cast significant doubt about the company’s ability to continue as a going concern. Our opinion is not qualified in respect of this matter.
(…)”
2.9.
De cijfermatige gegevens uit de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI zijn samengevat in de zogenoemde gestandaardiseerde tabellen, die ook verkrijgbaar zijn via de Kamer van Koophandel. De gestandaardiseerde tabellen van ACI luiden, voor zover hier van belang, als volgt: [2]
“(…)
Algemene gegevens uit de jaarrekening
Boekjaar: 2012 2011 2010
(…)
Accountantscontrole: Ernst & Young LLP Ernst & Young LLP Ernst & Young LLP
Oordeel: Goedkeurend Goedkeurend Goedkeurend
(…)
Winst- en verliesrekening
Boekjaar: 2012 2011 2010
(…)
Netto omzetresultaat 26.189.194 23.182.742 18.278.273
(…)
NETTO RESULTAAT 651.905 2.357.753 1.620.870
(…)
Kengetallen
Boekjaar: 2012 2011 2010
(…)
Solvabiliteit
(…)
eigen vermogen/ 0,13 0,11 0,15
balanstotaal
(…)
Overige kengetallen
(…)
Werkkapitaal 14.096.432 15.114.293 13.260.411
(…)”
2.10.
In de periode van 1 januari 2014 t/m 17 maart 2014 is de betalingsachterstand van ACI bij GLS c.s. opgelopen tot € 104.750,64. De betreffende facturen zijn door ACI nimmer voldaan.
2.11.
Op 17 maart 2014 heeft GLS c.s. een kredietrapportage van Graydon ontvangen ten aanzien van ACI, waarin een kredietlimiet van € 5.000.000,00 was opgenomen.
2.12.
Op 18 maart 2014 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen ACI en GLS c.s. over voormelde betalingsachterstand. ACI heeft tijdens dat gesprek aangegeven dat zij in financieel zwaar weer terecht was gekomen en dat naar oplossingen werd gezocht. GLS c.s. heeft naar aanleiding hiervan contact opgenomen met Graydon, die diezelfde dag de kredietlimiet van ACI heeft aangepast naar € 0,00. Het kredietinformatierapport van Graydon ten aanzien van ACI van 18 maart 2014 luidt verder, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
Jaarrekening
2012 2011 2010 2009 2008
(…)
Accountantsoordeel betrouwbaar betrouwbaar betrouwbaar betrouwbaar
(…)”
2.13.
Op 18 maart 2014 is ACI op eigen verzoek in staat van faillissement verklaard.
2.14.
Bij brief van 26 maart 2014 heeft GLS Nederland, voor zover hier van belang, aan Graydon bericht:
“(…)
Wij menen (…) dat er in deze sprake is van wanprestatie zijdens Graydon (…)
Ten gevolge van de – naar nu gebleken – foutieve kredietwaardigheidsrapporten van Graydon, heeft GLS Netherlands omvangrijke schade geleden. (…) Op dit moment wordt deze schade (…) begroot op het bedrag ad € 104.049,91, nog te vermeerderen met rente en kosten. Voor dit bedrag stel ik u dan ook hierbij aansprakelijk.
(…)”
2.15.
Bij brief van 7 april 2014 heeft Graydon aansprakelijkheid afgewezen.
2.16.
Een Graydon Whitepaper, getiteld “De toekomst van Credit Management. Marges managen door informatie om te zetten in relevante inzichten.” (hierna: de whitepaper) luidt, voor zover thans relevant, als volgt:
“(…)
Nieuwe competenties van credit managers
(…) modern credit management heeft betrekking op het gehele portfolio van een onderneming. (…)
Dankzij de zo verworven inzichten is het mogelijk om het aantal risicovolle klantrelaties te verminderen, om betere commerciële afspraken te maken die aansluiten bij de specifieke situatie van elke klant, en om betere transactievoorwaarden af te spreken. Tevens worden risico’s in een eerder stadium gesignaleerd, zodat daarop beter geanticipeerd kan worden. (…)
Betrouwbaarheid en snelheid
(…)
Daarnaast is het zaak dat de data juist worden geïnterpreteerd, en dat de juiste gegevens aan elkaar worden gekoppeld zodat er bruikbare informatie ontstaat. (…) Tegelijkertijd wordt het informatieaanbod ook breder, en strekt zich uit van informatie en kennis op microniveau, zoals het opvragen van bedrijfsrapporten, tot macrogegevens over bijvoorbeeld branchespecifieke trends. (….)”

