Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
3 [naam gedaagde 3] ,
4 [naam gedaagde 4] ,
1.De procedure
- het vonnis in het bevoegdheidsincident van 4 juni 2014 en de daarin genoemde stukken;
- het vonnis in incident van 24 september 2014, waarbij het [gedaagde 4] is toegestaan zich in het geding aan de zijde van [gedaagde 3] te voegen;
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] van 5 november 2014, met producties;
- het tussenvonnis van 19 november 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 april 2015 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
enalleen of met zijn medebestuurders de
meerderheid van de aandelendaarvan houdt. Dat is hier niet het geval. [gedaagde 3] is wel (middellijk) bestuurder van TPM, maar houdt via [naam besloten vennootschap 2] slechts 40% van de aandelen van de vennootschap. De uitzondering van lid 5 is dan ook niet van toepassing.