ECLI:NL:RBAMS:2015:5386

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2015
Publicatiedatum
21 augustus 2015
Zaaknummer
13/698001-15, 15/4455
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot teruggave van in beslag genomen auto met conservatoir beslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, die in beslag genomen was van zijn auto, een Volkswagen Polo. De auto was in beslag genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar de handel in verdovende middelen, waarbij klager werd verdacht van het handelen in heroïne en cocaïne tussen 1 januari 2014 en 20 maart 2015. Het conservatoir beslag was gelegd om de betaling van een mogelijke geldboete en een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel veilig te stellen, tot een maximum van € 4.764,00.

Klager heeft in zijn klaagschrift verzocht om teruggave van de auto, waarbij hij een zekerheidsstelling heeft aangeboden van € 4.081,30, samen met een in beslag genomen geldbedrag van € 682,70. De Landelijke Autoriteit had echter aangegeven dat de zekerheid moest worden gesteld tot de getaxeerde waarde van de auto, zijnde € 9.550,00, wat klager betwistte. De officier van justitie heeft zich niet verzet tegen de teruggave van de auto, mits de zekerheid voor het hogere bedrag werd gesteld.

De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en geconcludeerd dat de door klager aangeboden zekerheid van € 4.081,30 voldoende was, gezien het feit dat het conservatoir beslag was gelegd tot een maximum van € 4.764,00. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van het beslag niet gerechtvaardigd was, omdat klager voldoende zekerheid had aangeboden en dat de eis van subsidiariteit niet werd nageleefd. De rechtbank verklaarde het beklag gegrond en gelastte de teruggave van de auto aan klager, onder voorwaarde dat de LBA het bedrag van de zekerheid had ontvangen.

Deze beslissing is openbaar uitgesproken door rechter T.T. Hylkema, in aanwezigheid van griffier G. Jenuwein. Klager heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/698001-15
RK: 15/4455
BESCHIKKING
op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum] 1990,
wonend op het adres [adres, te plaats] ,
te dezen woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsvrouw,
mr. G.A. Jansen, [adres, te plaats] ,
klager, tevens beslagene.

Procesgang

Het klaagschrift is op 3 juli 2015 bij akte ingediend ter griffie van deze rechtbank.
De rechtbank heeft op 22 juli 2015 klager, zijn raadsvrouw en de officier van justitie,
mr. M.E. Woudman, in openbare raadkamer gehoord.

Inhoud klaagschrift en standpunt klager

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het onder klager in beslag genomen voorwerp, te weten een auto, merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 1] . Op de auto is conservatoir beslag gelegd met als reden het veiligstellen van betaling voor een mogelijk op te leggen geldboete alsmede een mogelijk toe te wijzen vordering wederrechtelijk verkregen voordeel tot een bedrag van € 4.764,00. Klager heeft aangeboden in ruil voor de auto zekerheid te willen stellen. Ten onrechte heeft de Landelijke Autoriteit aangegeven dat zekerheid gesteld zou moeten worden tot het bedrag van de getaxeerde waarde van de auto en niet slechts tot het bedrag van het conservatoir beslag. Omdat ook conservatoir beslag is gelegd op een geldbedrag van klager ter hoogte van € 682,70, zou het bedrag van de zekerheidstelling € 4.081,30 moeten bedragen. Klager verzoekt het beslag op de auto op te heffen, onder het bevel tot zekerheidstelling voor voornoemd bedrag.
De raadsvrouw van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat de moeder van klager een lening heeft opgenomen zodat het geld klaar ligt om overgeboekt te worden.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen auto aan klager mits zekerheid wordt gesteld voor het bedrag van € 9.550,00, zijnde de getaxeerde waarde van de auto. Mocht de zekerheid worden voldaan dan vervalt de grondslag voor het klaagschrift.

Beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Klager wordt ervan verdacht – kort gezegd - gedurende de periode 1 januari 2014 t/m 20 maart 2015 in verdovende middelen, te weten heroïne en cocaïne, te hebben gehandeld. Er is vervolgens met machtiging van de rechter-commissaris conservatoir beslag gelegd tot bewaring van het recht van verhaal voor de voor voornoemd misdrijf op te leggen geldboete en een naar aanleiding van voornoemd misdrijf door de rechter op te leggen verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van het door verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel, tot een maximum bedrag van € 4.764,00. Hierbij is een auto, VW Polo, en een geldbedrag van € 682,70 in beslag genomen.
Niet in geschil is dat het belang van strafvordering bij handhaving van het beslag aanwezig kan worden geoordeeld. Immers, op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is het niet hoogst onwaarschijnlijk te achten dat de strafrechter, later oordelend, aan klager een geldboete zal opleggen dan wel in de ontnemingszaak aan klager de verplichting tot betaling aan de staat van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal opleggen.
De vraag is of voortzetting van het beslag, gelet op de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, gerechtvaardigd is nu klager heeft aangeboden zekerheid te stellen tot een bedrag van € 4.081,30.
Art. 118a Sv biedt ingeval van conservatoir beslag de mogelijkheid van teruggave onder zekerheidsstelling. De vraag is of het door klager aangeboden bedrag toereikend is. De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is. De rechter-commissaris heeft de machtiging tot het leggen van conservatoir beslag verleend tot een maximum bedrag van € 4.764,00. Niet valt in te zien waarom de officier van justitie meer zekerheid zou mogen verlangen dan voornoemd bedrag. Nu voorts de officier van justitie in raadkamer heeft verklaard dat ook het inbeslaggenomen geldbedrag van € 682,70 zal worden gebruikt ter voldoening van een op te leggen boete dan wel te betalen ontnemingsbedrag, heeft klager met het bedrag van € 4.081,30 voldoende zekerheid aangeboden. Voortzetting van het beslag is onder die omstandigheden strijdig met de eis van subsidiariteit.
Het beklag zal dan ook gegrond worden verklaard.
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag gegrond.

De rechtbank
gelast de teruggavevan de inbeslaggenomen auto, merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 1] , aan klager met ingang van het moment dat de LBA (Landelijke Beslag Autoriteit) een bedrag van € 4.081,30 als zekerheidsstelling van klager zal hebben ontvangen.
Deze beslissing is op 22 juli 2015 gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. T.T. Hylkema, rechter,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.