3.Het geschil

3.1.
GLS c.s. vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Graydon tot betaling aan GLS c.s. van een bedrag van € 104.750,74, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 26 maart 2014, met veroordeling van Graydon in de buitengerechtelijke kosten, de proces- en de nakosten.
3.2.
GLS c.s. legt hieraan ten grondslag dat Graydon tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst, althans (subsidiair) dat sprake is van onrechtmatige daad. Graydon had volgens GLS c.s. – als redelijk bekwaam en redelijk handelend deskundige – de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI en de daarin vervatte accountantsverklaring (zie hiervoor onder 2.7 en 2.8) moeten betrekken in haar kredietbeoordeling en op basis daarvan het kredietadvies van ACI (ruim vóór
18 maart 2014) naar beneden moeten bijstellen. Voor zover Graydon de originele jaarrekening heeft betrokken in haar beoordeling, heeft zij de inhoud daarvan miskend en een onjuist oordeel gegeven over de kredietwaardigheid van ACI. Bovendien hadden de gestandaardiseerde tabellen (zie hiervoor onder 2.9) die Graydon naar eigen zeggen wel in haar beoordeling heeft meegenomen volgens GLS c.s. reeds aanleiding moeten geven tot aanpassing van het kredietadvies, althans tot nader onderzoek. Graydon is volgens GLS c.s. derhalve aansprakelijk voor de schade die GLS c.s. dientengevolge heeft geleden, welke gelijk kan worden gesteld aan het totaal bedrag van de openstaande facturen van ACI.
3.3.
Graydon voert verweer en voert – kort gezegd – aan dat haar niets te verwijten valt, nu zij een zorgvuldig, deskundig en bekwaam oordeel heeft gegeven over de kredietwaardigheid van ACI en bij het uitbrengen van haar adviezen heeft gehandeld zoals van haar verwacht mocht worden door GLS c.s. De betaalervaringen en de gestandaardiseerde tabellen van ACI die Graydon, zoals gebruikelijk, bij haar kredietbeoordeling heeft betrokken vertoonden een positief beeld. Er bestond dan ook geen aanleiding om de originele jaarrekening te raadplegen. Van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst of van onrechtmatig handelen is volgens Graydon derhalve geen sprake. Voorst wijst Graydon op de exoneraties in artikel 12.1 en 12.5 van haar algemene voorwaarden. Graydon betwist verder de (omvang van de) door GLS c.s. gestelde schade en het causaal verband tussen deze schade en de verwijten die GLS c.s. haar maakt. Tot slot meent Graydon dat sprake is van eigen schuld, zodat de (gestelde) schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van GLS c.s. dient te blijven.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat de overeenkomst van 11 september 2012 waar GLS c.s. zich op beroept, is gesloten tussen GLS Holding en Graydon. Graydon stelt zich dan ook op het standpunt dat geen contractuele relatie bestaat tussen haar en GLS Nederland, zodat van een tekortkoming van Graydon jegens GLS Nederland hoe dan ook geen sprake kan zijn. Voorts meent Graydon dat op haar geen zorgvuldigheidsverplichting jegens derden rust, zodat ook geen sprake is van vergoedingsplicht jegens GLS Nederland op grond van onrechtmatige daad. GLS c.s. heeft dit ter zitting betwist en stelt – naar de rechtbank begrijpt – dat Graydon wist dat zij haar diensten eveneens ten behoeve van GLS Nederland verleende, zodat Graydon ook aansprakelijk is voor de schade die GLS Nederland –en daardoor GLS Holding- ten gevolge van het handelen, althans nalaten van Graydon heeft geleden.
4.2.
De rechtbank ziet aanleiding om het antwoord op de vraag of GLS Nederland rechten kan ontlenen aan de overeenkomst hier in het midden te laten en allereerst de vraag te beantwoorden of sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Graydon. De rechtbank begrijpt dat GLS c.s. Graydon in dat kader een viertal verwijten maakt, die hierna ieder afzonderlijk zullen worden besproken.
4.3.
Als maatstaf heeft te gelden, zoals ook in artikel 12.1 van de algemene voorwaarden is opgenomen, dat Graydon aansprakelijk is voor tekortkomingen in de uitvoering van de opdracht, voor zover deze het gevolg zijn van het door Graydon of haar medewerkers niet in acht nemen van de zorgvuldigheid, deskundigheid en de bekwaamheid, waarop bij de kredietwaardigheidsbeoordeling in het kader van de betrokken opdracht mag worden vertrouwd.
Heeft Graydon de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling betrokken?
4.4.
De rechtbank begrijpt dat GLS c.s. allereerst stelt dat Graydon de originele jaarrekening van ACI wel in haar kredietbeoordeling heeft betrokken, maar dat zij de inhoud daarvan heeft miskend en de kredietwaardigheid van ACI onjuist heeft beoordeeld. Ter onderbouwing van dit standpunt wijst GLS c.s. op pagina acht van het kredietinformatierapport van 18 maart 2014, waarin een oordeel wordt gegeven over de betrouwbaarheid van het accountantsoordeel (zie hiervoor onder 2.12). Nu Graydon van 2008 t/m 2011 vermeldt dat het accountantsoordeel betrouwbaar is, mag er vanuit worden gegaan dat Graydon de accountantsverklaring in die jaren heeft gelezen en daarmee meegenomen in haar oordeel. Om onbekende redenen geeft Graydon een dergelijk oordeel in 2012 niet, aldus GLS c.s.
4.5.
Graydon betwist dat zij de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI met accountantsverklaring heeft gelezen en beoordeeld. Graydon voert aan dat zij conform de gebruikelijke processen bij de kredietwaardigheidsbeoordeling slechts gebruik heeft gemaakt van de gestandaardiseerde tabellen en de bij haar bekende betaalervaringen. Slechts indien daartoe aanleiding bestaat worden ook andere stukken, zoals de originele jaarrekening, in de beoordeling betrokken, maar in dit geval bestond daartoe volgens Graydon geen aanleiding. GLS c.s. leidt volgens Graydon ten onrechte uit de kwalificatie “accountantsoordeel betrouwbaar” in het kredietinformatierapport van
18 maart 2014 af dat Graydon de accountantsverklaring bij de betreffende jaarrekeningen destijds wel zou hebben gelezen en meegenomen in haar kredietadvies. Deze kwalificatie betekent immers enkel dat sprake is van een goedkeurende verklaring van de jaarrekening door de accountant. Wat betreft het jaar 2012 is deze kwalificatie per abuis weggevallen. Zoals ook blijkt uit de gestandaardiseerde tabellen heeft de accountant ook ten aanzien van de jaarrekening 2012 een goedkeurende verklaring afgegeven, aldus Graydon.
4.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat GLS c.s. onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat Graydon de originele jaarrekening van ACI wel in haar beoordeling heeft betrokken, maar de inhoud daarvan heeft miskend. Uit de enkele kwalificatie “accountantsoordeel betrouwbaar” in het kredietinformatierapport van 18 maart 2014 kan gelet op het verweer van Graydon niet worden afgeleid dat Graydon de originele jaarrekening wel in haar beoordeling heeft betrokken. De rechtbank zal derhalve aan dit standpunt van GLS c.s. voorbij gaan en gaat er in het navolgende vanuit dat Graydon de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI en de daarin vervatte accountantsverklaring (tot 18 maart 2014) niet heeft betrokken in haar kredietbeoordeling.
Was Graydon sowieso gehouden de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling te betrekken?
4.7.
GLS c.s. stelt dat Graydon als redelijk handelend en bekwaam deskundige wel gehouden was om de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling te betrekken. Daartoe stelt GLS c.s. dat het voor Graydon duidelijk is dat GLS c.s. correcte en zo volledig mogelijke kredietinformatie over haar potentiële afnemers wenst te ontvangen teneinde afspraken te maken met die afnemers over de wijze van betaling en dat GLS c.s. erop vertrouwde dat Graydon daartoe alle informatie die voor haar toegankelijk was zou gebruiken. Dat GLS c.s. daarop mocht vertrouwen volgt volgens GLS c.s. uit de inhoud van de hiervoor onder 2.16 geciteerde whitepaper, dat onderdeel uitmaakt van de reclame-uitingen van Graydon. Ter zitting heeft GLS c.s. hieraan toegevoegd dat Graydon naar de originele jaarrekening had moeten kijken omdat ACI een groot bedrijf was met een maximale kredietwaardering.
4.8.
Graydon betwist dat zij sowieso gehouden was om de originele jaarrekening standaard in haar kredietbeoordeling te betrekken. Zoals hiervoor reeds overwogen, voert Graydon aan dat zij conform de gebruikelijke processen – die volgens haar tevens brancheconform zijn – bij het bepalen van haar advies slechts de gestandaardiseerde tabellen en de bij haar bekende betaalervaringen gebruikt. De originele jaarrekening wordt slechts in de beoordeling betrokken indien daartoe aanleiding bestaat en in dit geval bestond die aanleiding niet, aldus – steeds – Graydon.
4.9.
Vast staat dat de inhoud van de werkzaamheden van Graydon voor GLS c.s. in de overeenkomst niet wordt gespecificeerd. Dat Graydon verplicht is de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling te betrekken, kan hieruit dus niet worden afgeleid. De vraag die beantwoord moet worden is of GLS c.s. – mede gelet op de hiervoor onder 4.3 geschetste maatstaf – desalniettemin mocht verwachten dat Graydon de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling zou betrekken.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat de whitepaper de verwachting van GLS c.s. dat Graydon de originele jaarrekening sowieso in haar kredietbeoordeling zou betrekken niet rechtvaardigt. Gesteld noch gebleken is immers dat deze whitepaper reden is geweest voor GLS c.s. om de overeenkomst met Graydon aan te gaan dan wel te laten voortduren. Bovendien heeft Graydon onvoldoende weersproken gelaten het gemotiveerde verweer van Graydon dat dit geen reclame-uiting van Graydon betreft, zoals GLS c.s. meent, maar een document met algemene informatie over het vak credit management, die niet in zijn geheel direct van toepassing is op Graydon. Dat GLS c.s. correcte en zo volledig mogelijke kredietinformatie over haar potentiële afnemers wenst te ontvangen, mag zo zijn, maar onweersproken gesteld is dat GLS c.s. voor de monitoring van ACI een bedrag van slechts € 12,30 per jaar betaalde aan Graydon. Voor een dergelijk bedrag kon GLS c.s. naar het oordeel van de rechtbank niet redelijkerwijs verwachten dat Graydon de originele jaarrekening steeds zonder meer in haar kredietbeoordeling zou betrekken. Daaraan doet niet af de enkele stelling van GLS c.s. dat Graydon meerdere klanten zou hebben die om monitoring van ACI vragen. De ter zitting door GLS c.s. ingenomen stelling dat Graydon naar de originele jaarrekening had moeten kijken omdat ACI een groot bedrijf was met een maximale kredietwaardering, kan de rechtbank niet volgen. Grote bedrijven met een hoge kredietwaardering zijn doorgaans immers stabiel, zodat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien waarom er juist in die gevallen aanleiding bestaat om de originele jaarrekening standaard te raadplegen.
4.11.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank is van oordeel dat GLS c.s. onvoldoende heeft onderbouwd op basis waarvan zijn mocht verwachten dat Graydon sowieso de originele jaarrekening in haar kredietbeoordeling zou betrekken. De rechtbank verwerpt de stelling van GLS c.s. dat Graydon daartoe als redelijk handelend en bekwaam deskundige zonder meer gehouden is.
Gaven de gestandaardiseerde tabellen aanleiding tot aanpassing van het kredietadvies?
4.12.
Voor zover GLS c.s. bedoeld heeft te stellen dat de gestandaardiseerde tabellen van ACI die Graydon in haar kredietbeoordeling heeft betrokken reeds aanleiding hadden moeten geven tot aanpassing van het kredietadvies betreffende ACI, overweegt de rechtbank dat GLS c.s. dit – in het licht van de betwisting door Graydon – onvoldoende heeft onderbouwd. Graydon heeft er terecht op gewezen dat uit de gestandaardiseerde tabellen een stijging van het eigen vermogen, een positief werkkapitaal en een stijging van de omzet van ACI volgt. De enkele omstandigheid dat het netto resultaat is gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor, is naar het oordeel van de rechtbank – mede gelet op positieve betaalervaringen – onvoldoende om direct over te gaan tot aanpassing van het kredietadvies.
Gaven de gestandaardiseerde tabellen aanleiding tot nader onderzoek?
4.13.
GLS c.s. stelt tenslotte dat de gestandaardiseerde tabellen die Graydon in haar beoordeling heeft meegenomen aanleiding hadden moeten zijn voor Graydon om nader onderzoek te doen en de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI en de daarin vervatte accountantsverklaring te raadplegen. Daartoe wijst GLS c.s. erop dat de gestandaardiseerde tabellen een drastische daling van het netto resultaat laten zien.
4.14.
Graydon betwist dat de gestandaardiseerde tabellen aanleiding gaven tot nader onderzoek en voert daartoe wederom aan dat uit de gestandaardiseerde tabellen een stijging van het eigen vermogen, een positief werkkapitaal en een stijging van de omzet van ACI volgt. Bovendien wijst Graydon erop dat de betaalervaringen met betrekking tot ACI een positief beeld lieten zien. De betaalervaringen toonden geen staking van betaling of grote vertragingen in het betaalgedrag van ACI. Tekenend is volgens Graydon voorts dat ook de “lagere” facturen werden betaald, terwijl een bedrijf in financiële nood er vaak voor kiest om alleen de belangrijkste leveranciers tot het einde te betalen. De betaalervaringen wegen zwaar omdat deze een direct meetmiddel vormen en een belangrijk element waarmee direct (onder meer) de liquiditeit van een onderneming zichtbaar wordt, aldus Graydon.
4.15.
De rechtbank overweegt dat GLS c.s. niet heeft weersproken dat uit de gestandaardiseerde tabellen van ACI, naast de daling van het netto resultaat, tevens een stijging van het eigen vermogen, een positief werkkapitaal en een stijging van de omzet volgt en dat de betaalervaringen een positief beeld lieten zien. Evenmin weersproken is dat de betaalervaringen zwaar wegen in de kredietbeoordeling door Graydon. In de brief van 28 oktober 2014 met opmerkingen over het proces-verbaal van comparitie heeft mr. Zevenberg geschreven dat hij naar aanleiding van de screenprints waarin opgenomen een verslag van de betaalervaringen heeft aangegeven dat hierin mede zijn verwerkt de gegevens welke GLS Nederland aan Graydon heeft verstrekt, dat hij heeft gewezen op de omvang van de betalingservaringen van een vermelding in januari 2014 van € 140.885,00 en in februari 2014 van € 705,00 en dat gezien de totale omzet van ACI (over 2012 ruim 769 miljoen euro) en de omvang van de in het kader van het faillissement gemelde concurrente crediteuren op het moment van failleren (ruim 9 miljoen euro) moet worden geoordeeld dat aan deze betalingservaringen geen doorslaggevende betekenis had mogen en kunnen worden toegekend, hetgeen evenzeer als een tekortkoming kan worden getypeerd. In het midden latend of het proces-verbaal van comparitie aldus een onjuistheid bevat of onvolledig is, slaagt ook deze stelling van GLS c.s. niet, nu onvoldoende onderbouwd en ook overigens niet is gebleken dat Graydon aan de betaalervaringen van ACI doorslaggevende betekenis heeft toegekend. Op basis van het voorgaande acht de rechtbank het niet onbegrijpelijk dat Graydon geen aanleiding heeft gezien om de originele jaarrekening 2011/2012 van ACI in haar kredietbeoordeling te betrekken. Dat Graydon daarmee de zorgvuldigheid, deskundigheid en de bekwaamheid, waarop bij het uitbrengen van adviezen mocht worden vertrouwd door GLS c.s. niet in acht heeft genomen, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet gebleken. GLS c.s. heeft de stelling van Graydon dat zij op deze wijze brancheconform heeft gehandeld naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd weersproken.
Slotsom
4.16.
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen op grond van de overeenkomst door Graydon, althans van een onrechtmatige daad van Graydon, niet is gebleken. Alle vorderingen van GLS c.s. zullen aldus worden afgewezen.
4.17.
Gelet op het voorgaande behoeven de overige stellingen van partijen, waaronder de overige opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal in de brieven van
28 oktober 2014, geen bespreking meer.
4.18.
GLS c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij (hoofdelijk) worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Graydon tot op heden begroot op:
Griffierecht € 3.829,00
Salaris advocaat
€ 2.842,00 (2 punten x tarief V)
Totaal € 6.671,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt GLS c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Graydon tot op heden begroot op € 6.671,00,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Kloosterhuis, rechter, bijgestaan door mr. C.F.E.M. Mes, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2015.
*

Voetnoten

1.Prod. 4 bij dagvaarding, 2e sticker
2.Prod. 5 bij dagvaarding